Jazeker, ons lijstje met Coolste Auto’s gaat door en deze zag je vast niet aankomen. In 1965 veranderde een bescheiden Ford de wereld. Vijftig jaar later kijken we op ‘m terug als op het cement van de moderne maatschappij. Tijd om ‘m van binnenuit eens van dichtbij te bekijken.

De Ford Transit is al zo lang onderweg met spullen, en doet dat zo betrouwbaar, dat ie ons allang niet meer opvalt. Hij is er gewoon. Zoals er zuurstof is om in te ademen, zoals er water is om te drinken. Het is normaal, het is de norm.

Mensen gooien hun spullen achterin een transit zoals ze rijden in een Jeep (tot grote consternatie van Land Rover) en even naar de appie gaan als ze in feite keihard naar de Jumbo gaan.

Dat de Transit wordt vereenzelvigd met een busje maakt ‘m natuurlijk vrij cool. Gelukkig hebben we een gelegenheid gevonden om ‘m in de bloemetjes te zetten: het is precies 50 jaar geleden dat de eerste Transit werd verkocht. We rijden vandaag in een Londens exemplaar omdat eigen onderzoek heeft uitgewezen dat dit de oudste nog rijdende – en goedgekeurde – Transit schijnt te zijn.

De formule van de Transit – een compacte motor voorin die achterin plaats laat voor een lading van twee pallets – werd driftig gekopieerd. Een halve eeuw later is ie in principe onveranderd. En bovendien heeft ie vele, vele imitatoren het hoofd weten te bieden. De Transit heeft zijn zelf-uitgevonden niche altijd gedomineerd. In een halve eeuw zijn er alleen al in het Verenigd Koninkrijk meer dan 2,5 miljoen verkocht, en wereldwijd is ie het op twee na meest verkocht busje ooit. Het succes is nog altijd niet ten einde, goeddeels om een reden die je in 1965 niet had kunnen verzinnen (en niet alleen omdat je toen nog niet was geboren). Online shopping betekent dat er meer pakketjes dan ooit worden besteld en geleverd. Leveringen betekenen busjes, en we weten allemaal wat busjes betekenen. Transits.

In tegenstelling tot de pick-up in de VS is het busje in Europa altijd iets voor het werk gebleven. Niemand koopt hier een busje in plaats van een personenauto. Dus elke Transit die ooit is verkocht (ja, oké, behalve een paar campers, maar campers zijn eigenlijk meer iets voor Volkswagen) heeft altijd een bijdrage geleverd aan de economie. De eerste twee generaties Transits werden bovendien ook in Amsterdam gebouwd.

Het Britse Centre for Economics and Business Research berekende recent wat alle op busjes gebaseerde ondernemingen in het VK samen omzetten, en kwam toen uit op ‘160 miljard euro’.

Transits doen niet alleen goede zaken in het daglicht. Ze zijn ook van levensbelang voor meer creatieve beroepen. Voor beginnende bandjes die op tournee gaan, is niets beter dan een derdehands Transit om de gitaren, het drumstel, de versterkers en de kratten bier in te gooien – op weg naar supersterrenstatus of naar de vergetelheid. De criminele broederschap heeft de Transit ook omarmd. Dat je in tv-series vaak een Transit omringd ziet door politiewagens is gebaseerd op de keiharde realiteit. Al in 1972 zei een woordvoerder van Scotland Yard: ‘Ford Transits worden gebruikt bij 95 procent van de bankovervallen’. De beste man wist niet dat hij reclame maakte voor de slechte zaak, want hij vervolgde: ‘Met prestaties als die van een personenauto, en ruimte voor 1,75 ton buit, is de Transit altijd al de perfecte vluchtwagen geweest’.

Voor Ford in Engeland was de Transit een mijlpaal, en wel in meer dan één betekenis. Een decennium nadat het bedrijf al was gestopt met het fabriceren van personen-Fords in het VK, was de Transit de laatste Ford die in Groot-Brittannië werd gebouwd. De productie in de fabriek in Southampton stopte in juli 2013. Alle Europese Transits komen tegenwoordig uit Turkije.

