Ik heb nog nooit een burn-out gedaan. Oké, billen bloot, het is niet anders. Ik schaam me diep. Gelukkig voor deze 32-jarige bandenrookmaagd heeft de Dodge Challenger een speciale instelling voor rubbervandalisme.

Tik op Line Lock in het touchscreen. Stamp op het rempedaal om de druk op te bouwen. Druk nu op het OK-knopje op het stuur en laat het rempedaal los. De achterremmen ontspannen zich terwijl mijn duim de voorremmen stevig vasthoudt. Onze fotograaf en videoman gebaren dat ze er klaar voor zijn. Even een snelle blik over mijn schouder, of er geen politie in aantocht is. De Californische kust is veilig. Voor even.

Na drie seconden kun je door de rook geen hand voor ogen meer zien. Er was een hevig klap te voelen toen het gaspedaal in één keer plet ging, maar de auto staat doodstil en maalt genadeloos zijn Pirelli’s tot moes. Dit is het! Ik ben de koning der burn-outs! ’Murica, f**k yeah!

Dodge Challenger schuin achter wiel burnout rook

Omdat ik nog nooit een burn-out had gedaan, heeft ook niemand me ooit verteld wanneer je eigenlijk moet stoppen. Staat het al op de foto? Zit er een tijdslimiet op die Line Lock-modus? Zal de V8 oververhitten, of slaat de riem van de supercharger al door de motorkap voordat de banden klappen? Ach, nog een paar seconden… Zo, dat moet voldoende zijn. Zeker aangezien de auto de rook die hij zelf heeft gemaakt nu net zo snel weer inademt.

Zoveel Dodge Challengers van deze generatie zijn er verkocht

Ik vraag me af hoeveel mensen sinds 2008 met hun Challenger twee grote zwarte brandplekken op het asfalt hebben gemaakt. Er zijn er in de vijftien jaar van zijn bestaan bijna 857.000 verkocht, tot op 2 december 2023 het laatste exemplaar van de band liep in Brampton, Ontario. Ja, de musclecar onder de musclecars is in feite zo Canadees als Ryan Reynolds die Justin Bieber insmeert met ahornsiroop. Terwijl ze op de rug van een eland zitten.

De populariteit is opmerkelijk, zeker omdat het een enorme maar vanbinnen erg krappe, ongepolijste, zware, dorstige, eigenzinnige conservatieveling betreft, gebouwd op het geraamte van een Mercedes uit de late jaren ’90 die zich afvraagt wat er in hemelsnaam met hem gebeurd is. Maar het is nog veel gekker als je je realiseert dat dit geen mondiaal allemansvriendje is zoals een RAV4 of een Model 3.

Hij wordt alleen verkocht in de VS en Canada, en nog een handvol in Mexico. Vorig jaar kochten de Amerikanen er 55.000. Ter vergelijking: de praktische en uitstootvrije Tesla Model Y mocht zich in 2023 de bestverkochte auto van Nederland noemen, en daar waren nog geen 14.000 exemplaren voor nodig.

De Dodge Challenger had er al lang niet meer kunnen zijn

Even terug naar het jaar 2005. Dodge viel onder DaimlerChrysler en de Duitsers waren vast van plan hele scheepsladingen SUV’s te gaan produceren. De designers van Dodge besloten de eisen van de directie te negeren en sleurden een paarse Challenger uit 1970 hun Californische designstudio in, waar hij meteen al zijn transmissievloeistof over de vloer liet lopen.

Er werden vier nieuwe interpretaties bedacht voor een modern eerbetoon, variërend van een model waarin je nog slechts sterk verdunde hints naar details van het origineel kon terugvinden tot het meer ‘waarheidsgetrouwe’ (zij het behoorlijk opgeblazen) voorstel van Michael Castiglione.

Zijn ontwerp was de winnaar van deze interne rebellie, en een conceptcar op ware grootte kon op veel applaus rekenen op de show van Detroit in 2006. De vrolijk besnorde CEO Dr. Zetsche dacht dat het toestaan van dit ene projectje de gemoederen in het gareel zou houden, maar de reactie van het publiek in Detroit was maar met één woord te beschrijven: Dodgemania.

Een vreemde Challenger volgde

Gelukkig had Chrysler wel een platform dat net in de oven stond: de LX-architectuur, die de basis moest vormen van de aankomende 300C. Het was nogal een bij elkaar geraapt zooitje, met stukjes van de voorwielophanging van de Mercedes S-klasse, het differentieel, achterwielophanging en de slaperige stabiliteitscontrole van de E-klasse en een Hemi V8-motor die er in de heetste 300C maar liefst 425 pk uitpompte. Maar toen er een stoere nieuwe tweedeurs carrosserie overheen werd gelegd en de prijs nog geen 38.000 dollar bleek te zijn, klaagde daar niemand over.

