De Renault Clio heeft een schoonheidsbehandeling gehad en kan er weer drie jaar tegenaan.
 
Je zou het in de straten van Nederland niet zeggen, maar er zijn in de afgelopen elf jaar rond de zes miljoen Clio’s verkocht. Heel Frankrijk staat er vol mee. De in 1990 als opvolger van de Renault 5 verschenen Clio is toe aan een opfrissing van z’n derde gedaante sinds z’n introductie, en hij wordt er vooral volwassener en dynamischer op. Behalve dan de Clio Estate, die blijft net zo lelijk en iel als-ie was. Gauw overslaan dus!
 
Laten we even beginnen met de complete modellijn, die wordt door Renault namelijk wat diffuus gepresenteerd. Ze presenteren de Clio-lijn met de volgende modellen: de Clio Campus/Storia (de oude Clio die in sommige landen te koop blijft), de Clio in drie- en vijfdeurs uitvoering, de eerder genoemde Clio Estate, de Clio GT – ook in drie- en vijfdeurs en de Clio RenaultSport (RS). En die laatste is ook leverbaar in Cup-uitvoering. In het Nederlands betekent dit alles: een modelletje voor derdewereldlanden dat we kunnen vergeten, een normale drie- of vijfdeurs, en een stationcar. GT, RenaultSport, Cup, het zijn allemaal specifieke uitrustingsniveaus van een Clio, waar hier en daar vast de vering van is strakker gezet. Bijzonder leuk, dat wel.
 
Natuurlijk nestelden wij ons direct in een GT. (Omdat de RS-versies alleen op het circuit gereden konden worden, maar dat lees je hiernaast.) Van die GT ziet de driedeursversie er het meest hip uit, met grote velgen, een achterspoiler, dubbele uitlaat en glimmend zwarte grille. Lekkere cosmetica waarin een 1,6-liter motor is gehangen die 128 pk levert en een koppel van 155 Nm. Niet al te overbemeten allemaal, maar goed genoeg om een prettig snel kikkertje uit te hangen.
 
Binnenin de bekende matjes en weefsels in de sportstoelen met ‘GT’ erop, geperforeerde pedalen, een leren sportstuur, witte wijzerplaten: het straalt allemaal net even wat meer sportiviteit en frivoliteit uit dan een standaard Clio natuurlijk, en de specifiek voor de GT bedoelde blauwe kleur (Blue Malte) maakt het geheel af. Wil je al dat leuke speelgoed niet, maar wel die 128 pk’s, dan neem je gewoon een Dynamique-uitvoering. Op weg.
 
Een lekker bijtertje, dat is het. De veren en schokdempers staan wat stijver, de stuurbekrachtiging reageert wat sneller en zo zijn er nog wat foefjes die de ingenieurs van Renault hebben uitgehaald om het karakter van de GT een veel sportievere slag mee te geven dan de standaard Clio. Daar zijn ze goed in geslaagd, we kunnen geen enkel minpuntje noemen wat betreft het rijgedrag.
 
Natuurlijk, je rijdt er geen Porsche mee zoek, maar voor een autootje in dit segment is het allemaal best spannend en best vermakelijk. Echt hardcore is het zeker niet, daarvoor moet je op de pagina hiernaast zijn, bij de RenaultSport-versie – en daar dan liefst de kale en ook vrij onzinnige Cup-versie van. Maar voor een in dit segment gemiddelde prijs van net geen 20.000 euro heb je een vlotte en complete bijna-hete hatchback. Want compleet is-ie zeker.
 
Renault levert alle Clio’s standaard met een navigatiesysteem. Dat dat eruit ziet alsof een kabouter een oude atlas tegen de binnenkant van het scherm drukt, mag de pret niet drukken. Evenmin dat het lijkt alsof het op het laatste moment met nietjes op het dashboard geschoten is. Deze Clio is gewoon hip vervoer, en dát is waar het om gaat.

 

Reacties