Middernacht op een boot in de Oost-Chinese Zee. Of is het de Zee van Japan? Of de Gele Zee? Het is in ieder geval een strategisch belangrijke plek. Net als Jeju. Dat is onze bestemming, een eilandje dat op een nachtelijke ‘rit’ per veerpont vanaf de onderkant van Zuid-Korea ligt.
Tot nu toe heeft het hele bezoek aan deze haven er alles aan gedaan om mij ervan te overtuigen dat onze ferry’s in Europa… Je weet al wat ik wil gaan zeggen, hè? Dat Korea’s nijverheid en organisatietalent heeft geleid tot gelikte nieuwe manieren om mensen en auto’s hyperefficiënt aan boord van een schip te krijgen, en dat de hele ervaring zó snel gaat dat het proces al voorbij is voor je zelfs maar een briesje zeelucht in de neusgaten hebt gekregen.
Nu al cultuurverschillen
Nou, nee dus. Ik parkeerde bij de terminal in Mokpo en werd geïnstrueerd de tassen die ik mee wilde nemen aan boord uit de auto te halen. Daarna werd me verteld de auto aan boord van de ferry te rijden, langs achteruitrijdende vrachtauto’s, van hellingen af en langs pilaren, voordat ik hem ergens achteruit op zijn plek moest zetten.
Ik stond er een tijdje een beetje verloren bij terwijl de in oliepakken geklede crew de auto aan het dek vastketende. Wat ik uit de internationale gebarentaal dacht op te maken, was: ‘Neem dezelfde weg terug.’ En dus omzeilde ik te voet opnieuw de ladende mêlee aan trucks, vorkhefdingessen en containers, om terug bij de terminal te komen.
Ik pikte mijn bagage weer op, ging braaf in de rij staan en liep uiteindelijk, lichtelijk in verwarring, de loopplank naar het schip weer op. Niet heel gladjes dus. Dat was de lunch dan weer wel. Letterlijk. Octopus-tentakels. Ik had de gidsen gevraagd ons naar iets lokaals te brengen en kwamen terecht op een plek met plastic stoeltjes waar we ons voedsel moesten kiezen uit een aquarium.
Een reis naar het onbekende
Wat volgde, was een soort abattoir-aan-tafel. En toen moest het eten nog beginnen. Dit is de kant van Korea waarvan we veel minder weten. We zien en horen de neonkant van dit deel van de wereld, de energie die alleen maar ‘alles kan, en we gaan alles ook doen’ uitstraalt. De tv’s, de telefoons, de gadgets – de Samsungs en LG’s, de opmars en opmars en opmars van Hyundai en Kia.
En dat klopt ook allemaal, het is alleen zo dat – en dat weten we allemaal eigenlijk wel – economieën niet overal in een land even hard gaan. In Engeland hebben ze het over het noorden, hoe dat op hetzelfde niveau gebracht kan en moet worden. Koreanen zijn er vooral op uit het succes van Seoel ook naar het zuiden uit te breiden.
Meer dan een eiland is Jeju eigenlijk een project. Al in 2012 maakte de -centrale overheid van Korea een plan bekend om het eiland in 2030 CO2-neutraal te maken, waarbij alle energie duurzaam gewonnen moest worden. Het was geen onbereikbaar doel: Jeju is voor Korea wat Hawaï is voor Amerikanen. Het draait om recreatie.
Het eiland Jeju
Het heeft de vorm van een zetpil en meet dik 70 kilometer van het ene eind naar het andere. Zware industrie is er niet. Dat vraagt dus al om minder energie en stoot meteen al minder uit. Veel huizen hebben zonnepanelen, er zijn in de omliggende zee ongeveer 120 windturbines geplaatst en er zijn allerlei subsidies die het kopen van een elektrische auto aantrekkelijk maken (ze hebben er het hoogste percentage van het hele land).
Er zijn net zoveel laders als er auto’s zijn. Nee, dat heb je niet verkeerd gelezen. Dit vrolijke vakantie-eiland is de perfecte plek om elektrisch te rijden. Net als Seoel, trouwens. Ik was hier zeven jaar geleden voor het laatst, toen de hele stad onder een deken van smog lag waarvan China de schuld kreeg, vanwege emissies die de Gele Zee over zouden drijven.
