Als we de aantrekkingskracht van de autosport in één woord moesten samenvatten, dan zou dat woord het woord ‘volume’ zijn. Zelfs de beste 4K-televisie met surround-sound komt niet in de buurt van het echte geluid. Dus we hebben een tip voor je: bezoek races.
Oké, bezoek races zoals?
In het geval van de Top Fuel-dragster is de sensatie niet alleen auditief, maar ook fysiek. Dit is een 360-graden trap in je maagstreek, een woestere ervaring dan wanneer Iron Maidens zanger met de machtige longen, Bruce Dickinson, zijn Run to the Hills direct in je oor staat te schreeuwen.
Geloof ons: je hebt niet geleefd en je mag jezelf al helemaal geen autofanaat noemen als je nooit een NHRA Top Fuel-racewagen in het echt hebt gezien. Koop een setje extra goede oordoppen als je gaat. Deze monsters genereren 150 decibel als ze vol gas gaan, genoeg om je gehoor permanent te beschadigen. En behalve het geluid en de aanblik van deze machines, die veruit het gekste zijn wat op vier wielen rondrijdt, is er ook nog het feit dat je ze kunt voelen. In je ribbenkast.
Hoeveel vermogen?
We kunnen er alleen maar een slag naar slaan, want er bestaat geen apparaat ter wereld dat krachtig genoeg is om het te meten (het is meer dan 8.000 pk). Ze zijn bovendien de snelst accelererende voertuigen op onze planeet. Van 0 naar ruim 190 km/u in minder dan een seconde, 260 km/u in 1,5 seconde, en meer dan 500 km/u aan de finishlijn, een momentje later. En deze dragsters verbranden vijf liter nitromethaan per seconde. Het zijn feiten, maar het zijn wel ongelooflijke feiten.
Of neem nou de Formule 1, een heel andere tak van sport. Daarvan kun je ook prima genieten als je thuis voor de televisie zit, terwijl je vrolijk de wedstrijd beschouwt met je vrienden, op Twitter. Of zo nu en dan in slaap sukkelt.
Maar een van de wetten van TG luidt dat iedereen, op z’n minst eens in z’n leven, een Grand Prix moet bezoeken. En dan het liefst op een circuit als Monza, alleen maar om de sfeer te ervaren. Die is namelijk uniek, anders dan bij ieder ander sportief evenement ter wereld.
Waar nog meer heen?
Het Engelse Silverstone is ook behoorlijk goed. Maar de uitzinnige tifosi van Ferrari, in de streek waar het merk vandaan komt, maken Monza zo bovenzinnelijk en nederig stemmend als een autorace maar kan zijn. Het maakt bovendien niet uit wat er op de baan gebeurt. Tenzij een van de rode wagens wint, want dan mag je blij zijn als je thuiskomt met al je ledematen nog aan je romp. (Nota bene: het bijwonen van een Grand Prix zal je ook met een groot en levenslang respect voor de F1-coureurs opzadelen. En een minder abstract gevoel geven bij de term downforce. Vooral als je een plaatsje bemachtigt in de buurt van bijvoorbeeld Copse op Silverstone. Je weet echt niet wat je ziet – je hersenen begrijpen niet wat je ogen waarnemen.)
En Le Mans?
Die is makkelijk: dat is nou eenmaal de belangrijkste en beroemdste autorace ter wereld. Als je er nooit bent geweest, zijn woorden niet adequaat om te beschrijven hoe de ervaring daar is tussen middernacht en vier uur ‘s ochtends. Of je nou aan het feesten bent – en dat is wat de meeste van de 250.000 bezoekers dan meestal aan het doen zijn – of let op de race, dat maakt niet uit. Want het gevoel dat het allemaal maar doorgaat, met dezelfde intensiteit, een beetje zoals de zee nooit stopt, dat is volslagen uniek.
Slaapgebrek draagt alleen maar bij aan het surrealistische gevoel. Dat, en het feit dat de huidige generatie LMP1-wagens nog het meest wegheeft van ruimteschepen. Dan zijn er ook nog de zogeheten GTE’s, auto’s die eruitzien als de extreme versies van onze favoriete auto’s voor op de openbare weg, want dat is ook precies wat ze zijn.
En wat betreft het World Rally Championship (WRC) en Nascar: dat zijn haast religieuze ervaringen. Of wellicht nog iets tribaler, iets primitiever. Hoe dan ook: de gemeenschapszin en het spektakel laten je voelen dat je leeft, zeker nu we afgaan op een tijdperk waarin auto’s op straat geen uitlaatgeluid meer hebben, maar alleen dof gezoem laten horen. Dat baart ons enige zorgen. Het gaat namelijk om je zintuigen, moet je weten. Autosport moet je niet alleen zien en horen, je moet het ook kunnen voelen, liefst als doffe beuk in je buikstreek. En ruiken. Want autosport ruikt ook nog eens buitengewoon fantastisch. Dus nogmaals: bezoek races, zoveel je kunt.
Reacties