‘Zoals elk voertuig dat in de
eerste plaats eerlijk en oprecht is,
is de Transit tamelijk betoverend’

Het begin van z’n leven zorgde eveneens voor een primeur. Vanaf voor de Tweede Wereldoorlog tot de jaren zestig ontwierpen en bouwden Ford UK en Ford Deutschland volstrekt verschillende modellen. Ze bleven weg van elkaars thuismarkten, maar bizar genoeg concurreerden ze wel in de rest van Europa. (In West-Duitsland bestond zelfs een poosje een busje dat de Taunus Transit heette, maar dat zag eruit als een vroege VW Transporter en had een middenmotor. Dat was dus niet hetzelfde.) De Transit van 1965 was de eerste pan-Europese Ford, ontworpen en ontwikkeld voor beide divisies, door een team in Groot-Brittannië. Dat idee werkte zo goed dat Engeland en Duitsland toen ook samen gingen werken op het gebied van normale personenauto’s. Daaruit kwam de Escort voort, en de rest van het verhaal ken je.

De eerste Escorts waren goed genoeg om aan hele volksstammen te verkopen, hoewel ze heel eenvoudig waren. Maar de eerste Transit was nog aanzienlijk eenvoudiger. Desondanks laat ie sporen na, en niet alleen omdat deze de kleurstelling heeft van een wesp.

De schuifdeuren waren een optie; normaal werd ie geleverd met hengsels aan de deuren. Maar mensen die met spullen rondreden, waren gek op de schuifdeuren. Ze klikken met veren open, en bij gebrek aan veiligheidsgordels kun je zonder enige belemmering in en uit de Transit springen. Je rijdt meteen weg, en daarbij wordt je niet gehinderd door hedendaagse veiligheidssystemen, knipperende lichtjes of piepende alarmpjes. Je rolt door stad en land, door weer en wind, perfect zicht opzij, je voelt je vrij. Tot je een bocht naar links moet nemen en je realiseert dat alleen de grip van je wit uitgeslagen knokkels om het dunne stuur verhoedt dat je de bestrating vroegtijdig zal verlaten. Dat stuur hield de bestuurder altijd bij de les want zodra je het losliet, kreeg het een geheel eigen willetje, mede dankzij de achterwielaandrijving. Voordeel: je dacht altijd dat je harder reed dan je eigenlijk deed.

Schakelen en gas geven gaat allemaal volgens het motto ‘lange halen, snel thuis’, maar ook omdat je zo betrokken bent bij het rijden, denk je dat je vlot voortgang maakt. Dan kijk je op de snelheidsmeter en zie je dat je 50 rijdt. Een Transit is niet snel, ook niet zonder spullen aan boord. Het laat zich raden hoe snel ie is als je ‘m tot de nok toe volpakt. De remmen zijn ook zoiets: ze perken niet zozeer je snelheid in als wel dat ze je eroderen in de geologie. Een halve eeuw geleden was het verkeer allicht een stuk hoffelijker.

De motor is een 63 pk sterke V4. Ja, een V4. Nogal, eh, laten we zeggen, bijzonder. Maar in de Transit was ie perfect omdat zijn geringe afmetingen de mogelijkheid bood om het motorcompartiment kort te houden, zodat ie er tamelijk elegant uitzag. Het alternatief, een viercilinder diesel, had een koddige, uitstekende neus nodig. Onder de kap konden de zaken niet basaler zijn.

Binnenin treffen we een halfnaakt dashboard met maar één rond instrument, drie knoppen, een steel achter het stuur, twee verwarmingsschuiven en een choke. Plus een metalen asbak die fors genoeg is om de peuken van een hele week te omvatten. De verwarming lijkt een optie te zijn geweest. Maar wie klaagt daarover? Wij niet. Zoals elk voertuig dat in de eerste plaats eerlijk en oprecht is, is de Transit tamelijk betoverend. Althans, als je weet dat je er niet elke dag in hoeft te rijden.

Gedurende de afgelopen halve eeuw is de Transit-formule eindeloos aangepast en verfijnd. De bestuurder omringde zich met steeds meer gemak en luxe, de motoren en het chassis werden zo verbeterd dat ze niet herkenbaar meer zijn, de meeste versies kregen voorwielaandrijving, en de elektronica die tegenwoordig in elke personenauto zit, zit ook in de Transit.

Ford-marketeers realiseerden zich uiteindelijk wat de naam Transit waard is. Dus wordt de naam nu van klein naar groot ingezet: de piepkleine Transit Courier, de iets grotere Transit Connect, de enorme achterwielaangedreven Transit. Daartussen zit ergens de enige echte Transit – de Transit die wij Transit willen noemen. Ford wil dat we ‘m Transit Custom noemen. Daar gaan we niet aan beginnen. Na een halve eeuw is ie wat ie is.

Reacties

Meer van TopGear