Dat lijkt enigszins veranderd: vandaag de dag is het uitzicht over deze megastad vanaf de top van de 556 hoge Signiel Tower kristalhelder. Ik kijk niet neer op wolken, maar op gebouwen die doen alsof ze een laag wolken zijn, en op steile hellingen die zich met moeite boven het stedelijk geweld uit lijken te strekken. Het laat nog maar eens zien hoe bergachtig dit land eigenlijk is.
Rijden in Seoul
Beneden staat een Hyundai Ioniq 6 zich tegoed te doen aan de laatste elektronen om zichzelf klaar te stomen voor de bijna 500 kilometer verre trip naar Mokpo. Rijden in Seoel gaat zo: daar ga je, zie maar dat je eruit komt.
‘Het is alsof je door het decor van Scooby Doo rijdt: een constant repeterend plaatje van grootstedelijke overkill langs je ruiten’
De achterafstraatjes hebben geen stoep en zijn krap en vergeven van de gammele scooters, kartonnen dozen, steigermaterialen en loshangende kabels – veel groter kan het contrast met de aangeharkte en opgedofte doorgaande wegen niet zijn. Daar is het het over veel banen verdeelde verkeer dat je naar de strot vliegt. En dat zal blijven doen zolang je ertussen rijdt.
80 kilometer. Zo ver moet ik rijden voordat ik een beetje het gevoel heb op het platteland te zijn. Er wonen 10 miljoen mensen in Seoel, 25 miljoen als je de inmiddels aan de stad vastgegroeide voorsteden meetelt. Het is alsof je door het decor van een aflevering van Scooby Doo rijdt, met een constant repeterend plaatje van grootstedelijke overkill langs je ruiten.
De Ioniq 6 slaat zich er met flair doorheen. De lichte cabine kalmeert onmiddellijk, de reacties van alle bedieningselementen worden in alle rust en kalmte afgeleverd, net als het gefluister en de piepjes van de navigatie. Ik wil de volle beleving, dus ik laat hem in het Koreaans praten en zet een lokale radio-zender op voor wat K-pop in zijn natuurlijke omgeving.
Specificaties van de Hyundai Ioniq 6
De 6 mag dan op hetzelfde platform staan als de Ioniq 5, met dezelfde 77-kWh accu’s en identieke tweemotorige set-up met 325 pk, maar verschil is er wel. De Hyundai Ioniq 6 is geraffineerder. De vering, demping en isolatie vertonen meer overeenkomsten met die van een Mercedes EQS, en net als die auto (trouwens de enige met een nog lagere luchtweerstandscoëfficiënt dan de 0,21 van de 6) snijdt hij eenvoudig door de lucht. Zet de regeneratie uit en hij freewheelt kilometers lang. Goed voor je actieradius.
Ik hoef dus niet eens bij te laden als ik even stop voor wat snacks. Dat is natuurlijk ook de bedoeling. De 6 komt alleen al vanwege de aerodynamica 40 kilometer verder op een lading dan de 5. Als je jezelf kunt inhouden en de versie met een enkele motor en 18-inch wielen bestelt, loopt het maximale bereik op van 515 naar 615 kilometer.
In theorie kan ik de hele weg naar Mokpo op één lading redden, maar op de veerboot kan ik niet laden, dus ik ben maar op zoek gegaan naar een plek om te lunchen. Het is vlak bij een plek waar ik eerder ben geweest: de Saemangeum-dijk. Als je van gigantische ingenieursprojecten houdt, zoek het maar eens op – je weet niet wat je ziet. (Bij de voltooiing in 2006 werd dit officieel de langste zeedijk ter wereld, een record dat tot die tijd op naam stond van, jawel, de Afsluitdijk.)
