In de jaren tachtig waren betaalbare Europese sportauto’s nagenoeg uitgestorven. Niemand wilde meer zo’n onbetrouwbaar ding, hoe leuk ze ook reden. Mazda zag het gat in de markt en sprong er vol overgave in. Maar ze deden het wel iets anders dan de Engelsen.

De MX-5 is een pure tweezitter en schoot precies raak: hij was mooi, praktisch, reed heerlijk en was ook nog eens heel betrouwbaar. Wat heet: de motor van de eerste generatie was oorspronkelijk ontwikkeld als turbomotor en kan met alle gemak de kleine 116 pk aan die hij nu moet verwerken.

Alle generaties zijn goed, maar misschien zouden we niet meteen voor de tweede (NB) gaan. Deze is minder iconisch dan de eerste generatie en de gevoeligheid voor roest is nog wat groter. Technisch is hij identiek aan de NA – dus waarom niet die kiezen?

Voor een habbekrats koop je er een met veel kilometers. Dat kunnen ze prima hebben, maar kijk wel goed of de Mazda MX-5 met zorg behandeld is. Roest is goed te repareren rond de wielkasten, maar het liefst koop je er eentje zonder. Als je goed zoekt, kun je ze vinden.

Voor tussen de 10.000 tot 20.000 euro heb je veel keus als het gaat om de derde generatie Mazda MX-5. Dan kun je kiezen tussen een softtop of een metalen vouwdak. Je kunt ook heel lang op zoek gaan naar een BBR Turbo.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)