Zagato is geen autofabrikant. Het is een carrosseriebedrijf. Wij bekommeren ons om de buitenkant, niet de technologie. De technologie kan fossiele brandstof zijn, elektrisch, waterstof – wij houden ons bezig met de huid, de verpakking eromheen’, zegt Andrea Zagato met een heerlijk tot de verbeelding sprekend Italiaans accent, terwijl hij aan de rand van zijn colbert plukt om zijn punt te benadrukken.

De president van het bedrijf, de derde generatie van de Zagato-clan, kijkt even kort naast zich en glimlacht als zijn blik over de auto rechts van hem glijdt. Een auto die de meningen op het internet polariseert als geen andere: de Zagato AGTZ Twin Tail, in feite een geheel op maat gebouwde Alpine A110 S met een afneembare, aerodynamische lange staart. Een unieke en nogal specifieke kijk op het begrip veelzijdigheid.

De Zagato AGTZ Twin Tail is meer dan alleen een andere voorzijde

Dit heeft echter aanzienlijk meer om het lijf dan je op het eerste gezicht misschien zou denken, want dit is bepaald geen kwestie van ‘schroef er een andere achterkant op en verander de koplampen een beetje’. De Alpine A110 heeft stevige wijzigingen ondergaan, al is het meer aan de buitenkant dan onderhuids; hij is het tegenovergestelde van een sleeper. Maar als je de carrosserie opnieuw wilt beeldhouwen, is het waarschijnlijk een goed idee om te beginnen met een goed stel botten.

De basis voor zo’n project moet nu eenmaal solide zijn, en de A110 is een zalige, moderne lichtgewicht sportauto in een wereld vol steeds zwaarder en gecompliceerder wordende concurrenten. Hij kan tot 300 pk sterk zijn, heeft achterwielaandrijving, een middenmotor en weegt maar weinig. Maar ook met het kiezen van iets dat mechanisch fatsoenlijk in elkaar zit, ben je er nog niet. Want de AGTZ heeft ook een duidelijke historische component. Je zou ’m een ‘retromod’ kunnen noemen.

Zagato AGTZ Twin Tail blauw zijkant rechts achter

Het recept wordt er iets ingewikkelder door, want de ingrediënten bestaan uit een roemrijke Italiaanse carrosseriebouwer, een raceauto uit de jaren ’60 en een Poolse dealer van hoogwaardige auto’s. Een succes met vele Europese vaders. De raceauto is de Alpine A220, een longtail Le Mans-racer uit het eind van de jaren ’60 die – zijn fraaie lange en duidelijk aerodynamische uiterlijk ten spijt – de hoge verwachtingen van zijn maker nooit kon waarmaken.

Praktisch vandalisme

Omdat de ingenieurs overtuigd waren van de capaciteiten van de auto, al was het dan niet bij de lange afstanden, zetten ze er simpelweg een slijptol op en verwijderden ze zo’n 300 millimeter van de achterkant. Daarmee creëerden ze een ingekorte shorttail A220 die meer geschikt was voor de kortere, bochtige circuits en rally-etappes. Vandalisme, maar dan praktisch.

En zo werd een legende geboren: een auto die zowel een lange als een korte uitvoering had, beide op eigen wijze iconisch. Het zijn allebei verontrustend mooie auto’s, delicaat op een manier die alleen auto’s zonder moderne veiligheidssystemen tentoon kunnen spreiden, alsof hun carrosserie over de metalen botjes van een vogel is gesmolten.

Zagato AGTZ Twin Tail zijkant rechts achter schuin

Ze zijn vanbinnen en vanbuiten simpel; clean en slank aan de voorkant, de korte versie aan de achterkant iets woester, en ze stralen hoe dan ook doelgerichtheid uit. Zelfs hun geur is zinnenprikkelend – een mix van benzine en koud aluminium, oude olie en zware belasting. Je moet wel klein van stuk zijn om erin, en atletisch om eruit te komen, want kennelijk waren coureurs in de jaren ’60 nog niet zo lang.

Nieuwe carrosserie (van koolstofvezel uiteraard)

Het hoe en waarom van de AGTZ wordt al wat duidelijker als je de geschiedenis kent, maar wordt nog veel logischer als je de originele auto’s en de nieuwe naast elkaar ziet. Er is een geheel nieuwe carrosserie van koolstofvezel, met koplampen die duidelijk verwijzen naar de traanvormige van het origineel. Een lager dak met natuurlijk de double bubble die het kenmerk van Zagato is, en met in het midden een ander profiel met een luchtgat dat bij de donorauto niet bestaat.

In de korte versie wordt de achterkant gedomineerd door driehoekige thema’s, veel horizontale lijnen en scherpere hoeken dan de A110 heeft. Hij is nog herkenbaar als een moderne Alpine, maar dan… anders. Het is pas als de lange staart is bevestigd dat het echt iets compleet nieuws wordt, een auto met proporties die – zoals eigenlijk al sinds mensenheugenis het geval is bij longtail-varianten – fascinerend niet-kloppend zijn.

Zagato AGTZ Twin Tail zijkant rechts

Hij is te lang voor zijn wielbasis, het achterdek met zijn twee punten steekt ver uit en lijkt maar door te gaan. Toch werkt het. Dat zou eigenlijk niet moeten, en toch is het zo. De staart zelf is opvallend makkelijk vast te maken en te ontkoppelen. Gewoon een kwestie van een paar bouten en klikpunten, en het achterste deel kan naadloos worden opgeborgen in een op maat gemaakt trolley die bij de auto wordt geleverd.