Over Zuid-Korea
Korea is geen intimiderend of zelfs maar moeilijk land om doorheen te rijden. Veel bewegwijzering is in het Engels, de invloeden zijn ook veel Westerser dan in China of Japan. De maatschappij is open en vriendelijk, en contactloos betalen scheelt tegenwoordig ook een hoop, nietwaar? Zo gaat de dag voort, kilometers worden vriendelijk verorberd en glijden net zo makkelijk voorbij als de octopus eerder naar binnen ging (na de kokhals-reflex dan).
Dan komen we bij Seonyudo, een eiland dat een aantal kilometers uit de kust ligt – of beter, lag, nu de dijk ze aan elkaar heeft verbonden. De laadpaal hier reageert bereidwilliger op een Britse creditcard dan de meeste Britse laders, en begint de stroom met 200 kW naar binnen te pompen. Het nieuwe ontmoet het oude.
‘De 6 is capabel en effectief. Hij gaat substantieel verder dan de hier en daar toch wat vage 5’
Afgezien van de verbindingen – zowel de elektrische met de auto als de dijk met het vasteland – voelt Seonyudo als een plek die probeert alles weer een beetje op een rijtje te krijgen. Ooit was het een landelijk vissersdorpje, nu een hotspot voor Insta-selfies. Het is er adembenemend mooi, met een breed strand dat uitkijkt over een keten her en der neergedruppelde, beboste eilandjes. We grijpen de gelegenheid met beide handen aan, maken foto’s tot de zon ondergaat en zetten dan koers naar Mokpo.
De Ioniq 6 op bergweggetjes
Als de zon weer opkomt, rij ik op tegen Jeju’s belangrijkste en dominantste verschijning: Hallasan. Een slapende vulkaan en met 1.950 meter de hoogste berg van Zuid-Korea. Boven de 800 meter is het een nationaal park en op dit moment is er nauwelijks iemand; alleen een weg die door lavakleuren kronkelt terwijl de herfst zich over de vegetatie op de flanken van de bergen bekommert.
De Ioniq 6 gaat keuriger en zelfverzekerder met bochten om dan ik had gedacht. Hij weet prima raad met overhellen en de techniek die zorgt voor de koppelverdeling lijkt nadrukkelijk van plan te zijn te bewijzen wat ie kan. De 6 is capabel en effectief: hij gaat substantieel verder dan de hier en daar toch wat vage 5.
Er wacht ons een verrassing bij het bezoekerscentrum. Zoals het de inwoners betaamt van een land dat 70 procent van zijn oppervlak bedekt weet met bergen, gaan Koreanen er regelmatig op uit. Wandelen (het serieuze soort) is een nationale obsessie, zelfs in de maffere delen van Seoel loopt iedereen op wandelschoenen en in allerlei technisch textiel, terwijl hier in Jeju alles draait om kamperen.
Wie hebben we daar?
Tot voor kort had Hyundai (terwijl ze, -inclusief Kia, hier een marktaandeel hebben van niet minder dan 80 procent!) daar nog nooit op ingespeeld, maar nu hebben ze dan toch eindelijk de Staria. Een personenbusje, omgetoverd in een rivaal voor de VW California-camper, maar dan veel futuristischer. Moet je zien: wat een buitengewoon staaltje design, een les in hoe je een simpel doosje persoonlijkheid en charme kunt geven, zelfs al heb je geen erfgoed om op terug te vallen.
Maar voordat ons enthousiasme met ons op de loop gaat: dit toekomstbusje heeft een vies geheim. In de letterlijke zin. Hij loopt op diesel. Hij mag er dan uitzien alsof ie een ID. Buzz-achtige EV-aandrijflijn zou moeten hebben, feitelijk zit er gewoon een 2,2-liter roetspuwer in. Hij heeft stroom nodig voor al zijn systemen, en heeft daar ook een forse batterij voor, maar eigenlijk vindt hij het prettiger om ingeplugd te worden.
Komt dat even goed uit: de Ioniq 6 kan niet alleen geladen worden, maar dankzij zijn V2L-techniek (Vehicle to Load) ook als lader optreden. En dus is het plan om lekker een nachtje te gaan wildkamperen, met de Ioniq 6 als hulp om de lichten aan en het dieselschuldgevoel uit te krijgen.
