Een hoge stationwagen is beter dan een SUV

Een SUV is volgens velen de oplossing voor alles. Ze zijn groot, comfortabel, veilig, hebben veel kracht en ze kunnen (voor de twee kopers die dat daadwerkelijk doen) prima door de modder ploeteren. Ze zijn dan ook niet aan te slepen.

Fout. Of tenminste: technisch gezien klopt het bovenstaande. Maar wat je nodig hebt, is helemaal geen SUV, maar een hoge stationwagen. Bijvoorbeeld de Audi A6 Allroad, of een van de Volvo Cross Country-modellen, of zelfs de Mercedes E-klasse All-Terrain.

Laten we die laatste even als voorbeeld nemen. Er is ruimte genoeg voor vijf echte mensen, je hebt een Burmester-audiosysteem, een panoramisch glazen dak en de moderne kwaliteit die je van een Mercedes mag verwachten.

De Mercedes E-klasse All-Terrain staat 29 millimeter hoger op z’n wielen dan een gewone Mercedes E-klasse en overwint de naarste kuilen in de weg. Of een tripje naar de Doemberg. En hij doet dat in alle comfort, dankzij zijn luchtvering.

En misschien nog wel belangrijker: het stigma van een SUV ontbreekt bij de hoge stationwagen. Je kunt ermee onder de radar van a naar b rijden. Een SUV is lomper, zwaarder en voor dat kleine stukje dat je van het asfalt afgaat niet capabeler. Het is dus gewoon zonde.