Onbegrijpelijk. Volkswagen maakt al sinds het jaar kruik stations op basis van de Golf, Skoda lacht zich al eeuwen een deuk om de verkopen van de Octavia Combi, en Seat? Seat snurkt gewoon verder. Tsjongejonge. Spanje. Het wordt ook nooit wat met dat land.
De verklaring is eigenlijk vrij simpel. De belangrijkste markt voor Seat is Spanje zelf en daar houden ze, zoals in bijna alle zuidelijke landen, niet van stationwagens. Sedans moeten het zijn; misschien kun je je die gedrochtelijke Toledo nog herinneren (als je ‘m niet voor eeuwig uit je brein verbannen hebt, wat zeer terecht zou zijn – typisch zo’n ding dat alleen maar geboren kan worden als je weet dat je klanten het liefst overal een kofferbak aan geplakt zien). Hatchbacks zijn ook goed, mpv’s, pick-ups desnoods, maar stations: bèh.
Wat is er veranderd aan de Seat Leon?
We weten niet wat er veranderd is. Misschien vinden Spanjaarden stations opeens wat minder stom, of realiseert Seat zich opeens dat Europa groter is dan Spanje alleen, maar ze zijn zowaar wakker geworden. En die lange siësta heeft de Spanjaarden zeker goed gedaan, want de Seat Leon ST ziet er allersmakelijkst uit. Tot aan de achterportieren is ie (uiteraard) identiek aan de vijfdeurs, daarachter nemen scherpe, aflopende, sportieve lijnen de boel over. De ST is maar liefst 27 centimeter langer dan de hatch, lengte die helemaal ten goede komt aan de inhoud van de kofferruimte. Blikvanger is de lijn die vanaf de achterste zijdeur naar (en over) de kofferklep loopt. De vijfdeurs heeft die lijn ook, maar bij de ST is hij logischerwijs veel langer, wat het hele ontwerp veel meer gestrektheid geeft en een soort ‘schouders’ creëert. Gek genoeg komt het er op foto’s niet zo heel goed uit, maar zie ‘m in het echt en je weet in één oogopslag wat we bedoelen. Geslaagd.
Zeker omdat de achterkant van de Seat Leon ST behoorlijk schuin afloopt, zou je kunnen denken dat de bagageruimte nog wel eens tegen zou kunnen vallen. Geen gekke gedachte, wel een foutieve: met 587 liter is hij maar 18 liter kleiner uitgevallen dan die van tweelingbroer VW Golf. Gooi de achterbank plat en je kunt zelfs 1.470 liter meenemen. Als je de bijrijdersvoorstoel plat legt, kunnen giraffes (mits horizontaal geplaatst) ook mee. Onder de vloer zit nog een vak waaronder je de afdekhoes klemvast kunt zetten – zo is hij nooit kwijt en bonkt ie ook nooit los door de kofferruimte. Die hoes zelf is, als hij gemonteerd is, trouwens met één tikje op te rollen – niet nieuw, wel reuze handig. Datzelfde geldt voor het feit dat je beide (in 40/60 opgedeelde) segmenten van de achterbank vanuit de kofferbak simpel met een hendel kunt neerklappen, en dat in het grootste deel een skiluik zit. De laadvloer is trouwens, met alles neergeklapt, helemaal vlak en makkelijk toegankelijk. Kortom: aan alle mogelijke praktische toepassingen is wel zo’n beetje gedacht.
Motorisch
Motorisch loopt de Seat Leon ST uiteraard synchroon met de rest van het Leon-gamma: drie benzinemotoren (1.2, 1.4, 1.8) van 85 tot 180 pk en twee diesels (1.6, 2.0) van 105 tot 184 pk. Prima handgeschakelde vijf- en zesbakken, en zes- of zeventraps dsg’s zorgen natuurlijk voor de overbrenging van de kracht naar de wielen. Het spreekt haast voor zich dat alle motoren voldoen, zeker omdat de ST met z’n gewicht van 1.133 kilo de lichtste van het spul is. Het spreekt (helaas) al evenzeer voor zich dat de voor de Nederlandse markt meest interessante de Ecomotive-versie is, de superzuinige variant die in februari op de markt komt. Die kost de zakelijke rijder dankzij zijn gunstige CO2-productie van 85 gram per kilometer maar 14 procent bijtelling. Als dat geen klappertje wordt, weten wij het ook niet meer, want met 110 pk en 250 Nm zul je over prestaties bitter weinig te klagen hebben, en van een (potentieel) verbruik van 3,2 l/100 kilometer wordt iedereen behalve de pomphouder ook blij.
Niet rijden, wel aanraden
Die versie konden we helaas nog niet rijden, wel een heel scala aan andere motoriseringen, die bijna allemaal hetzelfde beeld lieten zien: een bijzonder prettig rijdende station die (gelukkig) iets minder hard geveerd is dan de vorige Seat Leon, maar wel iets pittiger aanvoelt dan de Golf. Hij is daarmee dus niet wezenlijk anders dan de drie- en vijfdeurs Leon, wat gezien de extra lengte en gewicht nog best knap is ook. Het interieur is ook al dik voor elkaar – het is net een heel klein tikkeltje frivoler dan dat van de Golf, hoewel het ook hier zakelijkheid en overzichtelijkheid troef is. De afwerking is op het niveau van de Leons die we kennen: beter dus dan alles wat we eerder van Seat gezien hebben.
Voor de uitrusting hoef je ‘m ook al niet te laten staan: ook hier profiteert Seat van de uitpuilende magazijnen met lekkers van mamma VW. Zo is uiteraard het hele scala aan rij-assistenten (piepjes als je ongemerkt van baan dreigt te wisselen, te hard ergens op afrijdt, noem maar op) verkrijgbaar, net als bijvoorbeeld automatische cruisecontrole. Je moet wel heel bizarre voorkeuren hebben als er tussen de beschikbare Style-, Reference- en de iets sportievere FR-uitvoeringen (die er ook nog als ‘Business’ zijn: met standaard navi, led-koplampen en parkeersensoren) niets van je gading zit.
Zo is de Seat Leon ST een praktische, ruime en prima rijdende stationwagen die er (wat ons betreft) leuker uitziet dan een Golf Variant en nog goedkoper is ook. Als je in de markt bent voor zo’n soort auto – wat let je?
Specificaties Seat Leon ST 1.4 TSI 122 pk FR
Motor
1.395 cc
viercilinder turbo
122 pk / 200 Nm
Aandrijving
voorwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 in 9,6 s
top 202 km/u
Verbruik/milieu
5,3 l/100 km
123 g/km CO2
Afmetingen
4.535 x 1.816 x 1.436 mm (L x B x H)
2.634 mm (wielbasis)
1.169 kg
50 l (benzine)
587 / 1.470 l (bagage)
Prijzen
NL € 26.650 (25%)
BE € 22.170
Het vonnis
Net iets leuker dan een Golf, zo goed als even groot, net een tandje sportiever en voor de rest dezelfde kwaliteit, inclusief spaar- en sportversies: een van de geinigste stations op de markt
Reacties