Rijgedrag van de Hyundai Staria
Zo’n busje rijden is qua ervaring natuurlijk een heel ander verhaal. Na twee dagen geruisloos zoeven is het vreemd om te moeten wachten op een voorgloeilampje en trillingen en herrie te ervaren. De rijpositie is minder rechtop en bestelwagenachtig dan in een VW, de lage raamlijn levert prima zicht op, de automaat sleurt loom door zijn versnellingen, de auto voelt wat topzwaar en wiebelig in de bochten, die sowieso stuk voor stuk worden begeleid door geratel van bestek en verontrustende schuifgeluiden van -kennelijk niet goed vastgemaakte kampeeruitrusting.
Ik ga richting het zuidwesten, de Ioniq 6 volgt gedwee. Het is een slim staaltje aerodynamica, die 6, maar een succesvol design? Nou nee, niet in dezelfde klasse als de Ioniq 5. De lijnen komen aan de achterkant maar moeizaam bij elkaar en de koplampen zijn wel erg geknepen. Van een afstandje is het beter, maar over het algemeen straalt de Staria als design meer zelfverzekerdheid en uitbundigheid uit.
De heuvels rondom Hallasan zijn vruchtbare landbouwgrond met veel citrusvruchten, waarbij de velden vaak van elkaar worden gescheiden door muurtjes van zwarte lavastenen. Tsja, daar liggen er hier genoeg van. Maar economisch gezien speelt de landbouw de tweede viool: toerisme is hier belangrijker.
Het vliegverkeer van en naar Jeju
Wij zijn hier met de auto naartoe gereden, maar de vliegroute van Seoel naar Jeju is de drukste ter wereld, met tot wel 230 vluchten per dag. Nee, dat is geen tikfout. Korea is welvarend, Seoel is chaotisch, dus hier kunnen zo’n 15 miljoen bezoekers per jaar even aan de drukte ontsnappen. Het heeft vervuilingsproblemen met zich meegebracht die de overheid het hoofd probeert te bieden.
De westkust is minder aantrekkelijk dan ik had gehoopt. Het is hier steenachtig en kaal – de goede stranden zijn in het noorden en zuiden, maar de zon gaat onder aan deze kant, die op China uitkijkt en de passaatwind ontvangt. Wildkamperen was hier een heel ding, maar het liep uit de hand, wat ertoe leidde dat veel populaire plekken nu geblokkeerd zijn. Maar het is november.
Ik parkeer en prepareer de Staria. Het aansluiten op de Ioniq 6 is een makkie, de stroom komt netjes binnen om het dak omhoog te helpen, de achterstoelen weg te klappen, thee te zetten, telefoons op te laden, sfeerverlichting in te schakelen en een muziekje te draaien. De conversie naar camper is absoluut doordacht gedaan, de auto is bedrieglijk groot en uitstekend uitgerust.
Geheimen over duurzaamheid van de Staria en het eiland
De kleuren spatten die avond van de hemel af, de windturbines draaien en zoemen en zorgen dat het gebruiken van de stroom uit de Ioniq 6 extra goed voelt. Maar het trekt behoorlijk fris op, waarna de coole camper nóg een vies geheimpje blijkt te hebben: de verwarming draait ook op diesel. En dit is hier niet het enige energievraagstuk.
Jeju zelf blijft behoorlijk achter bij de eigen planning. Slechts 25 procent van de energie komt op dit moment van hernieuwbare bronnen, en hoewel het eiland het hoogste percentage EV’s in Zuid-Korea heeft, is dat nog altijd maar 6 procent van de markt, terwijl het doel voor 2022 op 23 procent lag. De transitie naar elektrisch verloopt dus niet volgens plan. Nog niet.
Ter vergelijking, Groot-Brittannië is proportioneel wat verder met de overstap naar stekkers: er werden daar vorig jaar 191.000 EV’s verkocht tegen 90.000 in Korea. Maar onderschat Korea vooral niet. Dingen die moeten gebeuren, worden hier ook vooral gedaan. En wel meteen. Ze zien een probleem en fiksen het.
