We testen de nieuwe Renault Mégane RS 280 EDC Sport en kunnen eigenlijk maar moeilijk geloven dat deze modellijn pas drie generaties oud is. Gezien z’n cultstatus zou je ‘m een lange geschiedenis en verre, illustere voorgangers toedichten. Misschien wel zoals bij een Golf GTI of BMW M3.

De eerste generatie komt uit 2014

De Mégane II, die met de vreemd afgehakte kont waarvan traditionalisten nog steeds niet zijn bekomen, was in 2004 de eerste c-segment-Renault die door de Sport-afdeling werd gepekeld en gepeperd. Met onder andere de extreme R26.R, een soort 911 GT3 RS met de motor en aandrijving aan de verkeerde kant, als gevolg. Maar het was de tweede generatie Mégane RS die het lot van het model als moderne klassieker bezegelde. In z’n acht jaar op de markt wist deze RS iedereen tot het laatste moment in z’n greep te houden als het ijkpunt van hoe een middelgrote, moderne hatchback óók kon aanvoelen: dartel en lichtvoetig als een konijntje. Tja, en dan moet je met een opvolger komen. Ga er maar eens aan staan om iedereens favoriete speelhatchback aanzienlijk te verbeteren. En zonder de essentie te verliezen en zonder voorbij te gaan aan wat ‘m zo goed maakte. Renault doet een dappere poging met deze nieuwe Renault Mégane RS, en de eerste voortekenen zijn goed.

Laten we beginnen bij z’n uiterlijk

Z’n voorganger was altijd, hoe zullen we het eens zeggen, mild bruut om te zien. Indruk­wekkend op een ietwat ingetogen manier. Tenzij je ‘m in het geel bestelde, wat iedereen dan ook deed. Bij de nieuwe RS lijkt sprake van een nadrukkelijker krachtkuur. De brede spatborden (60 extra millimeters voor, 45 millimeter achter) zorgen in combinatie met het verlaagde onderstel dat het geheel oogt als een hurkende worstelaar. Dit komt van pas, aangezien de RS vanaf nu als (gaap) vijfdeurs door het leven gaat. Een driedeurs Mégane wordt immers niet meer gemaakt. Forse luchthappers en kieuwen, een gapende diffuser en een enorme centrale uitlaat maken de boel er ook al niet subtieler op, en de RS Vision-verlichting – mist-, hoek- en grootlicht in de vorm van de bekende RS-­blokjes – laat er geen twijfel over bestaan: deze Renault Mégane RS heeft duidelijk niets op met de term sleeper.
Binnenin vinden we relatief vriendelijk ogende stoelen. Toch houden ze je stevig vast wanneer je plaatsneemt. Het RS-stuur met centraal rood reepje leer, de gordels met een streepje en de aluminium pedalen zijn visueel ook niet schreeuwerig of opdringerig. Verder is het standaard Mégane wat de klok slaat: een minimalistische, bijna rustgevende vormgeving. Gelukkig zijn er wat overdreven accenten om het geheel toch een passende dosis kijk-mij-nou mee te geven – zoals het lachwekkende vinyl met koolstofvezelpatroontje op de deuren.

