Ferdinand Piëch, zonder twijfel één van de belangrijkste en invloedrijkste mensen in de auto-industrie van de afgelopen zes decennia, is overleden. Naar verluidt werd hij onwel in een restaurant, en overleed in het ziekenhuis waar hij naartoe werd gebracht. De in Oostenrijk geboren Piëch werd 82 jaar. Ferdinand Piëch was de kleinzoon van Porsche-oprichter Ferdinand Porsche. Zonder veel overdrijving kun je stellen dat het huidige Volkswagen (en de Volkswagen Groep) is wat het is dankzij Piëch. Zijn carrière omspande zo’n beetje alles wat wielen had, van pure racewagens via vierwielaangedreven rally-auto’s naar gezins-hatchbacks en hypercars van dik 1.000 pk. Als eerbetoon een greep uit zijn (vooruit: niet altijd even grote) successen.

Porsche 917

De vermaarde Porsche 917 was niet direct vanaf het prille begin een succes. Wat heet: het ding was ronduit levensgevaarlijk. De power van de twaalfcilinder boxermotor was fenomenaal, maar de achterkant van de auto werd op snelheid dermate licht dat hij volstrekt ongeschikt was voor circuits als de Nürburgring en Spa. De eerste keer dat een 917 meedeed aan Le Mans, in 1969, eindigde met een crash en de dood van de coureur. Waar het voor de hand lag dat Porsche met project 917 zou stoppen, was dat Piëchs eer te na. Hij moest en zou een waardig tegenstander voor de dominante Ford GT40’s en Ferrari’s hebben en spendeerde eindeloze uren en geldstromen aan onderzoek naar de aerodynamica. Resultaat: de 917 won Le Mans in 1970 én 1971 (die laatste keer, zoals je waarschijnlijk wel weet, met Gijs van Lennep achter het stuur. Fun fact: weet je wie zijn co-bestuurder was? Helmut Marko, de eminence grise van Red Bull Racing). De Porsche 917 vierde dit jaar zijn 50e verjaardag, samen met andere grootheden als de Concorde en de Apollo 11.

Audi 80/100

Omdat oom Ferry in 1972 vindt dat familieleden maar beter geen hoge functies bij Porsche meer kunnen bekleden (de Piëchs en Porsches hadden nogal eens ruzie), vertrekt Ferdinand en ontwikkelt in eigen beheer een vijfcilinder dieselmotor. Die trekt de aandacht van Audi (toen nog beslist geen hoogvlieger), waar hij in dienst treedt en als hoofd van de ontwikkelingsafdeling verantwoordelijk is voor de Audi 80 en Audi 100, de voorlopers van de A4 en A6. Die laatste, mét Piëchs vijfcilinder aan boord, is de eerste met de letters TDI in de typenaam. Er zouden er nog vele volgen.

Audi Quattro

Piëchs ervaringen met de Porsche 917 leerden hem dat succes in de racerij een enorme impact kon hebben op de reputatie van een merk. Toen de FIA opeens besloot vierwielaandrijving toe te staan in de rallykampioenschappen, rook Piëch een kans voor Audi. Het resultaat was de nauwelijks verslaanbare Quattro, die in 1982 en 1984 kampioen werd. Belangrijker was echter dat de term Quattro zo iconisch werd dat Audi er tot op de dag van vandaag gebruik van maakt.

Bugatti Veyron

Natuurlijk is Piëch ook het grote brein achter de platformstrategie die enorme hoeveelheden kosten en onderdelen bespaarde, en met name Volkswagen, Skoda en Audi zo veel succes bracht. Hij zal echter ook zeker worden herinnerd door zijn nogal megalomane plannen die juist scheppen met geld kostten. En megalomaner dan de Bugatti Veyron wordt het niet. Ferdinand Piëch had nu eenmaal in zijn hoofd gezet dat hij de ultieme sportauto wilde, die 1.000 pk sterk was en een top van minstens 400 km/u moest kunnen halen. Piëchs wil was wet, dus de arme ingenieurs moesten het maar voor elkaar zien te krijgen. Ze zagen zich geplaatst voor een haast onmogelijke opgave. Een motor die dat soort prestaties kon leveren en niet na een paar races vervangen hoefde te worden, bestond niet. Evenmin als banden die 400 km/u aankonden maar ook een natte b-weg. Of een transmissie met dubbele koppeling die net zo makkelijk 1.250 Nm aan koppel kon verstouwen als rustig kabbelen over een boulevard toeliet. Het was een formidabele onderneming die sloten geld heeft gekost (de VW Groep heeft aan de Veyron nooit een stuiver verdiend – integendeel), maar het lukte – bijzonder goed zelfs. In feite compleet gekkenwerk, maar een mechanisch meesterwerk was hij zeker.

Volkswagen Phaeton

Niet alles wat Ferdinand Piëch aanraakte, veranderde in goud. Een ander behoorlijk megalomaan project was de Volkswagen Phaeton. Zijn idee van een Volkswagen die het de Mercedes S-klasse lastig moest gaan maken, stuitte ook intern op veel verzet. Niet alleen bij de ingenieurs, die Piëchs eisenlijstje (met leuke details als ‘ook bij 250 km/u tegenwind mogen er geen vibraties in de motorkap optreden’ afdeden als volstrekt ondoenlijk. Maar wat Piëch wilde, kreeg Piëch: een in diverse opzichten onhandig genaamde superlimousine met eventueel een biturbo W12 of een legendarische V10-dieselmotor. Verkooptechnisch was het een drama, maar wie er weleens een heeft gereden, weet dat technisch aan alle voorwaarden voldaan was. Hij was zeker zo goed als een S-klasse. En, misschien wel belangrijker: hij vormde de basis voor de Bentley Continental, die dat merk weer helemaal op de kaart zetten. Zoals een beroemd wijsgeer al sprak: elk nadeel heb z’n voordeel.

Volkswagen Golf IV

De Golf deed het altijd al goed, maar het verschil tussen de Golf III en Golf IV was enorm, en vertegenwoordigde exact Piëchs manier van denken. De kwaliteit en het luxegevoel moesten omhoog (waardoor meer mensen er een zouden willen hebben), terwijl het aantal onderdelen omlaag moest (waardoor kosten werden bespaard en de winst werd verhoogd). Geen auto slaagde daar zo goed in als de Golf IV, en hij nam in zijn kielzog hele merken als Skoda en modellen als de Audi A3 op sleeptouw. De genialiteit van het (in principe simpele) idee werd alleen overvleugeld door de perfectie van de uitvoering. Rust zacht, Ferdinand.

Reacties

  • SS heeft op 27 augustus 2019 geschreven:

    Dankzij der fürher groot geworden niet te vergeten…

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear