Zou het van een andere fabrikant zijn gekomen, dan was het idee van een 462 pk sterke, vierwielaangedreven, elektrische tweezits supermini ronduit belachelijk. Renault heeft echter een rijk verleden wat betreft het verzinnen van absurde hatches (denk aan de Renault 5 Turbo en de Clio V6 als je bewijs wilt) en het daadwerkelijk in productie nemen daarvan. Voor de Fransen is dat allemaal heel gewoon.
Sorry dat we het feest al verpesten voor het begonnen is: deze Zoe ga je nooit zien bij je lokale dealer, en ook niet gedrapeerd rondom je lokale straatlantaarn (wat, met enig overdrijven, de natuurlijke habitat was van die immers extreem listige voorgangers die we noemden). Dat komt doordat de Zoe e-Sport conceptcar een uniek en eenmalig exemplaar is, ontworpen om de link tussen de inspanningen van Renault in de Formule E en de auto’s voor de openbare weg duidelijk te maken. Maar wat ongebruikelijk aan dit demonstratiemodel is, is dat ie volledig functioneel is. Hij rijdt. En daarom zitten wij stevig aangegespt achter het stuur, ligt er een leeg circuit voor ons, en herinneren we ons de keer dat een Clio V6 ons met 160 km/u van het circuit kegelde zonder dat daar een aanwijsbare reden voor was.
De gelijkenis
Er is, dat moet worden toegegeven, een oppervlakkige gelijkenis met de standaard Zoe. Hij heeft namelijk dezelfde korte wielbasis, maar z’n uitzinnig verbrede wielkasten en de enorme spoorbreedte zorgen ervoor dat ie bijna als vierkant pakketje op de weg staat. Overal zien we koolstofvezel, z’n velgen spiegelen, en de nutteloos kleine portierspiegels herinneren ons eraan dat ie vooral was bedoeld om indruk te maken op de autoshow in Genève, in maart jongstleden. Hier in de pitstraat ziet ie er zelfs nog wat gemener uit, en heel erg klaar voor de start.
Dat is ie ook. Onder de koolstofvezel carrosserie (die helpt het gewicht te beperken tot 1.400 kilo, 80 kilo minder dan de standaard Zoe, ondanks de 450 kilo aan accu’s aan boord) zitten twee Formule E-motoren – een voor elke as – die gezamenlijk 462 pk vermogen en 640 Nm aan koppel weten te produceren. Daaromheen zit een speciaal voor deze Zoe gemaakt stalen buizenchassis met dubbele wishbones voor en achter, viervoudig instelbare Öhlins-dempers, en een met kevlar versterkte, door de FIA goedgekeurde rolkooi. De koppelverdeling is constant 45/55 (voor/achter), met mechanische differentiëlen op beide assen.
0-100 km/u in 3,2 seconden
Hij is in essentie een racewagen, een die van 0 naar 100 km/u rijdt in 3,2 seconden en naar z’n top van 210 km/u in minder dan tien seconden – dus laten we maar eens beginnen met een sprint in een rechte lijn. Voet op de rem, draai de sleutel om, zet een schakelaar op het dashboard om zodat beide motoren worden geactiveerd, en draai aan een knop om ‘m in z’n (enige) vooruitversnelling te zetten. Stamp op het pedaal. De voorwaartse beweging perst nog net niet de lucht uit je longen, maar je oogleden worden er wel door naar achteren getrokken.
Gedurende de twee seconden nadat we het pedaal hebben ingedrukt, worden we in de Recaro-stoel geplet, en zo blijven we tot 160 km/u zitten. Pas dan ebt de kracht wat weg – exact tegenovergesteld aan het crescendo van acceleratie waaraan je gewend bent in iets dat veel toeren maakt zonder turbo.
De echte pret komt echter pas in de bochten (of net daarvoor, om precies te zijn), als je de onbekrachtigde remmen voor het eerst aanspreekt en ontdekt dat je dijen vijf keer zoveel kracht moeten zetten als in een normale auto. Draai de bocht in, en je voelt dat de besturing de directheid heeft van een volbloed racer: geen vertraging, en hij wil rechtstreeks op de apex af en dingen met hem doen die dat arme ding nooit voor mogelijk had gehouden.
Onderstuur
Ga je te enthousiast op het ‘gas’, dan slaan de wielen door en ga je simpelweg rechtuit. Laat het pedaal los, en de achterkant begint meteen te zwabberen – een alarmerende ontwikkeling, aangezien uitslag van de voorwielen zo klein is. Daarna ontspan je, wetend dat je subtiel met ‘m moet omgaan – met zo veel vermogen en zo’n pijlsnelle reactie op het pedaal heeft een zware rechtervoet geen zin – sterker nog: dat werkt alleen maar tegen je. Je gaat beheerst met ‘m om, en zo komt alles bij elkaar.
Zoals bij alle goede hete hatches van Renault is het geen kwestie van alleen maar grip en gaan; hier gebeuren de zaken in drie dimensies. Waar de besturing je vertelt wat er gaande is met de vooras, heeft de achterkant heel andere plannen, en moet je uit alle macht je polsen en voeten gebruiken om ‘m in het gareel te houden. Het is opletten geblazen met de Zoe, zeker gezien de forse rekening die volgt als we ‘m in de vangrail zouden hangen; maar het is een alles absorberende ervaring en hij geeft je veel plezier terug voor je harde werk. Hij is een waardige, moderne opvolger van onze oude rivaal, de Clio V6.
Maximaal tien rondjes
Oké, de accutechnologie moet nog een forse sprong maken voordat een dergelijke auto als massaproduct op de markt kan komen (we mochten maximaal tien rondjes met ‘m rijden en zagen de accumeter schrikbarend hard terugrennen), en de afwezigheid van geluid is wat je noemt een uitdaging. Maar, het goede nieuws: het principe werkt. De knal van de acceleratie zal niet snel gaan vervelen, en de manier waarop elektrische auto’s hun koppel kunnen verdelen, heeft een oneindig potentieel. De verbrandingsmotor mag dan onder vuur liggen, dat lijkt ineens geen reden meer om te panikeren – als we afgaan op deze Zoe, heeft de toekomst voor ons nog heel wat moois en gestoords in petto.
Specificaties Renault Zoe e-Sport
Motor
2 elektromotoren
462 pk
640 Nm
40 kWh (accu)
Aandrijving
vier wielen
traploos
Prestaties
0-100 km/u in 3,2 s
top 210 km/u
Verbruik (gemiddeld)
n.b.
Actieradius (opgave)
n.b.
Laadtijd
n.b.
Afmetingen
n.b. (l x b x h)
2.588 mm (wielbasis)
1.400 kg
bagageruimte n.b.
Prijzen
niet te koop
Reacties