Ariel is een hypercar aan het bouwen. Het merk dat we vooral kennen van lichtgewichten, maakt de overstap naar hypercars. Het is moeilijk te kiezen waar we hiermee moeten beginnen, maar laten we eerst de cijfers noemen. 1.196 pk, 1.800 nm koppel, 0-160 km/u in 3,8 seconden (meer dan een seconde sneller dan een McLaren P1 of Porsche 918), een topsnelheid van 250 km/u en een gewicht van 1.500 kilo.
Wat zit er achter deze monsterlijke cijfers?
Hij wordt aangedreven door vier elektrische motoren. ‘Elk van die motoren levert even veel vermogen als de motor van een Type R’, zegt de baas van Ariel, Simon Saunders. Maar dat is niet alles; de auto die de codenaam ‘P40’ heeft, krijgt ook een turbine-motor om het bereik te vergroten. Jaguar beloofde dit al in de C-X75, maar nu is het Ariel die van de turbinemotor een realiteit wil maken. De turbine draait 120.000 toeren per minuut en moet 35 kW leveren om de batterijen op te laden.
Maar dat is niet het enige radicale aan de prestaties. ‘De auto levert zó veel koppel en vermogen, dat de simulaties aantoonden dat we op een droog wegdek met 160 km/u nog wielspin zouden hebben’, zegt Saunders. ‘We moeten al downforce hebben als we stilstaan, in principe, dus kijken we naar technologie uit de Brabham BT46 F1-auto, die ventilatoren gebruikte om de auto naar de grond te zuigen.
Hoever houden de elektrische motoren het vol?
Ariel gelooft dat de turbine zelfs op hoge snelheid de energievoorziening draaiende kan houden. De batterijen stoppen met opladen bij de 193 km-grens. Daarboven zul je vijftien minuten voluit kunnen rijden, voordat je de Ariel 45 minuten aan de lader moet leggen.
Tegen 2020 zou de Ariel P40 af moeten zijn en in productie gaan. Het zal eerst om een vierwielaangedreven auto gaan, maar later moet er ook een auto met achterwielaandrijving en minder pk’s op de markt komen. Hoeveel de Ariel gaat kosten? ‘Het begint waarschijnlijk met een twee’, geeft Saunders aan. De vraag is wat daar achter komt: vijf of zes cijfers..?
Reacties