Onder normale omstandigheden heb je in Nederland en (grote delen van) België weinig aan een Mini met vierwielaandrijving. Maar wat als je op een spannender plek een glibberig kronkelpaadje tegenkomt?

Het zit zo: wij houden van Mini’s, maar dan wel Mini’s zoals Mini’s bedoeld zijn. Namelijk: kleine, snelle, kleine, wendbare, kleine hatchbacks die klein zijn en niet groot. Maak zo’n auto, geef ‘m wat guitige kleurtjes en dappere stickertjes en hoppa, je hebt een Mini zoals iedereen er al decennialang voor warmloopt. Dat wist ook baas BMW toen ze in 2001 de New Mini creëerden, maar inmiddels is een en ander een beetje uit de hand gelopen.

Dan hebben we het nog niet eens over de (leuke) Clubman of de (malle) Coupé en Roadster, maar vooral over de (giganormeuze) Paceman en Countryman. Toen we hoofdontwerper Anders Warming onlangs vroegen wat er eigenlijk nog ‘mini’ was aan deze modellen, zei hij: vergeleken met andere auto’s in hun segment zijn ze wel degelijk compact. Hm, nou, vooruit. Al blijft de vraag wat een merk met de naam Mini dan in zo’n segment te zoeken heeft.

Die vraag verdwijnt naar de stoffige achterkamers van onze gedachten wanneer we over een spekgladde Oostenrijkse bergweg stormen in een Countryman Cooper SD All4, die vastberaden lijkt ons van zijn bestaansrecht te overtuigen. Met genoeg ruimte om vier kloeke volwassenen comfortabel te vervoeren en een weggedrag dat z’n afmetingen regelrecht verbloemt, kost dat weinig moeite. De besturing is direct, het onderstel levendig en in balans – als we onze ogen sloten, zouden we vergeten dat we in een hoge wannabe-SUV zitten. Maar dan zouden we ook heel hard een ravijn in vliegen, dus dat doen we maar niet.

De SD All4 gebruikt een koppelrijke 2,0-liter dieselbeul om de boel op gang te krijgen, en dat gaat, in tegenstelling tot bij varianten met voorwielaandrijving, gepaard met geen enkel drama. Normaal gezien gaat alle kracht naar de voorwielen, maar wanneer deze het allemaal niet meer aankunnen – bijvoorbeeld tijdens het veel te fanatiek uitaccelereren van een haarspeldbocht bergopwaarts op spiegelglad asfalt – worden de achterwielen fluks bijgeschakeld, doen alle vier de winterbandjes hun werk en weten alleen jij en de Mini welk gênant spektakel zojuist voorkomen werd.

Als we ons dan toch ergens aan ergeren tijdens dit bevlogen ritje, zijn het de flippers van de automaat, die zowel links als rechts van het type ‘duwen om terug te schakelen, trekken om op te schakelen’ zijn. Vervelend en contra-intuïtief. Voor de rest heeft deze Countryman ons in z’n spreekwoordelijke zak. Tenminste, tot we de Nederlandse prijslijst onder ogen krijgen. Dan maar geen All4, en wel een handbak en een beheerste rechtervoet; het scheelt je zomaar een kwart van de aanschafprijs.


Mini Countryman Cooper SD All4 automaat



11/20



Motor

1.995 cc

viercilinder turbo

143 pk / 305 Nm



Aandrijving

vierwiel

6v automaat



Prestaties

0-100 in 9,5 s

top 193 km/u



Verbruik/milieu

6,1 l/100 km

160 g/km CO2, G-label



Afmetingen

4.110 x 1.789 x 1.561 mm (L x B x H)

2.595 mm (wielbasis)

1.395 kg



47 l (diesel)

450/1.170 l (bagage)



Prijzen

NL € 46.727 (25%)

BE n.b.



Het vonnis

Sinds wanneer is 6,1 l/100 km onzuinig en bah? Sinds Nederland het zegt. Deze Countryman is wel degelijk op en top Mini; juist daarom is de prijs volstrekt onzinnig en zal niemand deze versie kopen

Reacties