Je ziet de basis – de A110 – er nog wel in terug

De uitlaat blijft gewoon zitten waar ie zit: de gassen wordt in de lange configuratie weggewerkt door een verlengde venturi-tunnel, en de achterlichten blijven zichtbaar. Je kunt de A110 er nog steeds in terugzien, maar met de lange staart wordt dat beeld toch danig verstoord. Is ie mooi? Niet per se, maar hij is eindeloos intrigerend om naar te kijken. Een bewegend kunstwerk in plaats van ‘gewoon een auto’.

Het interieur, om dat ook meteen even te bespreken, is goeddeels gewoon standaard-A110 S. Er zijn nieuwe platen in de voetenruimte en zo nog wat snuisterijtjes, speciale Zagato-stoelen en het uitzicht door de voor- en zijruiten is anders, maar iedereen die bekend is met de basisauto zal het meeste wel herkennen. Er zijn dezelfde grote flippers voor de zeventraps automaat, die kan opschakelen in 260 milliseconden.

Alpine A220 (met de Zagato erachter)

Dezelfde klokkenwinkel met digitale meters, hetzelfde lichtelijk goedkoop aanvoelende touchscreen. De balk in het midden is de plek voor de start- en PRND-knoppen, en het mag hierbinnen dan niet zo speciaal zijn als de buitenkant doet vermoeden, het is nog altijd een fijne, opgeruimde en praktische plek om te zijn. Hij zou ook qua prestaties niet onder moeten doen voor de standaardauto.

Prestaties van de Zagato AGTZ Twin Tail

De koolstofvezel carrosserie weegt nauwelijks meer dan de normale, en zelfs zonder vermogensupgrades (die optioneel zijn bij het Zagato-pakket) zou de AGTZ de topsnelheid van de A110 van 270 km/u en diens sprintsnelheid van 0 naar 100 km/u in iets meer dan 4 seconden moeten kunnen evenaren. Ook heel interessant is het verhaal over hoe het project tot stand kwam – het is haast zo eigenaardig als de AGTZ zelf.

Lees ook: Alpine A110 R Ultime kost in Nederland meer dan een McLaren Artura

Het begon bij de eigenaar van La Squadra, een Poolse dealer voor auto’s uit ‘de hogere segmenten’. Zo mag je dat wel noemen als je dealer bent van Ferrari, Rimac, Koenigsegg, Pagani en, inderdaad, Alpine. Directeur Jakub Pietrzak was altijd al groot fan van het Franse merk en had de heldere lijnen van de A210 en A220 altijd bewonderd. Bij een officieel evenement kwam hij toevallig Andrea Zagato tegen, en het gesprek kwam op de toekomstplannen van het bedrijf.

Idee onder douche

Een ontwerp gebaseerd op een huidige McLaren werd geopperd, maar later kreeg Pietrzak het idee (onder de douche, naar het schijnt) voor een hommage aan Alpine. Iets dat het verhaal van de verkorte longtail vertelde, maar dan met een moderne draai.

Alpine A220 achter de nieuwe Zgato

‘We stonden nog maar aan het begin van deze wedergeboorte’, zegt hij. ‘Elektrificatie maakt de concurrentie heviger en het wordt lastiger om producten op het gebied van prestaties en rijplezier nog een eigen plek te geven. Daardoor wordt design steeds belangrijker, wat carrosseriebedrijven de kans geeft om het podium te betreden en unieke projecten af te leveren waarmee dappere merken zich kunnen onderscheiden van de rest.’

Dat vertaalt zich naar het idee dat als je allemaal een behoorlijk soortgelijke elektrische aandrijflijn hebt, je er maar beter voor kunt zorgen dat jouw auto er in ieder geval uniek uitziet – waarmee de kans op en populariteit van speciaal gebouwde projecten van dit soort carrosseriebedrijven alleen maar groter wordt. De Twin Tail lijkt de goede balans te hebben gevonden.

De prijs van de Zagato AGTZ Twin Tail is wel een dingetje

Je kunt hem krijgen met elke livery die je maar wilt hebben of gaan voor een van de historische versies – waarvan er in de productie van negentien exemplaren geen twee dezelfde zullen zijn. Zagato regelt de productie en La Squadra bekommert zich om de marketing en de verkopen. Die beperkte oplage en het prijskaartje van 650.000 euro (plus belastingen) staan er garant voor dat deze Alpines uiterst zeldzaam zijn en blijven, zelfs als ze in de basis zo makkelijk te rijden en gebruiken zijn.

Lees ook: De ombouwkosten van de Alpine A110 Ravage zijn hoger dan de prijs van de auto

Maar in zekere zin gaat dit niet zozeer over geld – de AGTZ is een project, een idee dat werkelijkheid is geworden. Meer kunst dan wetenschap of financiën, meer passie dan zakelijkheid. Het leidt je naar een verhaal dat je misschien niet kende, maakt de autowereld een beetje groter. ‘Zonder kennis van het verleden kun je de toekomst niet uitvinden’, zegt Zagato. En bij de AGTZ is die geschiedenis de inspiratie geweest voor een fascinerend heden.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)