Seat Leon Cup Racer

Hoe hot wil je je hatch hebben? Seat laat met de Leon Cup Racer zien het nog niet verleerd te zijn, al is het natuurlijk een beetje jammer dat ie niet voor de openbare weg is. En daarmee niet zomaar te koop.

De kofferruimte is werkelijk enorm. Je kunt er gerust de weekboodschappen voor twee gezinnen in kwijt. De vijfdeurs staat op het door de Volkswagen Groep inmiddels veelvuldig gebruikte MQB-platform, in dit geval voorzien van de excellente multilink-achteras. Het stuur is axiaal te verstellen, de informatie van de boordcomputer staat op een helder, duidelijk scherm voor je neus. De 2,0-liter motor draait er 14 liter peut per 100 kilometer doorheen, maar dan kun je wel kiezen voor een bak met dubbele koppeling en flipperbediening.

Geef maar toe, je dacht: hé, wat doet die Seat-advertentie op de TopGear-website? We zijn ook best enthousiast over deze pittige Leon, zeker als we nog even doorgaan met het doornemen van de specs. De motor is door de montage van een grotere luchtinlaat met sportfilter, een dikkere turbo, een aangepaste ECU-programmering, een rvs-uitlaat en een brandstofpomp met meer capaciteit gekieteld tot 330 pk. De veren en dempers zijn ontwikkeld voor de racerij (en daarom veelvoudig in te stellen). Dit vroege prototype heeft nog hydraulische stuurbekrachtiging, maar het definitieve model zal elektrische, snelheidsafhankelijke stuurhulp hebben. We hebben hier overduidelijk een auto in handen die de Audi S3 en de Golf GTI in z’n zak steekt, terwijl hij in de basis gelijk is.

Zijn er ook tegenvallers? Ja. De breedte is met bijna twee meter nogal lastig in te schatten en het instappen gaat met al die dikke buizen van de rolkooi wat lastig. Je zit diep weggestopt, ergens halverwege de auto, waarbij je schouder ter hoogte van de b-stijl zit. Vastgesnoerd in een raceharnas en kuipstoelen die je lijken op te vreten, is het moeilijk om over het dashboard naar buiten te kijken. Tractiecontrole moet je ontberen, ook abs staat niet op de lijst met standaarduitrusting. Airco trouwens ook niet. De openbare weg is taboe voor dit monstertje.

Genoeg raadselen en rookgordijnen. Natuurlijk zal je hiermee niet de openbare weg op gaan, want we praten hier over de Leon Cup Racer. Hij is ontwikkeld voor verschillende raceklassen, zoals een merkencup, maar ook in het WTCC kan ie uitkomen. De Leon CR is ook prima geschikt om het Clio-piloten tijdens een circuitdag lastig te maken. Wieberen met je wybertje, knul!

Alsof je een raket afvuurt, zet je eerst de hoofdschakelaar om en drukt daarna op de startknop. Met een donkerbruine roffel laat de motor weten dat hij wakker is. Koppeling intrappen, grijp de lange versnellingspook – die als een gewijde koolstofvezel paal uit de vloer steekt – en ram die bak alsof je op een dikke Harley zit in z’n één. Laat de koppeling opkomen (die heb je pas weer nodig als je de auto tot stilstand brengt), geef iets meer gas dan je in een normale Leon zou doen: daar ga je. Voor een circuitauto is ie niet eens zo heel nukkig, maar toch is het oppassen geblazen als je eenmaal op weg bent.

De optionele sequentiële bak, die in deze testauto zit, heeft sadomasochistische trekjes. Hij vraagt erom dat je volgas opschakelt en lijkt zelfs teleurgesteld als je bij het schakelen toch het gas loslaat. Terugschakelen moet ook met harde hand, terwijl je het rempedaal bijkans door de bodem trapt. Doe je dat niet dan raak je uit balans en wordt de kont onrustig. De gerobotiseerde bak met flipperbediening, die ook leverbaar is in de Cup Racer, lijkt beter geschikt voor hoge snelheden, maar niet als je de wagonladingen race-ervaring hebt die coureurs hebben. De ZF-bak zorgt ervoor dat de lastwisseling niet té abrupt optreedt.

De auto weegt 1.120 kg en is van binnen helemaal bloot. Hier en daar vind je alleen een strookje koolstofvezel. Onder de Spaanse zon was het een rijdende martelkamer. Daarbij komt dat het jankende gezaag van de transmissie continu aan je kop zeurt. Dit is het onvervalste geluid van een circuit-toerwagen, wat je in gedempte vorm ook hoort wanneer je via de televisie met een on-board camera meekijkt met een toerwagenkampioenschap. Voor toeschouwers klinkt de motor metalig en dreigend, als je het gas loslaat knalt en knettert hij erop los. ‘Beng-beng’ hoor je als de coureur opschakelt.

De besturing is tamelijk licht, ook bij het uitrijden van de pitbox. Er zit zelfs nog wat vering in. Je voelt ‘m iets voorover duiken bij het remmen, in de bochten helt hij iets op z’n zij. Een auto voor de openbare weg lijkt hierbij een op drift geslagen viskotter, maar je krijgt in ieder geval iets door van de carrosseriebewegingen. Je kunt natuurlijk de veren en dempers een graadje harder zetten, maar je hoeft niet bang te zijn dat je zeeziek wordt. Voorwaarde is wel dat je slicks op temperatuur zijn.

De mensen van de Seat-renstal hebben ons een bak met korte verzetten meegegeven. Dat is prima voor dit bochtige, niet al te snelle circuit bij Castellolí, dat ten noordwesten van Barcelona ligt. Je blijft schakelen. Dreun tegen de pook. Volgas. Mèèèp. Weer schakelen. Mèèèp. Hoor die turbo eens janken. Het gaat snel, maar wordt niet beangstigend. De spoilerset zorgt ervoor dat je de wielen op de rechte stukken aan de grond houdt. Verder moet je het puur van de fysieke grip hebben. Na een paar rondes merk je dat het rubber van de banden zacht als boetseerklei is en de aangedreven voorwielen zich vastklauwen aan het asfalt.

Een Seat Leon Cup Racer met sequentiële bak kost je al gauw 100.000 euro, met de race-dsg komt-ie op een kleine 80.000 euro. Zonder belastingen dus. Een Bac Mono kost ook ongeveer een ton. In die zin is de race-Leon netjes geprijsd. Oké, je zult ‘m op een aanhangwagen naar het circuit moeten brengen, maar voor het geld dat je kunt besparen door een dsg-versie te kiezen, kun je voor dagelijks gebruik een standaard-Leon met dieselmotor kopen. Kun je daar de trailer mooi achter hangen.

Seat Leon Cup Racer

18/20

Motor

1.984 cc

viercilinder turbo

330 pk / 340 Nm

Aandrijving

voorwielen

6v sequentieel

Prestaties

0-100 n.b.

top n.b.

Verbruik/milieu

verbruik n.b.

CO2-uitstoot n.b.

Afmetingen

ca. 4.500 x 2.000 x 1.350 mm (L x B x H)

ca. 2.650 mm (wielbasis)

1.120 kg

Prijzen

NL ca. € 100.000

BE ca. € 100.000

Het vonnis

Een buitengewone toerwagen-racer waarmee je de gevestigde orde het nakijken geeft. Met dsg hoef je nog niet eens een professioneel coureur te zijn om veel plezier te hebben. Helaas mag je er niet de openbare weg mee op