Waarmee we aangekomen zijn bij de kern van wat me zo fascineert aan de Challenger. De auto was in feite een nagekomen berichtje. Hij was al gedateerd toen ie verscheen, ook nog eens midden in een mondiale recessie. En desondanks heeft hij twee generaties van Mustangs en Camaro’s overleefd. Ooit heeft ie op het punt gestaan ‘opnieuw te worden uitgevonden’ als SUV. En in anderhalf decennium van groeiend milieubewustzijn, sociaal en veiligheidsbesef en politieke correctheid heeft ie het niet alleen volgehouden – hij is opgebloeid. Compleet met supersized hoeveelheden pk’s.

Wat is de beste Dodge Challenger?

We vonden de SRT8 geweldig. En in 2015 dachten dat we dat we de eindbaas waren tegengekomen met de 717 pk sterke Hellcat. No way, buddy. In 2019 was Dodge de eerste autofabrikant die kwam met een ‘gewoon’ productiemodel dat krachtig genoeg was om een wheelie te doen. De 840 pk sterke Demon was zo snel dat de Amerikaanse organisatie die zich bezighoudt met de dragracerij hem uitbande.

Dodge Challenger schuin achter statisch

Hij werd vervangen door de iets verstandiger, 808 pk sterke Hellcat Redeye. Ze zijn goed in klinkende namen daar, nietwaar? De laatste Challenger die van de band liep, was een Demon 170. Die bracht meer dan 1.000 pk mee naar het feestje, via een 3,0 liter grote supercharger. Wat een zwanenzang. En nu is ie dood.

De (voorlopig) laatste Dodge Challenger

Dodge toonde voorzichtig een elektrische vervanger met een speaker van een miljard gigawatt die uit zijn achterbumper puilde – de reacties waren, zoals te verwachten, niet mals. Wellicht om tegemoet te komen aan de licht ontvlambare stemming werd een aantal final editions uitgebracht onder de toepasselijke titel Last Call (laatste ronde). Daaronder bevond zich een serie van 300 stuks die alleen in het zwart verkrijgbaar was. En het verhaal hierachter is zo onweerstaanbaar dat we hem – burn-out of geen burn-out – koste wat kost moesten rijden.

  • Dodge Challenger rijdend schuin voor
    Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Dodge Challenger rijdend interieur redacteur
    Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Dodge Challenger detail supercharger Hemi
    Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Dodge Challenger tellers verbruik
    Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Dodge Challenger vin op dak
    Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Dodge Challenger rijdend schuin voor
  • Dodge Challenger rijdend interieur redacteur
  • Dodge Challenger detail supercharger Hemi
  • Dodge Challenger tellers verbruik
  • Dodge Challenger vin op dak

Deze Challenger is, met monumentale marge, de meest overpowered auto die ik ooit heb gereden. De blijkbaar op Windows XP draaiende tractiecontrole wordt hopeloos overdonderd door de minste beweging van het gaspedaal, waardoor de grote boze Dodge wielspin genereert tot in zijn vierde én vijfde versnelling.

Opschakelen kan sowieso pas als de jankende versnellingsbak vindt dat ie daar klaar voor is, en dat hoeft dus echt niet per se het moment te zijn dat jij dat treurige hendeltje beroert. Acht versnellingen is trouwens is dit geval toch al overkill – met twee zou het ook prima gaan. Wij Europeanen hebben Amerikaanse auto’s altijd afgeserveerd omdat ze alleen goed zouden zijn in een rechte lijn. Nou, je bent al een hele baas als je dat in dit ding voor elkaar krijgt.

Hoe sterk is de laatste en sterkste Challenger?

Gek genoeg is het beest onder de motorkap (een 818 pk sterke versie van de 6,2-liter V8) niet eens het beste gedeelte van de auto. Dat zijn de details. Kijk eens naar die pennen die de motorkap in toom houden. De zwierige Challenger-letters in de grille. De Dodge-logo’s voorop en in het midden. De witte streep over de achterkant. De fraaie daklijn. Onder de Challengers is dit God. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest ineen.

Laten we opnieuw een stukje terugspoelen, naar 1969 om precies te zijn. Plaats van handeling: Detroit, Michigan. De gloriedagen van Motown als auto- en muziekmaker zijn voorbij, de door rellen geplaagde stad staat op de rand van een sociale afgrond. Maar het zal nog een paar jaar duren voor de oliecrisis in alle hevigheid toeslaat en de lokale auto-industrie de nek om zal draaien.

Voor nu vermaken de bewoners zichzelf met straatraces over Woodward Avenue. Oprijden tot het stoplicht, raampje naar beneden, het eens worden over een weddenschap en volle bak als het licht op groen springt. Als er een paar races waren verreden en de straat zwart zag van het rubber, zetten de eigenaren koers naar een diner om tuningtips en mooie verhalen uit te wisselen.

