Vandaag in de categorie Bijzonder Opmerkelijk Nieuws: in tijden van crossovers en stadsgebakjes ziet Toyota een ideaal moment om de Camry terug naar Europa te halen. De grote sedan is in veel markten de bestverkochte middenklasser, soms zelfs de bestverkochte personenauto, maar hier brak hij nooit erg veel potten en verdween hij in 2004 van het toneel. Nu is ie dus terug – als hybride, en mede daardoor denkt Toyota een interessante aanbieding in handen te hebben.
Er is een ‘stabilisatie in de sedanmarkt’ waar te nemen, aldus het merk, ten opzichte van het immer groeiende SUV-segment. Wij denken dan aan het soort stabilisatie dat het fladderen van een mus hier teweegbrengt ten opzichte van de Golfstroom, maar toch: positiviteit brengt je verder dan doemdenken. Toyota verwacht in West-Europa zo’n 1.000 Camry’s per jaar te verkopen. Over de verwachte aantallen in Nederland en België weten we niets. Maar voor je een willekeurig laag aantal vingers opsteekt: ook hier bestaat vraag – bijvoorbeeld op de taximarkt – naar ruime en zuinige sedans die niet op diesel rijden.
Prius-achtig
De nieuwe Toyota Camry Hybrid verbruikt 4,3 l/100 km volgens NEDC 2.0-opgave. En het moet gezegd: nooit benaderden wij een NEDC-verbruikscijfer gemakkelijker, zonder onze rijstijl al te gek af te knijpen, dan met de huidige Prius. Aangezien de Camry toch een soort grote Prius is, belooft dat veel zuinigheid. We zullen het maar meteen prijsgeven: in de bepaald niet vlakke omgeving van Split, Kroatië, haalden we met twee vingers in onze neus 5,2 l/100 km. In de bergen bijna 1 op 20 rijden met een ouderwets grote en comfortabele sedan – er is iets voor te zeggen.
Zeker als je weet dat we het hebben over een 2,5-liter viercilinder (zonder turbo, met Atkinson-cyclus en een hoge thermische efficiëntie van 41 procent) en een elektromotor die samen 218 pk leveren. Dat is een waarde die je in andere configuraties al snel associeert met heel andere verbruikscijfers. Denk daar nog een aanzienlijk koppel bij (221 + 202 Nm; nee, dat mag je dan weer niet zomaar bij elkaar optellen) en je snapt dat de Camry prima de vaart erin weet te krijgen.
Ah, maar dat is geen verrassing, zul je zeggen. Want je leest en hoort nu al jaren dat Toyota voortaan alleen nog maar leuke auto’s wil bouwen. De nieuwe Corolla die we onlangs testten, is daar een aardig voorbeeld van, met rijeigenschappen die niet misstaan aan de meer geëngageerde kant van het c-segment. Bij de Camry ligt het iets anders. Om te beginnen is hij nogal fors – iets langer dan een Mondeo, iets korter dan een 5-serie. En bovendien is het een auto die in geen enkele context ook maar als een béétje sportief kan worden gezien. We verwachtten op dit vlak daarom weinig van ’m, en we zaten er niet ver naast.
Niemand vindt echt iets van de Toyota Camry
Om te beginnen is het haast aandoenlijk hoe makkelijk verteerbaar en niet-aanstootgevend zijn ontwerp is. Oké, met die brede onderkinnengrille zou je een probleem kunnen hebben, maar voor de rest is de Toyota Camry typisch zo’n auto die niemand echt mooi, maar ook niemand afgrijselijk zal vinden. Hij staat op een nieuw platform, heeft daarom bijna niets gemeen met zijn voorganger, is stijver en aerodynamisch efficiënter. Maar het is nog steeds gewoon ‘een auto’, zorgvuldig geboetseerd naar de meest recente vormen die men in Aziatische en Amerikaanse contreien prettig op het netvlies vindt liggen.
In het interieur vind je brede en vlakke stoelen die een vrij hoge zit bieden, wat versterkt wordt door het feit dat de glaspartij redelijk laag door de deuren loopt. We merken dat we diverse keren tijdens de rit instinctief proberen om onze stoel naar beneden bij te stellen, terwijl ie toch echt niet lager kan. Ook zijn de zittingen vrij kort en moet je met je hoofd de aflopende dakrand zien te ontwijken als je achterin stapt. Daarnaast ergeren we ons aan het primitieve infotainment (het dreef ons in de Corolla ook al tot wanhoop) en glijdt onze telefoon als een dure hockeypuck over het laadplateau als we een bocht nemen. Maar daarmee hebben we het meeste van ons commentaar wel gehad.
