We hebben altijd een beetje een zwak gehad voor de Seat Leon. Binnen de kaders van de VW Groep leek hij zich doorgaans aardig los te kunnen weken van het geijkte. De eerste, in de tijd dat Seat zichzelf nog moest ontdekken onder de Duitse vleugels, had al een opvallend eigen ontwerp. De tweede was ronduit apart, met een soort lage monospace-vorm en ruitenwissers die zichzelf in de a-stijlen parkeerden. En de derde, op de markt sinds 2012, voegde scherpe en boeiende lijnen toe waar z’n broertje, de Golf, op safe speelde. Als je het brede gamma van Volkswagen, Skoda, Audi en Seat als geheel bekijkt, zijn er genoeg doublures te vinden, maar de Leon wist zich altijd te onderscheiden. Hoe zit dat met de nieuwe Seat Leon 1.5 eTSI?

Door de inherente hiërarchie van de VW Groep liep de Leon af en toe dingen mis die ’m nog interessanter hadden kunnen maken. Zo had de Cupra-topversie zowat hetzelfde vermogen als de Golf R, maar geen vierwielaandrijving om het kwijt te kunnen. En ook naar een plug-in hybrideversie op het moment dat deze auto’s belastingtechnisch het meest interessant waren, kon Seat fluiten. Met de vierde generatie Leon lijkt het merk zich (mede dankzij de nieuwe emissieregels) een beetje te revancheren: er blijft qua techniek weinig te wensen over ten opzichte van de eerder gepresenteerde Golf 8. Er komt zelfs een Cupra eHybrid.

Allemaal goed nieuws, maar we hebben wel de indruk dat de nieuwe Leon qua design wat aan uniciteit heeft moeten inleveren. Hij is wat ronder dan de vorige, wat minder gewaagd. Hij ziet er zeker aantrekkelijk uit, heeft mooie details en is ook herkenbaar als een Seat, maar we missen het brutale een beetje. Zonder dat we precies kunnen uitleggen waar dat aan ligt.

Technologie voorop

De vormgeving daargelaten lijkt het erop dat Seat de Leon nu ook op een andere manier naar voren wil schuiven: als technologisch hoogstandje. Ze zijn vooral trots op de rijassistentie en de connectiviteit, met zaken als online radio, live benzineprijzen op je navi en de Seat Connect-app. Maar ook op het vlak van verlichting wordt groots ingezet: standaard led-lampen, optioneel full-led, met achterlichten die een kunstje doen als je de auto opent en een welkomstboodschap ‘Hola!’ (moet dat niet ‘¡Hola!’ zijn?) die op de grond wordt geprojecteerd. We kennen het allemaal van andere auto’s, maar Seat haakt keurig aan en zorgt dat je de trends niet hoeft mis te lopen.

We zouden de Seat Leon 1.5 eTSI oorspronkelijk al in maart testen in de omgeving van Barcelona – de stad waar het model, zo verkondigt Seat fier, is bedacht, ontwikkeld en gebouwd. Maar toen, afijn, je was er zelf ook bij: coronacrisis, dichte grenzen, verbod op samenkomst. En dus rijden we ’m twee maanden later een middagje in Nederland, met ontsmet stuur en een doos reinigingsdoekjes op de bijrijdersstoel. De boulevard van Sitges wordt de weg langs het Gooimeer, de bergroutes van Montserrat maken plaats voor het klaverblad bij knooppunt Hoevelaken. Romantisch wordt verstoten door realistisch.

Gelukkig zorgt de Leon dat we niet gedurende de hele rit melancholisch zitten te reflecteren. We deden net wel wat lauw over z’n buitenkant, maar het interieur vinden we juist bijzonder interessant om te zien. Het dashboard oogt fraai gelaagd, met mooi gedefinieerde oppervlakken en geslaagde materialen. Er is een omringende lichtstrip die in één beweging van de ene in de andere deur overloopt (en, verrassing, onderdeel uitmaakt van bijvoorbeeld de dodehoekherkenning en verkeerswaarschuwing bij uitstappen). Daaronder nestelt zich een soort opliggend dashboard met een tellerscherm en ventilatieroosters in de vorm van de Seat-grille, gevolgd door een matte alu-achtige strip die wat verder naar je toe is geplaatst voor een mooi 3D-effect.

Aanraakbediening

Zoals we gewend zijn van platformgenoten is de zitpositie uit de kunst. Het overzicht is top, alles is binnen handbereik, ellebogen vallen perfect op steunen, er is nergens een tekort of een overschot aan ruimte. Ook achterin is het bijzonder goed zitten voor volwassenen, en hoewel ze het daar met harde en onversierde deurpanelen moeten doen, hebben ze wel hun eigen aircobediening en USB-C-laadpunten.

De middenconsole oogt opgeruimd, met slechts een klein aantal knoppen en een simpel palletje voor de DSG-bak (wat moet je nog met een pook?). Het infotainment vind je in een ‘los’ opstaand scherm, met daaronder minimalistische aanraakbediening voor de airco. Daar kun je overheen swipen, maar als je dat niks vindt, kun je er ook op tikken alsof het knoppen zijn. Een vrij onnodige gimmick, maar het krikt de gadgetfactor van je nieuwe Seat toch weer wat verder op.