Het verhaal achter de mysterieuze Challenger

Een van die auto’s was een mysterieuze zwarte Dodge. Een Challenger R/T, dachten ze. Zonder waarschuwing kwam hij naast een nietsvermoedende opponent rijden en liet de toeren dreigend stijgen. Het ding was een snuivend, ronkend beest. Niemand had hem ooit zien verliezen. Maar de onbekende bestuurder sloeg de hamburger na de wedstrijd altijd over en vertrok bulderend in de nacht.

Dodge Challenger R/T Black Ghost 1969 rijdend schuin voor

Hij liet zich soms weken of zelfs maanden niet zien, om dan plotseling vanuit de duisternis weer te verschijnen en een andere tegenstander te vernederen. Wie was deze gast? Wat had hij onder die motorkap liggen? Uit de onwetendheid groeide angst. En omdat de performance van deze grote onbekende aan het buitenaardse grensde, werd hij berucht in de ondergrondse illegale autosportsubcultuur en kreeg de bijnaam Black Ghost.

De mysterieuze eigenaar van de Black Ghost

En dit is wat zij niet wisten. Een 28 jaar oude paratrooper van het 82nd Airborne, onderscheiden met een Purple Heart, was afgezwaaid uit het leger na dienst in de Dominicaanse Republiek en had een nieuwe baan gevonden. En hoe zou jij jezelf dan eens trakteren?

Godfrey Qualls besloot een auto voor zichzelf te bestellen. Een splinternieuwe Dodge Challenger R/T met het SE-pakket, wat naast die zwierige logo’s een interieur met houtafwerking inhield. Hij koos voor de upgrade naar de 426 Hemi, een kolossale 7,0-liter V8 die officieel goed was voor 420 pk, maar er stiekem meer dan 475 leverde. Ook had de auto het Super Track-pakket, met onder andere een Dana 60-differentieel met een kortere eindoverbrenging, en een pistol grip-pook voor de versnellingsbak.

Dodge Challenger R/T 1969 rijdend schuin achter

Daarnaast bestelde hij een stijvere ophanging, banden met drag­racespecificaties, kuipstoelen en die pennen in de motorkap. Naar schatting werden er slechts 22 Challengers geleverd in deze ‘alles erop en eraan’-configuratie. Die van Godfrey was echter volledig uniek. Waar de meeste klanten namelijk gingen voor flitsende kleuren als Plum Crazy of Sublime Green, was Godfrey zijn tijd ver vooruit door zijn auto volledig in het zwart te bestellen. Althans, dat was de bedoeling.

Dodge maakte een potje van zijn bestelling en gaf het dak een krokodillenhuid-look mee. En de verkeerde motorkap – Qualls had de ‘shaker’-kap besteld en niet die met de dubbele luchtinlaat. Maar hij wist dat zijn auto bijzonder was en dat Dodge er nooit een tweede van zou bouwen. En dus hield ie hem. Koesterde hem. Racete ermee. En werd een lokale legende.

Waarom Qualls graag anoniem bleef

Maar waarom al die geheimzinnigheid? Waarom maakte hij geen gehakt van zijn rivalen om daar vervolgens een hamburger van te laten bakken en dat te vieren met maten en milkshakes? Simpel. Godfreys nieuwe werkgever was de politie van Detroit.

Overdag was hij een motorrijdende verkeersagent, ’s nachts de ongrijpbare bandiet achter het stuur van de Black Ghost. Als bekend zou worden wie hij was, zou hij worden ontslagen. Geen wonder dat hij liever een mysterie bleef. Sorry, Fast & Furious-fans. De originele bad-ass familieman die zijn leven met een kwartmijl tegelijk leefde, was niet Dominic Toretto – het was Godfrey Qualls.

Dodge Challenger R/T 1969 eigenaar Black Ghost Qualls politieagent

In 1977 verdween de Black Ghost. De wildste geruchten deden de ronde. Maar ook hier was de reden relatief eenvoudig: Godfrey was bij de Nationale Garde gegaan en met de Special Forces-training, zijn politiewerk en het opvoeden van drie kinderen bleef er domweg te weinig tijd over voor zijn auto. De Challenger stond op bokken in de garage en zag geen daglicht meer tot Godfrey overleed, op kerstavond 2015.

Wat er met de Challenger gebeurde na Qualls dood

Zijn auto, inmiddels begraven onder oude rommel, liet hij na aan zijn zoon Gregory. Die had vroeger weleens met zijn vader meegereden – Godfrey plakte dan een briefje van 100 dollar op het dashboard, daagde zijn zoon uit het te pakken en gaf dan vol gas, waardoor het joch tegen de rugleuning van zijn stoel gedrukt zat.

