Wacht: zijn deze twee familie?

Zeker wel. Iets meer dan twintig jaar scheiden de scherpe, toegeknepen ogen van de M240i en de lichtelijk verweerde, mistige koplampen van de (een tikje roestige) 328i Sport. Beide auto’s zitten één trapje onder de respectievelijke topmodellen van hun reeks. De M240i moet natuurlijk meneer zeggen tegen de M2 Competition, waar de 328i Sport net iets lager op het podium staat dan de E36-generatie van de M3.

Maar ho nou: de ene is een 2-serie, de andere een 3…

We willen niet de hele modelgeschiedenis van BMW erbij gaan halen, maar tot 2013 kon je de 3-serie ook als tweedeurs coupé krijgen. Daarna veranderde die in de 4-serie. En omdat elke nieuwe 3- en 4-serie steeds groter werden, is de kleinere 2-serie Coupé die in 2014 kwam zowel qua formaat als gevoel veel meer verwant aan de oude E36 coupé.

Ah, duidelijk

Maar wacht, het wordt nog iets lastiger. De 2-serie heeft namelijk een versie van het onderstel van de 4-serie, en deze M240i heeft zelfs compleet dezelfde aandrijflijn als de grotere M440i. Follow the money en theoretisch is de M240i eigenlijk gewoon een 3-serie.

Hoezeer verschillen ze qua prestaties?

Dat is een ander verhaal – in feite zijn ze haast onvergelijkbaar. Waar de achterwielaangedreven 328i een relaxte cruiser is (een bescheiden 193 pk uit een turboloze 2,8-liter zes-in-lijn), voelt de M240i met xDrive-4WD eerder als een blije hond met een turbo.

De oude auto neemt zijn tijd om in de toeren te klimmen en bouwt zo het verlangen naar de power bovenin geleidelijk op, en de klassieke M52-motor klinkt daar ook nog eens fantastisch bij. De M240i mept er onmiddellijk op los en levert altijd een kracht waar je ogen van gaan tranen.

De wegligging verschilt zeker ook behoorlijk?

Zeg dat wel. De E36 is ‘losser’ en helt veel meer over, maar wát een heerlijke besturing, zeker in vergelijking met die van de M240i. Het is niet voor niets dat hydraulische stuurbekrachtiging tegenwoordig meer en meer waardering geniet.

Al is er ook zeker niet veel mis met de stuurinrichting van het jonkie, hoor – direct zonder hyperactief te zijn, en verbonden met een onderstel dat, eh… alert aanvoelt. Het levert een reactievermogen op dat zo snel is als een zweepslag en je altijd het gevoel geeft dat er ruimte is voor nog wat meer rijplezier, als je daar trek in hebt. Dat hebben oud en nieuw dan weer wel gemeen.

Ze delen niet direct een tijdloze visuele signatuur

Misschien is het omdat een groot deel van de TG-redactie opgroeide tijdens BMW’s gloriedagen, maar het gevoel dat deze specifieke generatie niet zo fraai oud zal worden als de hits uit de jaren ’90 overheerst.

Maar wie weet, misschien dat we over twintig jaar, als deze BMW-klasse inmiddels is verworden tot een verkorte 10-serie met de naam 8-serie en M-prestaties, wel denken: ‘Ja, dat is een klassieker.’ Of misschien zoeken we dan nog altijd naar roestige oude E36’s…

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)