De geschiedenis van Korea
Dit komt voor een groot deel voort uit de nationale ervaring: Korea is een klein visje, gevangen in de scharen van grootmachten China en Japan, en is gedurende de geschiedenis door die twee als een soort politieke voetbal gebruikt. Korea was van 1910 tot 1945 bezet en werd feitelijk beschouwd als onderdeel van Japan.
Toen het land daaruit kwam, werd het in de Koreaanse Oorlog in tweeën gesplitst bij de 38e breedtegraad, waarna het Amerikaanse leger rotsvast achter Zuid-Korea stond. En daar profiteerde het land enorm van. Er ligt veel vertrouwen en een zekere vorm van lef ten grondslag aan de groei en ontwikkeling van Zuid-Korea. Je ziet het terug in Hyundai, in de energietransitie – en in het toerisme.
En toerisme betekent hier musea
Om de vakantievierders aan te sporen ook eens wat anders te doen dan op het strand liggen of wandelen op de Hallasan, werden er belastingvoordelen en subsidies gebruikt om de bouw van musea aan te moedigen. En, let op: het enige dat je nodig had, was een verzameling van ten minste 100 objecten, een kamer, een thermostaat en een anti-diefstalalarm.
Er zitten vele eerzame en fraaie collecties tussen. En een paar die op een glorieuze manier knotsgek zijn. En dus ga ik de volgende dag maar eens een toertje langs een aantal musea maken. Ik begin met wat familievriendelijke favorieten, zoals Chocolate Land, het Teddy Bear Museum en het onvermijdelijke Hello Kitty Island, en ga dan door naar het wat eigenaardiger soort.
Het Schelpen-museum is vijf keer groter dan je op grond van het onderwerp misschien zou verwachten, het Museum van Citrus ruikt heerlijk en is een onverwacht genoegen, en het Speelgoedmuseum ziet eruit alsof iemand zijn verzameling ‘rotzooi aangetroffen in chocolade-eieren’ over een parkeerplaats heeft uitgestrooid.
‘Korea’s mentaliteit stelt Hyundai in staat bijzondere dingen te doen en er opmerkelijk mee te groeien’
Het Jeju Figure Museum is een duidelijk geval van een zwaar uit de hand gelopen hobby, en sinds wanneer is de combinatie auto’s en piano een ding? Het Doolhofmuseum konden we nergens vinden, Pororo en Tayo zeiden me niks, van het Osulluc Tea Museum krijg je dorst en bij het Sex and Health Museum is niemand. Maar gezien de standbeelden in de verder overigens prachtige tuinen is het alleen in de biologische zin familievriendelijk. Ik bloos ervan.
Mijn favoriet is het Griekse Mythologiemuseum. Een aantal pakhuizen in de middle of nowhere, afgeladen met standbeelden, pilaren en een almaar groeiende vraag: waarom, in hemelsnaam? De museumsubsidies zijn nu ingetrokken. Maar de gretigheid waarmee er gebruik van werd gemaakt, spreekt boekdelen over de mentaliteit van de Koreanen.
Eindconclusie van onze reis met de Hyundai Ioniq 6 en Hyundai Staria
En het is ook die mentaliteit die Hyundai in staat stelt zulke bijzondere dingen te doen en er zo’n opmerkelijke groei mee te bereiken. Met de Ioniq 6 komt daar een overtuigende langeafstandszakenauto bij die zeker zo goed, zo niet beter is dan de Tesla Model 3, terwijl de Staria (die nu ook in Europa verkrijgbaar is) naast de ID. Buzz zomaar een comeback voor MPV’s zou kunnen bewerkstelligen.
En Jeju zelf? Niets is ooit helemaal volgens plan verlopen, maar dat is ook een beetje de bedoeling. Jeju is het testcentrum van Korea – als dingen daar werken, zullen ze dat elders in het land ook wel doen en worden ze daar ook uitgerold. Hyundai is nu van plan er het centrum voor de acceptatie van waterstof van te maken. Dat dus: ze zijn nog niet eens klaar met elektriciteit en ze zijn alweer verder aan het kijken.
Reacties