De dieselboxer van Subaru is eindelijk leverbaar in de Impreza – naast de Forester, de Legacy en de Outback.
 
Als er één auto is die een dieselmotor verdient, dan is dat de Impreza. Gelukkig hebben ze dat bij Subaru ook begrepen, zij het ietwat laat. Want zeg nou zelf: om de Impreza pas als allerlaatste in het gamma van de boxerdiesel te voorzien, is wat ons betreft gewoon een kwestie van slechte planning of timing. De Impreza had gewoon meteen bij z’n introductie die diesel moeten krijgen. Al was het alleen maar om zo snel mogelijk op het verlanglijstje van de leaserijders te komen en de Subaru-verkopen te stimuleren.
 
Waarom de Impreza de laatste in het rijtje is, weten we niet. We vermoeden dat het te maken heeft met de tijd die nodig was om de boxer aan te passen voor gebruik in de Impreza. Hm, dat is enigszins begrijpelijk. Wel jammer trouwens dat Subaru geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om die lelijke achterlichten te vervangen voor een paar normale exemplaren. Een gemiste kans.
 
Die boxerdiesel, met een vermogen van 150 pk en een koppel van 350 Nm, is er nu. We mochten ‘m proberen op Mallorca, het mediterrane eiland voor de Spaanse kust. Aldaar konden we al snel concluderen dat de diesel-Impreza een fijne auto is, want – geloof het of niet – zodra je enkele meters hebt gereden, daalt er een geweldig gevoel van rust over je neer omdat de Subaru op kruissnelheid lekker stil en comfortabel is. Bovendien is de boxermotor zo mooi in balans en nagenoeg vrij van trillingen dat je nauwelijks voelt dat er een (diesel)motor onder de kap ligt. Helaas is het geluid van de viercilinder bij accelereren wel duidelijk aanwezig en dat doorbreekt de rust in het interieur. Er valt mee te leven want het geluid dat de boxerdiesel maakt, is best aangenaam.
 
De echte minpunten van de diesel-Impreza zijn in onze ogen de te lichte besturing, de schakelwegen die wat aan de lange kant zijn, en de motor die niet zo lekker oppakt bij het wegrijden vanuit stilstand.
 
Verder hebben we geen kwaad woord over de Subaru, want als geheel is het een prettige auto die dankzij zijn dynamische vierwielaandrijving niet alleen bijzonder veilig is, maar ook sportief. Daarom zouden we als we mochten kiezen tussen de twee versies (de Sport en de niet-Sport) gaan voor de eerste, met die fijne stoelen en die grote 17-inch wielen. Die ziet er het beste uit, die rijdt het lekkerst en die heeft de meeste uitrusting. En de vraagprijs van de 2.0D Sport is best schappelijk: zo’n 27.000 euro. Voor dat bedrag krijg je een uitstekende auto die prima rijdt, en die veilig, zuinig en degelijk is. Bovendien is het weer eens wat anders dan een Seat Leon of Volkswagen Golf.
 
Tot slot moet je weten dat de Sport-versie (op de sprint van nul naar honderd) langzamer, onzuiniger en viezer is dan de andere uitvoering. Waarom in ‘s hemelsnaam? Tja, dat verschil heeft te maken met gewicht – net als bij boksen.

Reacties

Meer van TopGear