TopGear stapt net uit een pre-productieversie van de Lamborghini Huracán STO. Binnenkort lees je in ons magazine het volledige testverslag; nu alvast de highlights.

Testobject: Lamborghini Huracán
Uitvoering: STO (pre-productie)
Locatie: Nardò Ring, Italië
Weersomstandigheden: droog en herfstig

Wat is dit en waarom is het ingepakt?

Het is de zojuist aangekondigde Lamborghini Huracán STO (Super Trofeo Omologata). Nou ja, het vermomde prototype ervan. We mochten er een paar rondjes mee rijden op het circuit van Nardò terwijl Lambo de laatste hand legde aan de ontwikkeling. Daar konden we natuurlijk geen nee tegen zeggen.

Meer details graag!

De STO is voor Lamborghini wat de 620R is voor McLaren, of de GT Black Series voor AMG. Een straatauto ontwikkeld naar de raceversie, met andere woorden. En zoals alle ‘op racers geïnspireerde’ straatauto’s betekent dat een stevig dieet: 43 kilo is ie kwijt ten opzichte van de toch al lichter gemaakte Huracán Performante. Dit mede dankzij magnesium wielen, heel veel met koolstofvezel versterkt plastic, koolstofvezel deurpanelen uit één stuk (met nylon lusjes natuurlijk), alcantara en iets wat Carbon Skin heet in plaats van leer.

Is dit de zwanenzang van de V10?

Jep. De 5,2-liter turboloze motor levert hier zelfs nog meer geluid bij hoge toeren, dankzij een nieuw uitlaatsysteem, en een nog scherpere respons. De Lamborghini Huracán STO heeft 640 pk en 565 Nm – dat laatste is net iets minder dan de vierwielaangedreven Performante. Hij gaat van 0 naar 100 in 3,0 seconden en beschikt over de nieuwste dynamicasystemen uit Sant’Agata: achterwielbesturing, rij-modi en magnetorheologische adaptieve ophanging, plus stijvere ophanging en een grotere spoorbreedte voor en achter. Daarnaast zijn er uit de F1 afkomstige CCM-R koolstof-keramische remmen die 25 procent meer stopkracht leveren. De banden? Dat zijn Bridgestone Potenza’s – Sport is standaard, Race is optioneel – in de maten 245/20 en 305/30 voor en achter.

Ziet er indrukwekkend uit…

Dat zeker. De voorkant bestaat nu uit één geheel – een cofango, noemt Lambo het – en er zit een luchtinlaat op het dak om de motorruimte te voeden. De enorme achterspoiler mist het bewogen, actieve ALA-aerosysteem van de Performante. Wel is ie instelbaar om de downforcebalans met 13 procent tussen voor en achter te variëren. In totaal levert de Lamborghini Huracán STO 53 procent meer downforce (420 kilo bij 280 km/u) dan de Performante.

Maar eh… hoe rijdt dat nou?

Och, laten we zeggen dat we ons aardig hebben vermaakt. Oké, heel erg hebben vermaakt. We mochten op een leeg Nardò achter Mario Fasanetto in een Super Trofeo aan rijden. Een racer op slicks, bestuurd door iemand die het circuit op zijn duimpje kent en ons graag wil laten zien wat de STO kan.

De V10 heeft die heerlijk lineaire versnelling en pure soundtrack waar we zo van zijn gaan houden. Met een helm op hoor je het verschil niet echt, maar je hoofd wordt des te harder tegen de hoofdsteun gebeukt wanneer je opschakelt. De snelheid waarmee we de eerste bocht in gaan, ligt boven de 270 km/u (oei…), maar de STO voelt stabiel aan. En wanneer we de remmen krachtig intrappen, laat het scherm zien dat ze nog niet eens een béétje op temperatuur komen. We moeten beter ons best doen.

Hoewel hij stijver is dan de gewone Huracán is de ophanging van de STO toch vrij toegeeflijk. We zien hoe de Super Trofeo volmaakt vlak blijft liggen terwijl de STO z’n veren aan één kant induwt en licht begint te kwispelen. Hij is iets zachter dan we verwachtten, maar dat maakt hem voorspelbaar en speels. Handig wanneer je te ver gaat: hij laat het je weten en geeft je net genoeg marge om de meeste trackday-ongelukjes te voorkomen.

Is de Lamborghini Huracán STO niet wat te serieus voor mij?

Hij heeft niet de uitzinnige rij-modi van een Ferrari of McLaren die zorgen dat je eruitziet als een absolute stuurheld. Maar er is ontzettend veel plezier met hem te beleven. De remmen zijn extreem indrukwekkend en blijven je pushen om ze steeds later en harder in te trappen dan je voor mogelijk achtte. Minpunten zijn er ook: de besturing zou iets meer gewicht en weerstand mogen hebben (dat wordt bij de productieversie wellicht nog aangepakt).

Ook zou er wat ons betreft een optie mogen zijn voor een spartaanser interieur, voor dat echte raceautogevoel. Je kunt een hoop personaliseren, maar over het algemeen voelt het nog wat te luxueus aan. Dit prototype ontbreekt het aan finesse en afwerking, maar het heeft wel alle hardware en het nieuwe infotainment aan boord. Veel informatie, telemetrie en onboard-camera’s om je snelste ronde vast te leggen – mooi spul allemaal.

Jullie eindoordeel?

Als je denkt een echte Super Trofeo-auto voor de openbare weg te kopen, zul je toch wat teleurgesteld worden. De STO is veel beschaafder dan wat voor raceauto dan ook. Wat ie je wel biedt, is het technologische destillaat van duizenden circuituren, geoptimaliseerd voor straatgebruik. Geef hem banden en benzine en je kunt eindeloos met hem losgaan op je favoriete trackday. Maar op weg naar huis zul je op een rustig weggetje net zoveel plezier met hem hebben. En met de elektrische revolutie voor de deur is er veel te zeggen voor de zintuiglijke overload die deze Super Trofeo Omologata je geeft.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)