Hij herinnert zich de niet-aflatende acceleratie, de gillende banden en de angstaanjagende huil van de V8 die zijn vaders lach overstemden. Met enige schaamte kan hij een aantal deuken in de carrosserie identificeren als plekken waar hij zijn kinderfiets tegenaan had geparkeerd. Als eerbetoon aan zijn vader besloot Greg de oude auto weer aan de praat te krijgen.

  • Dodge Challenger R/T 1969 zoon Greg Qualls
    Foto: © familie Qualls
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage schuin voor motorkap open
    Foto: © familie Qualls
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage interieur
    Foto: © familie Qualls
  • Foto: © familie Qualls
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage VIN nummer
    Foto: © familie Qualls
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage schuin voor
    Foto: © familie Qualls
  • Dodge Challenger R/T 1969 dak
    Foto: © TopGear / Mark Fagelson
  • Dodge Challenger R/T 1969 zoon Greg Qualls
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage schuin voor motorkap open
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage interieur
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage VIN nummer
  • Dodge Challenger R/T 1969 in garage schuin voor
  • Dodge Challenger R/T 1969 dak

Uiteraard informeerde hij bij lokale autoshops naar onderdelen voor een Dodge Challenger R/T uit 1970, met een 426 Hemi en een handbak. ‘Ja ja, in het zwart. Met een krokodillendak, ja. Zeker, hij heeft een trekhaak, klopt – mijn vader hing daar altijd de trailer voor zijn motorfiets aan. Hoezo, ken je die auto?’

Stel je voor dat je erachter komt dat je net overleden vader een straatracelegende was. Stel je voor dat je een musclecar-fanaat bent en hoort dat deze eenhoorn, deze geestverschijning nog bestaat. En nog rijdt ook (na een paar jaar van opknapbeurten, waarbij de complete reminstallatie, de benzinetank, uitlaat, radiateur, banden en bobines werden vervangen). En met maar 45.544 mijl op de klok, compleet met de ‘Africa’-stickers op de flanken, waarmee Qualls eer betoonde aan zijn roots.

Greg Qualls laat de legende voortleven

Gelukkig stopte Greg de auto niet achter slot en grendel. Hij nam hem juist mee naar autoshows en deelde het verhaal. Op een van die shows werd hij benaderd door iemand van Dodge, die hem toestemming vroeg voor een speciale versie van de nieuwe Challenger, vol met hints naar de Black Ghost, als hommage.

Dodge Challenger R/T 1969 tentoonstelling

Ik maakte in 2021 kennis met zijn haast romantische beruchtheid, een jaar nadat de auto was opgenomen in het Amerikaanse National Historic Vehicle Registry, naast de DeLorean uit Back to the Future, Ferris Buellers Ferrari 250 en de vijftien miljoenste T-Ford. Een maand nadat ik de 21e-eeuwse Ghost mocht lenen in Californië, was ik in Detroit, waar Greg nog altijd woont. Hij stond erop dat ik langskwam om de verhalen te horen en de garage te bezoeken waar zijn vader de auto had staan. Die nu wordt bewoond door Gregs nieuwe Challenger, met de kentekenplaat ‘BK GHST’.

De Challenger R/T vindt toch een nieuwe eigenaar

Greg legt uit waarom hij met veel tegenzin de originele auto heeft laten veilen, waarbij hij 1,1 miljoen dollar opbracht. ‘De auto moest voor 1 miljoen dollar verzekerd worden. Het kostte veel tijd en geld om hem zo origineel mogelijk en in goede conditie te houden, en aan beide ontbrak het me – alleen de totale restauratie zou al 150.000 dollar kosten, en met behoud van de originaliteit kwamen we op dik het dubbele. Dus ik dacht: “Wat zou pa hebben gedaan?” En hij zou hebben gewild dat de familie het beter had. En dus besloot ik dat dit beter was voor de Qualls. Maar het was een enorm zware beslissing, die ik diep in mijn hart voelde.’ De nieuwe eigenaar heeft beloofd dat hij de auto volledig origineel zal houden.

Dodge Challenger R/T 1969 rijdend voorkant

De andere 299 Ghosts zijn allemaal verkocht. De machine die generaties verbond in hun waardering voor een overmatig grootgeschapen stuk plaatstaal is niet meer. Zoals je hierna zult lezen, is het in feite een vrij matig en mal apparaat. Maar hij weet wel hoe je gepast afscheid moet nemen. ‘Mijn vader had deze prachtig gevonden’, grijnst Greg, en hij checkt even of zijn buren niet thuis zijn voordat hij een paar dikke strepen door zijn straat trekt. Het is waar wat ze zeggen: it’s better to burnout than fade away… 

Met dank aan Gregory Qualls. Foto’s zijn gebruikt met toestemming van Mecum Auctions Inc.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)