Audi A1 Sportback: 1e rij-indruk

TopGear stapt net uit de nieuwe Audi A1. In het komende nummer van het magazine het volledige testverslag, hier vast de highlights.

Testobject: Audi A1 Sportback
Uitvoering: 30 TFSI, 35 TFSI en 40 TFSI
Locatie: Malaga/Ronda, Spanje
Weersomstandigheden: zwaarbewolkt, af en toe regen. Boeh…

Ah de nieuwe Audi A1 Sportback. Dat ziet er heel anders uit!

Nogal hè? Waar de vorige Audi A1 Sportback lief en rond en zachtaardig was, is de nieuwe een heel stuk eh… volwassener. En, zoals we al eerder schreven, een heel stuk bozer. Nu hadden we niets tegen de vorige A1 – sterker, er zijn auto’s die een looptijd van acht jaar aanzienlijk minder fris doorkomen. Maar toch: dit oogt even wat serieuzer.

Voor de inspiratie is het ontwerpteam kennelijk een paar weekjes ingetrokken in een garage waarin een Sport Quattro stond. De C-stijl, de verbrede wielkasten en vooral die drie openingetjes voorin de motorkap: allemaal duidelijke verwijzingen. Je kunt je hooguit afvragen waarom. Veel verder dan een A1 en een Sport Quattro kunnen twee auto’s nauwelijks uit elkaar liggen. Nou ja, een R8 misschien, maar die heeft die drie gaatjes inmiddels ook. Nou ja. Staat hem niet slecht, verder.

Is hij nou groter of lijkt dat maar zo?

Nee, dat is zo. Vooral binnenin is de A1 een klap groter geworden. Dat levert niet alleen 65 liter extra bagageruimte op, maar vooral meer beenruimte op de achterbank. Applaus dus van de achterinzitters, die vanaf nu óók benen mogen hebben.

Mooi interieur ook wel!

Ja, zo op het eerste eerste gezicht ziet het er allemaal heel cool uit. Mooie Virtual Cockpit, frisse accentjes in de kleur van de carrosserie, mooi touchscreen, sfeerverlichting. Toch hoef je niet lang te zoeken naar plastics die op zijn best gezegd Audi-onwaardig zijn. De deurpanelen, stukken van het dashboard – het had niet misstaan in een Koreaan van een jaar of twintig terug. En dan ook alleen daar niet. Ook op andere afwerkingsgebieden hebben we veel, veel beter werk van Audi gezien.

Foei. Maakt het rijden dat een beetje goed?

De nieuwe Audi A1 Sportback rijdt verder prima. Je kunt kiezen uit een normaal onderstel, een sportonderstel of dat laatste met instelbare dempers. Neem de standaardophanging, zouden we zeggen: die is minder stuiterig dan het sportonderstel en je kunt er heus nog wel serieus een bocht mee door. Qua motoren heb je de keuze uit een 25 TFSI of 30 TFSI (eenliter driecilinders met 95 en 116 pk), de 35 TFSI (1.5 met 150 pk) of een 40 TFSI (2.0 met 200 pk). Voorlopig is trouwens alleen de 30 leverbaar; de rest zal iets later komen.

Welke motor moet ik hebben?

De 25 zouden we laten zitten. Niet dat we die gereden hebben, maar de 30 hield qua prestaties al niet heel erg over. Vooruit, er zaten nogal wat heuveltjes in de testroute en daar houden laag in de toeren zittende driecilindertjes nooit zo van. Op toeren houden dus. De 35 is waarschijnlijk de fijnste: vermogen zat en mede dankzij cilinderuitschakeling (als ze niet nodig zijn schakelen twee cilinders zichzelf uit) nog redelijk economisch ook. De tweeliter is feest, maar ongetwijfeld prijzig.

Maar duur zijn ze waarschijnlijk allemaal…

Zeg dat wel. Nog lang niet alle prijzen zijn bekend, alleen die van de 30 TFSI-versies. Als je die gaat vergelijken met technische tweelingbroer VW Polo kom je uit op minstens vijf à zes mille meer. Vergelijkbare Seat Ibiza’s zijn nog weer minimaal vijfhonderd euro goedkoper. Sterker: de A1 Sportback begint bij 25.995 euro, en daar heb je ook al een even sterke VW Golf voor. Doe er nog een paar leuke accessoires bij (die Virtual Cockpit wil je, en ach, doe dan ook die Bang en Olufsen-audio maar, en…) de boel kan zomaar behoorlijk uit de hand lopen.

Dus..?

Tsja. Moeilijk. We vinden er nieuwe Audi A1 Sportback er ontzettend goed uitzien (oké, onze mening) en hij rijdt prima. Maar lieve hemel, wat willen ze er een geld voor hebben. Dat, en het feit dat we (zeker van Audi, en al helemaal voor dit soort bedragen) toch echt een hoogwaardiger afwerking gewend zijn, doet ons zeggen: doe ons maar een Polo. Of zo.