Toonbeeld van kalmte
De Toyota Camry is namelijk ruim, stil en simpelweg rustgevend. Oh, zo rustgevend. Toyota heeft zich de kunst van het bouwen van volmaakt gesmeerd werkende hybrides al lang geleden eigen gemaakt. De Camry is het zoveelste wapenfeit: wat je ook doet met je rechtervoet, hij vloeit van de ene aandrijving over in de andere zonder dat je je ergens om hoeft te bekommeren. Er is een Sport-modus die voor een meer gretige respons zorgt, maar we hebben er geen moment behoefte aan, noch aan de zes voorgeprogrammeerde ‘trappen’ in de traploze transmissie. In de stad kun je met beleid gemakkelijk volledig elektrisch rijden. Pas als je heel nadrukkelijk gas gaat geven, krijg je kortstondig te maken met hoge jengeltoeren en het soort elastische voortstuwing dat je scootervisioenen bezorgt. Maar dat is het punt: zo rij je de Camry niet. Want in de Camry heb je geen haast.
Toyota kreeg het voor elkaar om de besturing alert te maken – geen dood punt in het midden, vrij sterk centrerend – en het rempedaal gevoelig voor aanraking, zonder dat de auto er zenuwachtig van wordt. Hij rolt stabiel over de weg, een toonbeeld van kalmte, mede dankzij het lage zwaartepunt en de geavanceerde achterwielophanging. Hij wordt initieel soms ietwat rillerig bij slecht asfalt, maar dempt de boel bijzonder netjes en beschaafd, en in stilte bovendien. Typisch zo’n rijervaring die je weinig interessants biedt, maar ook niets van je vraagt. Rustgevend, we zeiden het al.
De Toyota Camry is niet duur
Onze testauto heeft achterin een chic aanraakpaneeltje waarmee je de bank elektrisch kunt verstellen, de temperatuur kunt aanpassen of een zonneschermpje voor de achterruit kunt schuiven. Er is een soort psychedelische koperkleurige afwerking op de middenconsole, een enorme eco-meter in plaats van een toerenteller, een head-up display (ja, met toerenteller), JBL-audio met negen speakers en een aircosysteem dat negatief geladen partikeltjes met watermoleculen de cabine in blaast om de lucht te bevochtigen. En nu komt het: mede door de vriendelijke CO2-uitstoot kan Toyota de Camry in Nederland aanbieden voor 39.995 euro. (Onze luxe Premium, de topversie, doet daar 7.500 euro bovenop.) Dat is behoorlijk wat auto voor je geld, dus. Als je een van de weinige overgebleven mensen bent die geen SUV- of stationwagenadept is, zou je er zomaar erg gelukkig van kunnen worden.
Grote jongen
Je denkt misschien dat de Camry een vergeten, weinig verkocht model is – en in Europa is dat ook zo. Maar wereldwijd geldt hij als een van de meest succesvolle Toyota’s die er zijn. Hij wordt in meer dan 100 landen verkocht en sinds 1982 werden er al ruim 19 miljoen stuks gebouwd. Ook van deze achtste generatie Camry zet Toyota er nog altijd zo’n 700.000 per jaar weg. De helft van die oplage vindt een eigenaar in de VS, waar de Camry al jaren de bestverkochte auto is (SUV’s niet meegerekend). Overigens kun je ’m daar nog altijd met een 3,5-liter V6-motor krijgen (met 305 pk en een achttraps automaat) of met een turboloze viercilinder, en zelfs in een ietwat stormtrooper-achtige TRD-versie (zie hieronder). Doe ons de brave standaard-look van de Hybrid dan maar.
Specificaties Toyota Camry Hybrid Premium
Motor
2.487 cc
viercilinder hybride
218 pk @ 5.700 tpm
221 + 202 Nm @ 3.600 tpm
Aandrijving
voorwielen
CVT-automaat
Prestaties
0-100 km/u in 8,3 s
top 180 km/u
Verbruik (gemiddeld)
4,3 l/100 km
98 g/km CO2, A-label
Afmetingen
4.885 x 1.840 x 1.445 mm (l x b x h)
2.825 mm (wielbasis)
1.595 kg
50 l (benzine)
500 l (bagage)
Reacties