Beter een kleine die steigert, dan een grote die weigert. Het klinkt wat plat, maar we hebben het heel gewoon over de Clio Renault F1 Team. En ja, dat hij stijver aanvoelt, moet je ook niet te dubbelzinnig opvatten.
 
Renault is een meester in het verzinnen van lange namen. Hadden we laatst al een paar seconden nodig om de supersportuitvoering van de Mégane te introduceren, nu neemt de snelste Clio enige tijd in beslag. Renault Sport Clio Renault F1 Team. Gelukkig hebben ze in Nederland de toevoeging R27 maar weggelaten. Hoe het ook zij, het is de naam van een model dat een flinke introductie best verdient. Het gaat om een gelimiteerde versie van de Clio, voorzien van het nieuwe Cup-chassis. De F1 (laten we hem zo maar noemen) is te herkennen aan de onvermijdelijke stickers waarmee Renault al zijn sportmodellen tooit.
 
Nu heb ik een pesthekel aan stickers op mijn auto, dus die zouden al snel in de prullenbak verdwijnen. Maar de andere uitrusting mag blijven! De remklauwen zijn felrood en de brede banden liggen op unieke antracietzwarte lichtmetalen velgen. Om het feest compleet te maken zit je in heerlijke Recaro-kuipjes. Of zou dat pure noodzaak zijn? Als je het trouwens ook nodig vindt om op te vallen, zit je goed met de oogverblindend gele kleur. Voor de rest is het niets anders dan een goed uitgeruste Clio Sport. De motor is dezelfde turboloze tweeliter die graag toeren draait, de zesversnellingsbak is identiek. Ook die geweldige diffuser is gelukkig gebleven.
‘Het is mogelijk om de achterkant óm te krijgen, maar dan moet je nog beter je best doen dan bij zijn broertje’
 
Hét nieuws is het chassis. Het Cup-onderstel wordt binnenkort ook leverbaar op de Clio Sport. De vering is vóór 27 procent stijver, achter 30 procent. Bovendien is de auto nog eens zeven millimeter extra verlaagd. Het resultaat is dat de Clio nog beter op zijn taak berekend is en dat we nog meer ontzag voor de ingenieurs van Renault hebben gekregen. De F1 is scherp genoeg om critici die menen dat de Sport-versie te zacht geveerd is de mond te snoeren, maar toch is hij uitgebalanceerd en laat hij ruimte genoeg om te spelen. Het is mogelijk om de achterkant óm te krijgen, maar dan moet je nog beter je best doen dan bij zijn broertje. Voor dat je die grens bereikt, heb je het gevoel dat de F1 nóg beter aan de weg kleeft en dat hij nóg minder last heeft van rollen om de lengteas. Een hele prestatie. De mate van stabiliteit en grip is niet te evenaren. Er is ruimte genoeg om zijn kont een zwieper te geven voordat de elektronica ingrijpt, ook de voorwielen krijgen de gelegenheid om eens even lekker te tollen zonder dat zij beteugeld worden door de tractiecontrole. Toch is er nog genoeg veerweg over om hobbels in het wegdek te effenen.
 
Wel zijn er nog wat minder plezierige erfenissen van de Sport blijven hangen. Ondanks de diepe Recaro’s is de zitpositie behoorlijk hoog, de besturing voelt een tikje te licht en onduidelijk aan, terwijl het schakelen best wat strakker zou mogen.
 
Maar dat is slechts muggenzifterij. Het Cup-chassis maakt de beste supermini nóg beter. Bovendien is exclusiviteit gewaarborgd, want er komen maar twintig exemplaren van deze uitvoering naar Nederland. En dat voor een meerprijs van 1.500 euro. Ik zou met mijn slaapzakje voor de deur van de Renault-dealer gaan liggen om vooral niet achter het net te vissen. Of je wacht nog even een paar maandjes, totdat de ongelimiteerde ‘kale’ versie van de Clio Sport komt. Hopelijk geven ze die ook een uitgeklede naam.
 

Reacties