Als die-hard verzamelaar van historisch racespul hang je een waarde aan de prestaties van de auto in zijn hoogtijdagen. In dat geval kun je deze Jaguar XJR-11 van Jan Lammers beter links laten liggen. Waardeer je juist een anti-held, of een pechvogel, dan kun je met deze Jag je lol op.
Deze Jaguar XJR-11 gaat volgende maand in de RM Sotheby’s London-veiling onder de hamer. Naast een Nederlands stukje historie, is de Jag ook nog een prettig voor de oogjes. Kijk hem dan staan, met zijn Silk Cut-livery. Is het geen plaatje?
In de voorganger van deze Jaguar XJR-11, de XJR-9, reden Jan Lammers en zijn teamgenoten naar de winst tijdens de 24 Uur van Le Mans in 1988. De XJR-12 wist de 24 Uur van Daytona en Le Mans te winnen. Niet alleen kwam de XJR-11 dus tussen deze twee winnaars, ook moest hij het opnemen tegen het beest dat Mercedes C11 heette.
En er is meer. De XJR-9 had een 7,0-liter V12-motor, terwijl Jaguars partner Tom Walkinshaw Racing een lichtere, turbocharged motor moest maken vanwege de FIA-regels. De Jaguar XJR-11 moest het dus doen met de helft van de inhoud: 3,5 liter. Uiteindelijk kozen ze een twin-turbo, aluminium versie van de V6 uit de MG Metro 6R4-raceauto uit de jaren tachtig.
Niet bepaald de motor met de meeste glamour, dat moet even gezegd worden. En toch, mochten wij al onze spaarpotten bij elkaar leggen en genoeg hebben om een bod te doen, dan zouden we het doen. De motor komt dan wel uit een MG Metro, maar de V6 is licht en opgefokt zodat hij er 760 pk uitperst. Een boostknop helpt je de bochten uit te komen.
De antiheld Jaguar XJR-11
Aerodynamica werd in die tijd steeds belangrijker en dus heeft de XJR-11 meer downforce dan de XJR-9. Ook heeft hij een lager zwaartepunt. Daarbij haakte in 1989 Ross Brawn aan bij Jaguar; hij gaf de racer een benzinemanagementsysteem van Bosch en koolstofvezel-keramische remmen.
Uiteindelijk wisten Jan Lammers, Andy Wallace (inderdaad, die snelheidsduivel van de Chiron) en Davy Jones drie podiums te scoren in het seizoen 1990. Voor het seizoen 1991 mocht de XJR-11 in de garage blijven staan, omdat de FIA besloten had turbomotoren af te schaffen. We kunnen concluderen dat het niet de meest succesvolle auto is, maar wel een met een mooi verhaal en een geweldige uitstraling.
Reacties