Het touchscreen bevat alle denkbare functies, waarvan de meeste in een handomdraai te vinden zijn. Er is een home-scherm met drie grote, zelf in te delen informatiesegmenten voor bijvoorbeeld de navigatie, audio en telefoon. Je kunt ook kiezen voor een overzicht met icoontjes, zoals op je smartphone. Uiteraard zijn Apple CarPlay en Android Auto aan boord, dus je telefoon zelf in beeld zien kan ook. Onder in het scherm staat een rijtje shortcuts waar je doorheen kunt scrollen, en dat je zelf kunt indelen. Het auto-icoontje blijft op zijn plek staan, zodat je altijd gemakkelijk bij de hulpsystemen, sfeerverlichting, instellingen of de rij-modi kunt komen. Die laatste hadden wat ons betreft hun gebruikelijke knop op de middenconsole mogen behouden, al waarderen we Seats inspanningen om het aantal lukraak geplaatste bedieningselementen in te perken.

Die insteek werd dan weer niet doorgevoerd op het stuur. Toegegeven, de Spanjaarden kunnen er weinig aan doen, want VW’s tellerscherm heeft nu eenmaal 73 toetsen nodig om het te kunnen bedienen. Er is een knop om te wisselen tussen vier (!) verschillende views, knoppen om binnen die views tussen functies te wisselen en nog een rolknopje om dáárbinnen weer zaken te selecteren. Geef ons gewoon twee of drie goede lay-outs en we zijn blij, hoor. Het went vast als je er meer tijd mee doorbrengt, maar het moet gezegd dat we zelfs na jaren van verschillende VW-testauto’s met dit systeem toch elke keer weer even bezig zijn om uit te zoeken hoe het werkt en wat waar zit. Dan mag je stellen dat het niet erg intuïtief is.

De prijs van de Seat Leon 1.5 eTSI

De nieuwe Leon begint in Nederland net onder de 25.000 euro; Belgen betalen iets meer dan 21.000 euro voor de instapper. De versie die wij vandaag rijden, is de vlot aangeklede FR: dikke bumpers en wielen, donkere accenten, full-led-verlichting, vanaf 29.195 euro in Nederland of 25.400 euro in België. Zaken als navigatie, adaptieve cruisecontrol en een batterij rijhulpjes krijg je er dan al bij. Met het Technology Pack (1.295 euro) breid je dat uit met stoel- en stuurverwarming, een achteruitrijcamera en keyless entry.

De motor in onze testauto is de Seat Leon 1.5 eTSI, die wij en andere meelijwekkende geinponems liefkozend ‘Etsi’ plegen te noemen. Het is een 48-volt mild-hybride aandrijflijn die gebruikmaakt van een startergenerator om de motor van een extra duw te voorzien. Diezelfde techniek werkt uitstekend om de start/stopfunctie te ondersteunen: beweeg je voet van de rem naar het gas en de motor is al vliegensvlug en trillingvrij aangeslagen. Een typisch voorbeeld van een eco-trucje dat eerst zo vervelend was dat we het zonder pardon uitschakelden, maar nu zodanig is doorontwikkeld dat we het omarmen.

Deze Seat Leon 1.5 eTSI is geen sportauto, z’n rode lak, grote wielen en FR-badge ten spijt. Hij weegt niet heel veel, is stijver dan voorheen en z’n besturing is kort en direct, wat ’m levendig en lichtvoetig maakt. Maar hij weet het wat afstandelijke, synthetische VW-gevoel niet te ontlopen. Dat houdt onder meer in dat je weinig terugkrijgt van de elektrisch en snelheidsafhankelijk bekrachtigde besturing, dat de gasrespons wat kunstmatig overkomt en dat de DSG-bak niet erg alert op de flippers reageert, in welke modus je ook rijdt. Zeker bij het terugschakelen voor een bocht ben je soms een seconde of wat verder voor de transmissie besluit aan je oproep gehoor te geven.

Nu zijn de betreffende ingenieurs in Duitsland en Spanje natuurlijk ook niet gek. Dit karakter zit al langer in hun producten, dus kennelijk vinden de meeste klanten de wat gedempte interactie prima of zelfs prettig. Wie zijn wij dan om te vragen om kortere lijntjes en helderder communicatie? We hopen alleen wel dat de sportievere Leons die nog gaan komen op dit vlak hoger zullen scoren.

Weinig te wensen over

Laat je de flippers voor wat ze zijn en gedraag je je gepast voor het Nederlandse verkeer, dan zul je weinig te wensen over hebben. De Seat Leon 1.5 eTSI is rap en krachtig, betrekkelijk stil ook, en schakelt zichzelf regelmatig slim uit: rem je af voor een kruising, dan valt de toerenteller rond fietssnelheid al naar nul. Het optionele adaptieve onderstel is uitstekend afgewogen – niet overdreven hard, ook niet met de 18-inch wielen van onze testauto. Maar de verschillen in demping tussen de rij-modi zijn te verwaarlozen, dus die extra centen zouden wij in onze zak houden.

Mensen die kicken op frisse technologie, die semi-sportief wel sportief genoeg vinden, die niet per se in een (duurdere) Golf hoeven te rijden maar wel de kwalitatieve VW-belevenis zoeken, zullen in deze nieuwe Leon een uitstekend maatje vinden. Met verschillende benzine- en dieselmotoren, deze mild-hybride versie en een plug-in (tot 60 kilometer elektrisch) moet het vreemd lopen als Seat hier niet opnieuw een hitje te pakken heeft.

Specificaties Seat Leon 1.5 eTSI FR Launch Edition (2020)


Motor
1.498 cc
viercilinder turbo
150 pk @ 5.000 tpm
250 Nm @ 1.500 tpm
Aandrijving
voorwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 8,4 s
top 221 km/u
Verbruik (gemiddeld)
4,8 l/100 km
109 g/km CO2
Afmetingen
4.368 x 1.799 x 1.442 mm (l x b x h)
2.684 mm (wielbasis)
1.261 kg
45 l (benzine)
380 l (bagage)
Prijzen
€ 34.495 (NL)
€ 29.435 (B) – FR

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)