Houd je ervan om alleen te zijn? Een hekel aan mensen? Stap in de éénpersoons BAC Mono en zet koers richting Amerika’s eenzaamste woestijn.
In de loop der jaren heeft de Britse auto-industrie nogal wat kleine projecten gekend. Meestal betrof het auto’s die in schuurtjes in elkaar geknutseld werden door mannen met de naam Fred. Naïeve dromers komen en gaan. Sommige auto’s zien zelfs het levenslicht vóórdat de deurwaarder komt aankloppen. Maar géén van de initiatiefnemers van de BAC Mono draagt de naam Fred en het jonge bedrijf staat op het punt om uit te breiden. Bij TopGear zijn we fervente Mono-maniakken, dus bij het bejubelen van auto’s mag deze niet ontbreken.
Bovendien zijn we niet wars van een uitdaging. Dus toen Neill en Ian Briggs hoorden dat we deze elementaire sportauto mee wilden nemen naar één van de meest vijandelijke landschappen die we konden bedenken, keken ze niet raar op. In plaats daarvan werd de fluitketel op het vuur gezet en een plan uitgewerkt.
Een paar maanden later stuur ik de BAC Mono naar een wazige, vergelegen horizon terwijl ik de pittige F3-sequentiële versnellingsbak op zijn donder geef zoals Mohammed Ali dat deed bij George Foreman. Ik voel de hete woestijnlucht woest op mijn helm slaan. Ik krijs hartgrondig als een wolf vanonder mijn helm vandaan. Plots lijkt Death Valley één van de mooiste plekken op onze – overwegend groene – aarde. Dit is nog spannender dan ik had durven hopen. Gestoorde auto, nog gekkere plek.
Sinds ik ooit twee rondjes reed op Dunsfold tijdens TopGears Speed Week in 2012 ben ik nogal obsessief bezig met het idee om de BAC Mono naar Death Valley te halen. Waarom? Omdat de Mono de meest individuele, recht-op-z’n-doel-af, egoïstische, briljante auto ooit is. Hij bestaat uit de zaken die hij nodig heeft om hard te kunnen, goed bestuurbaar te zijn en prima te rijden. Niets meer en niets minder.
Dan Death Valley. Ja, het kan hier nogal warm worden: in 1913 noteerde men hier 56,7 graden en in juli vorig jaar stond het gemiddelde over 24 uur op 47,5 graden; een recordtemperatuur. Nu is het rond de 27 graden.
De plaatsnamen hier zijn nogal apart, en lijken ontsproten te zijn uit slechte cowboyfilms: Badwater Basin, Furnace Creek, Hell’s Gate. Al met al lijkt dit komisch vijandelijk terrein.
Maar het is ook extreem mooi, op een vreemde manier. Dat blijf ik het BAC-team beloven. Zij hebben de enige Mono uit Noord-Amerika meegenomen naar het ‘Spring Mountain Race Resort’ aan de randen van Las Vegas. Ook de Amerikaanse importeur van BAC, Shinoo Mapleton, is meegereisd. Zijn showroom bevindt zich 700 kilometer hier vandaan in Temecula, Californië. Hij specialiseert zich in Lotus en Ariel en verkoopt tevens leuke upgrades. Je zou denken dat in de VS niets van dit alles te slijten valt, maar het blijkt dat de markt voor lichtgewicht, masochistische sportauto’s uit Engeland hier best gezond is. In elk geval hebben ze hier in Californië het juiste klimaat.
De Mono is van een buitenaards niveau. Zowel Ian als Neill zijn technische veteranen. De ene in de designwereld, de andere als projectleider bij grote bedrijven als Porsche, Bentley en Ford. De Mono was oorspronkelijk bedoeld als een projectje voor de lol. Je kunt gerust stellen dat dit project van de gebroeders Briggs ietwat uit de hand liep en de interesse wekte van de rest van de wereld.
