SsangYong is, na een periode van afwezigheid, terug in Nederland. Of we daar blij mee moeten zijn?
 
Weinig merken zullen de laatste tijd door zulke diepe dalen zijn gegaan als het Koreaanse SsangYong. Overgenomen door de liefdeloze Chinezen van SAIC, die het merk leeg trokken en verder maar een beetje lieten aanmodderen. En een wijdverspreide aversie tegen SUV’s, toevallig het enige soort auto dat ze maakten. Stakingen (een in Zuid-Korea uiterst zeldzaam verschijnsel) bij de fabriek. Meer lokaal zaten ze per ongeluk ook nog middenin het faillissement van Kroymans. Nee, het heeft SsangYong niet meegezeten.
 
Het tij keerde. Het Indiase Mahindra, vooral geïnteresseerd in de 4×4-techniek en de toegang tot de Koreaanse markt, nam de zieltogende boedel over en toont zich een enthousiaste en ambitieuze eigenaar. In de Lage Landen trok de Belgische Hyundai-importeur Alcopa de stoute schoenen aan en besloot het merk te gaan importeren, meteen maar in zes Europese landen. De fabriek is weer op volle stoom, barst van de goede zin en laat dat in eerste instantie zien met de nieuwe Korando.
 
Het is een waardig pleitbezorger voor het nieuwe elan van SsangYong geworden. Zag de vorige Korando er nog vooral uit als een kloon van een willekeurige Land Rover uit 1850, voor de nieuwe zijn de grootmeesters van Italdesign-Giugiaro te hulp geroepen. Zij stapten af van het luciferdoosje-ontwerp en maakte er een frisse, afgeronde verschijning van. Het barst allemaal niet van de originaliteit, maar er staat in ieder geval een auto van nú.
 
Hetzelfde geldt voor het interieur. Zou je van het oude, na recycling, nog niet eens een paar fatsoenlijke bamibakjes overhouden – zo beroerd als de kunststoffen waren – bij de nieuwe kun je de buurman rustig laten instappen zonder op zijn eeuwige hoon te hoeven rekenen. Hier en daar zijn nog wel wat hergebruikte boterhamtrommels te ontdekken, maar over het algemeen is het een kwalitatieve quantum leap. De bediening is alleszins overzichtelijk en de stoelen verdienen zelfs een dikke pluim.
 
Het rijgedrag is nog stukken opmerkelijker. De Korando is groot en hoog, maar gaat verrassend soepel de bocht door, zonder al te veel misbaar of overhellen. Daarbij is hij over het algemeen aangenaam comfortabel. Helaas vind je hier en daar nog wel sporen van de ‘pure’ 4WD-achtergrond van het merk terug. De besturing is erg indirect en zoekerig (zodat in het terrein het stuur niet uit je handen wordt geslagen), waardoor je met name op de snelweg constant zit te corrigeren.
 
Geluidsisolatie lijkt zo goed als afwezig, waardoor de zware tweeliter dieselmotor altijd zeer aanwezig is. De versnellingsbakverhoudingen zijn behoorlijk kort, wat ook niet helpt.
 
De prijzen zijn schappelijk, als je in aanmerking neemt dat de diesel wel even 175 pk levert. Ga je bij Kia of Hyundai shoppen, dan kun je een stuk goedkoper terecht, maar moet je het met aanzienlijk minder vermogen doen. Je kunt bij SsangYong echter weer niet voor minder terecht. Dus, moeten we blij zijn met de terugkomst van SsangYong? Ach, waarom niet? De Korando is geen slechte proeve van hervonden bekwaamheid, en wie weet waar ze nog meer mee komen. Het voordeel van de twijfel: welkom terug!
 
 

Specificaties: D20T Sapphire 4WD


 

Leuk 

Beter en leuker dan ooit tevoren

 

Niet leuk 

Weinig raffinement, veel concurrentie

 

TopGear-vonnis

Een goede poging van Ssangyong, meer ook niet

 

Prestaties  

0-100 km/u 10 sec., top 179 km/u, 6,4 l/100 km

 

Techniek 

1.998 cc viercilinder turbodiesel, vierwielaandrijving, 175 pk, 360 Nm, 1.727 kg, 169 g/km CO2

 

Doen!   

De dikste nemen, de Sapphire





Niet doen   

Rekenen op een erg hoge inruilprijs





Prijs NL € 37.490

Prijs BE € 27.490

Reacties