Vijf rij-modi

Wanneer je de motor start, laat deze zich nauwelijks horen. Pas als je op de RS Drive-knop drukt en je dashboard rood aanloopt van de sportiviteit, klinkt er een onheilspellend gebrom. De RS heeft vijf rij-modi: Comfort, Neutral, Sport, Race en Personal. De eerste is aardig voor op de snelweg, de tweede mag je vergeten, want op nagenoeg alle andere momenten is Sport wat je wilt. Deze geeft het geluid, de zwaardere besturing, de gas­respons, het toegeeflijke ESP en de alerte automaat waarvoor je een Renault Mégane RS hebt gekozen. Wacht even: een automaat? Ja – niet schrikken. Dit is misschien een goed moment om de verschillende technische updates uit te lichten die deze Renault Mégane RS naar een hoger plan moeten tillen. De betreffende automaat – een zestraps EDC-flipperbak die meerdere versnellingen tegelijk kan terugschakelen – is een optie van 2.200 euro, die het overwegen waard is als de file of het circuit de plekken zijn waar je de meeste tijd met je RS zult doorbrengen. Het is een fijne metgezel die vlot naar je luistert en steeds harder optreedt naarmate je de spannender modi inschakelt. Toch zouden wij (maar ja, wie zijn wij?) voor de handgeschakelde zesbak gaan. Omdat we die nog altijd beter bij een auto als deze vinden passen; net als de ouderwetse handrem die je erbij krijgt.

Wat voor motor ligt erin?

Welke transmissie je ook kiest, hij hangt altijd achter een 1,8-liter viercilinder met 280 pk en 390 Nm. Deze heeft niets meer te maken met de motor uit de vorige Mégane RS. Het is het blok uit de Alpine A110 dat met verschillende aanpassingen – zoals een twin-scroll turbo, een gescheiden inlaattraject, een andere kop en DLC-gecoate klepstoters en cilinderwanden – is klaargestoomd voor meer vermogen en koppel. Als bijkomende bonus is ie 8 procent zuiniger en 11 procent klimaatknuffeliger dan de oude 2,0-liter.
Aan het andere uiteinde van de Mégane zien we nog een grote technische verandering. Alle RS’en komen nu met 4Control, oftewel Renaults achterwielbesturing, die voor meer lenigheid en stabiliteit moet zorgen. Het bekende systeem werd door RenaultSport aangepakt om in bepaalde modi heftiger uit de hoek te komen (in de Race-stand stuurt het niet tot 60, maar tot 100 km/u tegen) en bovendien uit de voeten te kunnen met een volledig uitgeschakeld ESP. Net als voorheen kun je kiezen uit een Sport- of een Cup-onderstel, en beide krijgen standaard dempers met hydraulische bumpstops mee, om de stuiterigheid tegen te gaan die van de vorige RS op bepaalde ondergronden een last­pakje kon maken. Een hele batterij aan wijzigingen dus; op papier genoeg om de nieuwe RS weer een trapje hoger op je ladder van begeerlijkheid te zetten. En in de praktijk? Het duurt nauwelijks een paar bochten voor we erachter zijn: dit rijdt subliem.

Hoe rijdt de nieuwe RS?

Het vergt niet meer dan pinkenwerk om de RS op een effectieve en vloeiende manier over de bergwegen in de omgeving van Jerez te leiden. Als vanzelf ketst hij van bocht naar bocht. Hierbij hoeven we enkel onze globale intentie – links, rechts, heel erg links, best wel rechts – aan te geven. De zitpositie is uitstekend, het zwaartepunt merkbaar laag. Het 4Control-systeem is duidelijk voelbaar. Het geeft een precisie en levenslust aan z’n weggedrag die bij een kleiner autootje niet zouden misstaan. Het mooist zijn korte, hoekige bochten waar je ‘m met een welgemikte polsbeweging in gooit. Het voelt dan alsof een grote duim en wijsvinger net even een flick tegen z’n binnenste achterspatbord geven om de kont een lichte zwaaibeweging te laten maken.
De nieuwe dempers zijn een verademing. Laten we zeggen dat niet al het asfalt in het zuiden van Spanje goed op orde is; hier en daar is het aardig kapot, en overal welft en golft het als een wildwaterbaan. In plaats van met een soort pogo-­effect van de ene naar de andere hobbel te bokken, rondt het Sport-onderstel alles mooi af, waardoor de volgende oneffenheid beter wordt opgevangen, wij in onze stoel blijven zitten en de auto controleerbaar blijft.

