Hebben we net onze tranen gedroogd (en uitgelegd wat de verdachte stapel tissues in de prullenbak naast ons bureau deed) vanwege de viercilinder in de Porsche 718 Cayman, krijgen we dit. Jaguar gaat de F-type leveren met een viercilinder.
De meest fabelachtig klinkende zescilinder die je op dit moment kunt kopen, wordt buitenspel gezet door een tweelitertje met 300 pk. In 5,7 seconden sprint de geamputeerde F-type naar 100 km/u en de topsnelheid ligt op 249 km/u. Dat is slechts een fractie langzamer dan de V6. Je herkent de mankepoot aan zijn enkele centrale uitlaat.
Op papier is het allemaal zo erg nog niet. Helaas rij je een auto niet op papier, maar op asfalt. En met je hart. En je hart wil dat gebrul van die V6 voelen. En dan hebben we het nog niet eens over dingen als turbogat, die de twin-scroll turbocharger zogenaamd elimineert. Dat hebben we vaker gehoord.
Niet zo mauwen, dan koop je toch gewoon de V6?
Nee, want de F-type met viercilinder heb je al vanaf 71.620 euro. Voor een zescilinder betaal je minimaal 99.210 euro. Kun je echt het prijsverschil van 27.590 euro in je hoofd goedpraten voor twee cilinders extra? En als dat lukt, kun je dan aan je kinderen uitleggen waar hun collegegeld gebleven is? Of waarom de vakantie dit jaar niet doorgaat? Het is een onmogelijke keuze die Jaguar ons nooit had mogen voorschotelen.
Doe niet zo melodramatisch over die Jaguar F-type met viercilinder
Oké, ze hebben de Jaguar F-type slechter gemaakt. Maar: het algehele aanbod voor wie op zoek is naar een onpraktische daily driver (lees: fijne coupés) is erop vooruitgegaan. Nooit eerder kon je met een budget rond de 70.000 euro een F-type kiezen. Dan zat je vast aan een een BMW 4-serie, een Audi TT of een A5 Coupé. Een Alfa Romeo 4C laten we buiten beschouwing als daily driver, dat wil je je rug niet aandoen. Nog een voordeeltje: de Jaguar F-type met viercilinder is 52 kilo lichter. Nu maar hopen dat Jaguar zijn best heeft gedaan op het geluid van de viercilinder.
i-dtec 3 heeft op 12 april 2017 geschreven:
Ik zit er ook niet zo mee met een 4 pitter. En turboloze auto’s (compressors uitgezonderd) laat ik links liggen.
Het kost alleen maar meer brandstof een hele rits cilinders, en ik duw liever diep het gas in zonder dat je voor elke scheet weer moet tanken.