Af is ie nog niet, maar toch mogen we alvast een stuk sturen met de nieuwe Aston Martin DB11. Naast ons zit Matt Becker, de chassisguru van Aston Martin.

Een grote eer, want buiten de medewerkers van Aston Martin om heeft haast niemand in de nieuwe DB11 gereden. Op het Italiaanse Bridgestone testcircuit mogen we een zwart-wit-gestreept preproductiemodel proberen. Onze eerste bevindingen zijn positief.

Onder de modieuze zebra-outfit schuilt een DB11 die bijna productieklaar is. Matt en zijn collega Rob Fern leggen de laatste hand aan de afstelling van de dempers. Ze zijn content over hun werk, zonder daar arrogant over te doen. ‘Mijn grootste zorg was de overbrenging van het stuurhuis, die is 13.1 en dat is erg snel.' 'Maakt dat de auto niet te nerveus?’ vroeg Matt zich af.

Zorgen om niets, dat blijkt wanneer we de DB11 als een stel debielen over het circuit smijten. De langverwachte DB9-vervanger geeft geen krimp. Hij is immuun voor onze idiote perikelen. Gebruikersvriendelijk en onverstoorbaar zijn de sleutelwoorden. Misschien heb jij je Britse supercars liever rauw en vuurspuwend, maar dat is hier niet het geval.

De gloednieuwe biturbo 5,2-liter V12 met 600 pk klinkt in ieder geval wel beestachtig. En met 700 Nm koppel vanaf 1.500 tpm is de DB11 niet langzaam te noemen. In minder dan 4 seconden zit je op 100 km/u en de topsnelheid ligt op 320 km/u.

‘Waar het allemaal om draait, is communicatie met de auto. Je moet in je vingertoppen voelen wat de auto gaat doen. De DB11 doet dat. Hij reageert heel lineair en progressief, de bestuurder heeft alle tijd om te reageren.’

Het preproductiemodel draagt nummer 130 van 150. Matt is content met de huidige instelling voor dagelijks gebruik. Samen met Rob werkt hij nog aan twee stuggere set-ups. We mogen alle drie de instellingen testen. Zelfs in de meest extreme stand is de auto nog verrassend comfortabel. Ja, hij zou iets scherper en directer kunnen sturen, maar dat is niet het doel van deze Aston Martin. Andere uitvoeringen van de DB11 zullen ongetwijfeld in deze behoefte voorzien.

‘Voor mij is een GT een auto waar je na een lange rit opgeladen uitkomt en niet vermoeid’, zegt Matt. ‘Hij moet comfortabel te zijn zonder dat dit ten koste gaat van de communicatie. Je wilt ook weer niet de wegligging van een pudding. De DB11 is comfortabel en deint, maar hij communiceert uitstekend met de bestuurder. Het is een auto die je op het circuit rijdt zonder je geïntimideerd te voelen.’ Aston Martin heeft met de DB11 de sweet spot gevonden wat ons betreft. Matt benadrukt ook dat de EPAS (electric power steering) veel fijner te tweaken is dan de minder efficiënte hydraulische techniek.

Onze volgende date met de Aston Martin DB11 staat pas weer in juli, dan rijden we met productiemodel. Na een uur rijden – inclusief een zeer vermakelijke ronde op een nat circuit – hebben we al een goed beeld. De DB11 stuurt bijzonder lichtvoetig voor een auto van zijn gewicht en omvang. Het interieur is ook prachtig al moet je wel even door de blauwe leren bekleding heenkijken, die hadden ze vast nog ergens liggen. Wordt vervolgd!

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)