Voor detailfetisjisten is de Mono een droomauto. Er zijn 300 aluminium buizen in verwerkt, hij heeft 41 koolstofvezel onderdelen en put uit de expertise van ongeveer 100 Britse leveranciers. Het is geen mooie auto op de traditionele manier, maar het is absoluut een mooi object en opmerkelijk goed gebouwd voor een ultracompact thuisbrouwsel. ‘Auto-ontwerpers willen altijd volume in hun vormen creëren’, zegt Ian. ‘Ik wilde juist al dat volume uit de auto halen. Ik wil op geen enkele manier verhullen dat dit in feite een verzameling mechanische componenten is. Aan de voorkant zitten panelen, maar aan de achterkant zo min mogelijk. Vergelijkbaar met een moderne superbike.’
Ian verwijst ook naar de formidabele clip van filmmaker Chris Cunningham voor All is Full of Love van Björk. Deze prachtige video was voor Ian een bron van inspiratie. Hij is het met mij eens dat de carrosseriedelen van de Mono zonder aanpassing in het Stedelijk Museum zouden kunnen hangen, als industriële sculpturen.
De Mono van vandaag is al verkocht (voor een niet geringe 175.000 dollar) en is per vrachtwagen naar the middle of nowhere vervoerd. Voorzichtig wordt ie de weg op gerold, en meteen lijkt ie zich thuis te voelen in de omgeving. De Mono zou ook niet misstaan bij een missie op Mars met een Nasa-logo op z’n luchtfilter. We staan aan de rand van Badwater Basin, een indrukwekkende plek die bekend staat als het laagste punt van Noord-Amerika: 86 meter onder zeeniveau. Een onmetelijke vlakte van gekristalliseerd zout die hier bekend staat als Devil’s Golf Course. Het zout kraakt als het geluid van een hete metalen uitlaat die afkoelt.
Dit is een geweldige plek om een auto als de Mono te ervaren. Dit zal de mensen die de VS als een saai autoland bestempelen, flink verrassen. Hoewel er veel lange rechte einden zijn, worden die onderbroken door aangename, schuin oplopende bochten en onverwachte hobbelige stukken. Daarnaast heb je het voordeel dat er hier slechts iedere 24 jaar een andere auto voorbij tuft. Meestal een camper met 75-plusser achter het stuur.
Het instappen in de Mono is een hachelijke onderneming. Als je eenmaal zit voelt het heerlijk comfortabel, hoewel de edele delen in eerste instantie kunnen protesteren. De hoge kwaliteit van de afwerking (waterbestendig suède), doet niets af aan het prominente racegevoel. Je zit praktisch met je kont op het asfalt.
Druk op de prijzige hightech M-knop op het midden van het stuur en de 2,3-liter viercilinder Cosworth komt nogal nors tot leven. Eerst alles op laten warmen en circuleren, dan pas spelen. Twee getallen zijn hier van belang: 280 pk, 540 kilo. Hoe je de Mono ook berijdt, je krijgt altijd het gevoel dat je een parachutesprong maakt waarbij je door de geluidsbarrière heen knalt.
De zoutvlaktes van Badwater schieten aan mij voorbij. Ik probeer alle informatie die ik van de Mono krijg op een rijtje te zetten: geweldig direct stuurgevoel, superremmen, gewoon perfecte kwaliteiten. Door de lage massa kun je je handelingen enorm lang uitstellen. Niet te vergelijken met een ‘normale’ snelle auto. Toch rijdt ie geweldig en de communicatie die je met de Mono hebt, gaat niet ten koste van het gevoel van veiligheid of stevigheid. Nog nooit voelde ik mij zo naakt in een auto. Maar ik heb niet het idee dat ik onbeschermd ben of dat mijn ruggengraat als gelatine eindigt. De wielen van de Mono hebben ongebruikelijk veel bewegingsvrijheid, maar hij voelt desondanks altijd haarscherp aan. Hij heeft geen enorme downforce, je voelt geen plotselinge overgang tussen mechanische grip en grip door aërodynamica. Deze kleine auto is ongelooflijk vriendelijk, bij elke snelheid, bij elk weertype. Hij oogt intimiderend, maar is heel onschuldig.
Wat nu? Ik ga dieper Death Valley in, naar Furnace Creek en Zabriskie Point. De BAC voelt zich thuis in dit maanlandschap. Wat zouden ze zeggen van een semi-offroader voor de Baja 1000? Misschien met die geweldige 350 pk AMG viercilinder met turbo? Het is niet zo onrealistisch als het klinkt.
Reacties