Porsche 911 RSR: de grootste boxermotor

De nieuwste Porsche 911 ben je ongetwijfeld al meerdere keren tegengekomen op straat of bij de dealer. Je zou verwachten dat het merk de nieuwste Elf naar voren zou schuiven om mee te doen in de racerij. Dat is niet zo, want de nieuwe Porsche 911 RSR is in de basis nog de vorige generatie 911.

Porsche noemt de 911 RSR een compleet nieuw ontwikkelde auto: 95 procent van de onderdelen zouden nieuw zijn. De brede neus (2.042 millimeter!) heeft iets weg van de nieuwe Porsche 911, maar de achterkant is nog heel duidelijk van de 991-generatie.

Volgens de autobouwer zijn ‘de koplampen, het remsysteem, de koppeling, de bestuurdersstoel en delen van het chassis bij de nieuwe Porsche 911 RSR ongewijzigd overgenomen van de voorganger’. De auto voor de GTE-klasse (en dus Le Mans) weegt slechts 1.245 kilo.

De spraakmakende wijziging is de motor in de Porsche 911 RSR. De 4,0-liter zescilinder meet nu bijna 4,2 liter (4.194 cc). Daarmee is het de grootste boxermotor die ooit in een Porsche 911 lag. Het vermogen is 515 pk en het vermogen gaat via een sequentiële zestraps versnellingsbak naar de achterwielen.

Ook bijzonder is de plaatsing van de motor. Waar bij normale Porsche 911’s de motor heel kenmerkend achter de achteras ligt, plaatst Porsche de motor bij de RSR meer richting het midden. Daarom kunnen ze de uitlaten ook vóór het achterwiel naar buiten laten komen. Een extra voordeel hiervan is dat de diffuser nu nog efficiënter werkt.