Het accelereren gaat ‘m ook goed af

Aandrijfreacties in het stuur zijn bij deze versie (die remingrepen toepast – een mechanisch sperdifferentieel krijg je enkel op een Cup met handbak) wel merkbaar, maar niet storend. Sowieso wijten we het merendeels aan het asfalt dat we het opmerken. Maar de verbeterde geometrie van de onafhankelijke voorwielophanging maakt dat de sluwe kruipbewegingen naar links of rechts tijdens acceleratie goed in de hand te houden zijn. Over accelereren gesproken: dat doen we in deze Renault Mégane RS graag en veel. De motor is een plezier, met flink wat bruikbaar koppel in het middengebied. Maar het is ook een lineair opbouwend vermogen dat je blijft aanmoedigen om toeren te maken. Pas bij 6.000 tpm krijg je de volle 280 pk voor je kiezen. Dat je bij het opschakelen bij zulke toerentallen een schorre plop te horen krijgt, maakt het extra leuk, al had het geluid wat ons betreft vaker zo vermakelijk mogen zijn. Sommige concurrenten laten bij gas los allerlei gradaties van geroffel en gekletter horen; de RS niet. Zeker buiten de auto is het allemaal weinig opwindend; in het interieur helpen de Bose-speakers een handje.

Renault weet wat wij willen

Daarom hebben ze ook een RS met Cup-onderstel, handbak en sper klaargezet. Speciaal voor een paar hardhandige rondjes over het circuit van Jerez. Zeker in Cup-uitdossing is de RS delicaat en puntig. Hij heeft een doorontwikkelde balans die van voor tot achter klopt. Het lichte hellen dat je bij de Sport voelt zodra 4Control je stuurbewegingen aanzet, is hier afwezig. De grip van de 19-inch Bridgestones is weliswaar eindig, maar je voelt precies waar en wanneer, en de Race-modus (waarbij het ESP altijd volledig wordt uitgeschakeld) laat je de auto nauwkeurig in de bocht zetten en ‘m daar houden met minimale bewegingen van je gasvoet.
De handbak is kort en duidelijk in z’n actie. Het rempedaal kent weinig beweging en is goed te doseren. En hoewel de remmen zelf – een optionele upgrade met lichtere schijven van een gietijzer/aluminium-combinatie – op het circuit wat onheilspellende geluiden maken, boeten ze ook na meerdere ronden niet in aan vertrouwen. De nieuwe Renault Mégane RS zorgt dat we reikhalzend uitkijken naar onze eerste heethoofdjes-multitest van het jaar. Met een Nederlandse vanafprijs van 42.340 euro lijkt ie misschien niet extreem goedkoop. Maar als je naar z’n prestaties kijkt ten opzichte van, bijvoorbeeld, de 308 GTi (net wat trager van 0 naar 100) en de über-geavanceerde Civic Type R (even snel bij die sprint, maar ruim 10 mille duurder), lijkt Renault een gunstige positie in de markt te hebben ingenomen. En dan moet de RS Trophy (300 pk) nog komen. Het wordt een mooi jaar in hete-hatchbackland.

Video

Specificaties Renault Mégane RS 280 EDC Sport


Motor
1.798 cc
viercilinder turbo
280 pk @ 6.000 tpm
390 Nm @ 2.400 tpm

Aandrijving
voorwielen
6v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 5,8 s
top 250 km/u

Verbruik (gemiddeld)
6,9 l/100 km
155 g/km CO2 E Label

Afmetingen
4.372 x 1.874 x 1.445 mm
(l x b x h)
2.669 mm (wielbasis)
1.430 kg
50 l (benzine)
294 l (bagage)

Prijzen
€ 44.540 (NL)
€ 36.300 (B)

VONNIS
Een feest van een auto. De nieuwe Mégane RS doet zijn korte bloedlijn eer aan met slimme oplossingen en door de sensatie van precisie te bieden die je van Renault­Sport mag verwachten. Capabel en goed geprijsd: dit wordt een hitje

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)