Familievrienden, favorieten, leuk om te rijden... met 24 jaar ertussen
Dus zo ziet 24 jaar vooruitgang eruit. Als je in de glorieuze nevels van de late jaren negentig op zoek gaat naar het kleinste dat Land Rover te bieden had, kwam je bij de Freelander L314 uit. Oorspronkelijk heette hij het Pathfinder Project en had hij codenaam CB40 – naar Canley Building 40, waar het concept was ontwikkeld. De Freelander stond voor Land Rovers weg naar moderniteit; een monocoque in plaats van een zwaar ladderchassis, bereikbaar, kleiner en minder puur gericht op offroad-werk. Hij deed het goed – er werden er meer dan een half miljoen van verkocht.
Nou, de Freelander uit 1997 kwam er in eerste instantie als drie- en vijfdeurs, en ook als een ‘softback’-cabrio en als grijs-kentekenvariant. Dat bleef zo, met een paar aanpassingen hier en daar; tot 2006, toen hij werd vervangen door de Freelander 2 (L359), die het volhield tot 2014. Het grote probleem voor de 2 was de Evoque, die in 2011 kwam, en veel mooier, luxer en moderner was.
Ja, dat was eigenlijk veel meer een echte vervanging van de Freelander. Hij kwam in 2014, je kon hem als zevenzitter krijgen en, je raadt het al, hij was vele malen beter. Hij werd zelfs Land Rovers bestseller. De nieuwste is gebaseerd op het PTA-platform (Premium Transverse Architecture) van Jaguar Land Rover, en heeft nieuwe Ingenium diesel- en benzinemotoren, en nog plug-in hybrides ook. Geen cabrio-optie, trouwens. En ja, dan negeren we expres de Evoque Cabrio. Gewoon, omdat het kan.
Interessant. Onder de motorkap ligt een een kleine 1,8-liter viercilinder, gejat uit de toenmalige MG F-sportauto. Hij had maar 120 pk, maar als je hem hoog in de toeren hield was ie, ook omdat ie maar 1.355 kilo moest voortsleuren, eigenlijk helemaal zo slecht nog niet. Er was een wat nukkige handmatige vijfbak, het weggedrag was best aardig en er was veel om leuk te vinden. Het contrast met de Disco Sport is groot: automaat, veel geavanceerdere demping, veel meer power en veel meer gewicht. Opmerkelijk is het ruimtegevoel in de oudere auto, vooral dankzij de veel lagere heuplijn en meer glas. De moderne Sport voelt in vergelijking als een bunker.
Zeker! In veel opzichten vertegenwoordigen deze twee auto’s precies wat er in de hele auto-industrie is gebeurd. In de basis zijn het dezelfde auto’s, maar de moderne is groter, zwaarder, krachtiger, comfortabeler en beter geïsoleerd. En ja, hij heeft nu de optie van twee extra stoelen achterin. Maar je kunt zien waar men met de Freelander op mikte, en het moet toen als een schot in de roos hebben gevoeld. De hoge zitpositie en de veiligheid van vierwielaandrijving, en het ontbreken van het grondstoffelijke van de Defender, het formaat van de Discovery en de prijs van de Range Rover. Hij heeft destijds waarschijnlijk het leven van Land Rover gered.
