In sommige gevallen is het beter voor iedereen als je de waarheid iets verbuigt. ‘Nee hoor, je billen zien er niet dik uit in die broek’ (of juist wel, afhankelijk van de persoon) of ‘zeker schat, jij als stoere vent hebt de broek aan in deze relatie’ als enkele voorbeelden. Soms kwam het voor autofabrikanten beter uit om bescheiden te zijn als het ging om de cijfertjes. Hieronder vind je negen voorbeelden van auto’s die stiekem sneller waren dan in de brochure stond.
Ford Mustang Shelby GT500KR
De tactiek van ‘voeg power toe, verminder de waarheid’ was in Amerika al gemeengoed voordat de Japanners ermee begonnen. Chevy, Ford, Pontiac, Dodge, AMC en Plymouth overtroffen elkaar constant met meer power, gekkere kleuren en wildere namen.
Maar zelfs toen de wedloop op zijn hoogtepunt was, wist Shelby dat het te ver zou gaan als ze een volbloed racemotor in een auto zouden stoppen. Of tenminste: als iemand erachter zou komen. Toen de GT500 ‘King of the Road’ verscheen in 1968, vermeldde Shelby in de brochure een vermogen van 340 pk. In werkelijkheid produceerde de 7,0-liter V8 ruim 100 pk meer.
Porsche 959S
De hypercar uit de jaren tachtig. Oké, hij ziet eruit als een uitgestrekte Porsche 911 op een afgelaten luchtbedje, maar onderhuids is het haast een ruimteschip. De officiële topsnelheid van de Porsche 959 Komfort was met 317 km/u al hoger dan die van welke productieauto dan ook.
Dan was er nog een semi-geheime optie om het vermogen door Porsche te laten verhogen tot 523 pk. Hiermee kon je 336 km/u rijden. Toen kwam er nog de Porsche 959 Sport (of 959S). Daarmee heeft een derde partij zelfs een topsnelheid van 339 km/u aangetikt.
Ferrari F40
Terwijl de Porsche 959 de Autobahn domineerde, heerste de Ferrari F40 over de Autostrada. De 2,9-liter V8 was niet enorm, maar twee turboladers zorgden voor een voor die tijd astronomische 478 pk. De turbotechniek was nog primitief en het vermogen kwam er dan ook plotsklaps in.
Dat was één reden waarom menig F40-eigenaar de neus niet de goede kant op wist te houden. De andere reden was dat het gecommuniceerde vermogen aan de conservatieve kant was; het werkelijk vermogen lag ver boven de 500 pk.
Nissan Skyline R34 GT-R
Alle Japanse helden uit de jaren negentig produceren exact 280 pk. Op papier, tenminste. De autobouwers hadden onderling afgesproken om hun auto’s te begrenzen op 280 pk, uit veiligheidsoverwegingen. En inderdaad: elke auto produceerde volgens de brochure keurig 280 pk, maar in werkelijkheid lag het bij de meeste auto’s veel hoger. Bij de Nissan Skyline R34 GT-R ligt het zelfs boven de 400 pk.
Porsche 911 Turbo S (991)
Porsche claimt zelf een 0-100-tijd van 2,9 seconden. In praktijk kun je met de Porsche 911 Turbo S de eerste meters een Bugatti Veyron bijhouden. De werkelijke sprint naar de 100 neemt zo’n 2,5 seconden in beslag.
Waarom Porsche zo conservatief communiceert? 2,9 seconden is hoe lang de Turbo S onder alle omstandigheden naar de 100 sprint. Ook op flinke hoogte of als het buiten bijzonder warm is. De gecommuniceerde tijd is dus onder de slechtste omstandigheden.
Lotus Omega
Opel besloot dat ze een concurrent wilden hebben voor de BMW M5. Daar schoten ze een beetje in door. Ze namen een brave Omega en schakelden Lotus in, die de motorinhoud van 3,0 naar 3,6 liter vergrootte en twee enorme turbo’s monteerde.
Het resultaat was 382 pk, en dat zonder tractiecontrole. Ondanks dat het een handbak was, lag de 0-100-tijd net boven de 5,2 seconden. Boefjes gebruikten de Lotus Omega vaak als vluchtauto om aan de politie te ontkomen, en dat lukten ze nog ook.
Er werden in Engeland zelfs kamervragen gesteld: of deze auto wel legaal zou moeten zijn. Bang voor rechtszaken of andere consequenties besloot Lotus een topsnelheid van 280 km/u te communiceren. In werkelijkheid lag de top dichter bij de 305 km/u.
McLaren 720S
De McLaren 720S zou eigenlijk anders moeten heten. De 720 in de naam staat voor het aantal pk’s. Op de rollerbank produceert de McLaren steevast meer vermogen, vaak meer richting de 750 pk. De 0-100-tijd van 2,9 seconden ligt dan ook eigenlijk eerder rond de 2,7 seconden.
Toyota GR Yaris
Als je TopGear regelmatig leest, ben je goed op de hoogte van de GR Yaris. De kleine vierwielaandrijver produceert 261 pk en noteert een prima tijd van 5,5 seconden naar de 100. Genoeg om GTI’tjes te kloppen. Maar toen wij hem op ons testcircuit lieten sprinten, merkten we dat de 0-100-tijd laag genoeg was om zelfs een Golf R te verslaan.
Toyota praat dus over een 0-100-tijd van 5,5 seconden. Onze metingen kwamen uit op een 0-96-tijd (60 mph) van 4,6 seconden. Een beetje appels met peren, maar ga er zeker van uit dat de 0-100-tijd in werkelijkheid onder de 5 seconden zit.
McLaren F1
Als laatste doen we een ‘goh, van deze wisten we echt niet dat hij snel was’-auto. Toen McLaren de F1 bouwde, was het doel nooit om de snelste auto ter wereld te maken, maar de beste rijdersauto. Het een vulde het ander blijkbaar gewoon erg goed aan.
De officiële snelheid van de McLaren F1 stond op 371 km/u, op zich al een onvoorstelbare snelheid, laat staan 25 jaar geleden. Maar in 1998, zes jaar na de introductie, kreeg McLaren de sleutels van het Ehra-Lessien-circuit. Ze verhoogden daarop de toerenbegrenzer van 7.300 naar 8.300 tpm en wisten een topsnelheid te halen van 391 km/u.
‘De auto was stabiel tot 300 km/u, maar begon een beetje te zwalken bij 365 km/u. Ik was nog jong en niet zo slim, dus hield ik mijn voet op het gas tot ie weer stabiel werd’, vertelt Andy Wallace, die achter het stuur zat.
Reacties