Een splinternieuwe Porsche Boxster is groot nieuws. Maar kon de huidige koning der roadsters groeien zonder zichzelf daarbij te verloochenen?
 
Het Zwarte Woud aan het einde van de winter is weinig aantrekkelijk. Eindeloze rijen bomen, slechts hier en daar onderbroken door wegen die als kapotte, grijze littekens door het bos meanderen. De laaghangende bewolking zorgt ervoor dat je de toppen van de bomen niet kunt zien. Het kleurenpalet bestaat uit grijze, bruine en grijsbruine schakeringen, maar de kleuren zijn zo donker dat ze allemaal kleurloos lijken. Een bos, gecreëerd door een kleurenblinde God. Eerlijk gezegd is het een beetje erg melancholisch. Alles behoorlijk gothic, zeg maar.
 
Althans, dat zou het zijn wanneer ik er niet doorheen zou schieten in een splinternieuwe, bloedrode Porsche Boxster S met het dak naar beneden, terwijl de temperatuur onder nul is. De grijns is bevroren op mijn gezicht. Dat komt echter niet door de vrieskou, maar door de 3,4-liter boxermotor die permanent een rauw, raspend geluid laat horen, terwijl de naald van de toerenteller wild op zoek gaat naar het rode gebied dat begint bij 7.800 toeren. De motor doet zijn werk met veel gretigheid en is extreem toergierig. Alsof je een rode fosforfakkel aansteekt in en donkere kamer; alles ziet er mooier uit, maar het is wel vier keer gevaarlijker en je ogen gaan ervan tranen.
 
Het voelt alsof niets de auto enige moeite kost. Hij voelt bij tijd en wijle zelfs bijna langzaam aan. Maar dat komt doordat de nieuwe Boxster oneffenheden in het wegdek opslokt als een grote coupé en de zeventraps pdk-bak tussen de versnellingen heen en weer flitst als een robot-goochelaar. De Boxster voelt niet aan als een kleine roadster. Terwijl ik onderweg ben naar veel bochtiger bergwegen, vraag ik me af of dat een positieve eigenschap is, of niet.
 
Want het is nou eenmaal een roadster, toch? Dus ik zou nu, op de grote wegen, genoegen moeten nemen met wat rammels en kraakjes en dat ongemak uitbetaald moeten krijgen in de vorm van lol op de bochtige wegen. Ik zou last moeten hebben van oorsuizingen en een beetje rugpijn na een goede drie uur cruisen op de snelweg. Maar dat gebeurt niet. Ik ken dit specifieke gedeelte van het Zwarte Woud goed; de wegen hebben door de eindeloze cadans van ijskoude winters en hete zomers de textuur gekregen van het gezicht van een gemiddelde puber. Deze auto moet goed zijn. Of beter: is goed.
 
Hij heeft een low-tech opzet, maar het blijkt toch een prachtige Porsche-oplossing. Deze Boxster is compleet nieuw, en hoewel de proporties ons bekend voorkomen, zijn de verschillen met het voorgaande model groot. De voorkant is scherper, net als de luchtinlaten aan de zijkant waar de 3,4 liter flat-six middenmotor door ademt. De achterkant wordt gedomineerd door een spoilerachtige rand (de Carrera GT is geen slecht referentiekader) die via de achterlichten over de carrosserie loopt. Hij oogt langer, lager, technischer. Maar net zo leuk.
 

 
Iedere parameter die invloed heeft op het eindresultaat is subtiel veranderd. Je zit lager in een auto die als geheel ook nog eens 13 millimeter is gezakt. De wielbasis is zes centimeter langer en de spoorbreedte is voor met vier centimeter toegenomen en net iets minder dan twee centimeter aan de achterkant. De auto zelf is iets langer, maar de overhang voor is kleiner geworden ter compensatie. Hierdoor zijn de lijnen van de auto meer gestrekt dan voorheen, waardoor ie er beter uitziet, echter zonder dat het eindresultaat gekunsteld oogt. Standaard Boxsters zijn voorzien van 18-inch wielen, de S heeft 19 inch, en 20 inch is er als optie voor beide uitvoeringen. Op een compacte auto als deze ogen ze groot.
 
De Boxster is net als voorheen leverbaar in twee smaken: een standaard Boxster met een 265 pk sterke 2.7, die 280 Nm koppel levert, of als deze S met een 3.4 die 315 pk sterk is en 360 Nm koppel heeft. De opzet is hetzelfde; stoffen dak, tweezits roadster met een zescilinder middenmotor en achterwielaandrijving. De standaard versnellingsbak is een handgeschakelde zesbak.
 
‘Op de een of andere manier vallen alle elektronische systemen samen op een wijze die ‘m het gevoel geeft van een leuke, ouderwetse roadster’
 
De carrosserie bestaat grotendeels uit staal, maar de deuren, voorklep en de klep van het achterste bagagecompartiment zijn gemaakt van aluminium. Ondanks z’n ruimere uitrusting en gegroeide buitenmaten, weegt de Boxster S 30 kilo minder dan de oude variant, zelfs met de zware pdk-bak.
 
Het dak is gemaakt van meerdere lagen en bestaat uit drie delen. Het frame van het voorste deel is gemaakt van magnesium om het nog lichter te maken. Er zit geen afdekplaat op het dak van de Boxster, dus het voorste deel van het dak ligt onbeschermd aan de bovenzijde wanneer het dak is geopend. Een versimpeling die alleen al goed is voor 12 kilo gewichtsbesparing. Het dak werkt prachtig. Even op het knopje duwen bij willekeurig welke snelheid onder de 50 km/u en binnen negen seconden vouwt het in een Z-vorm in elkaar. Een nieuwe fleece-rand betekent dat hij dicht strak zit en stil is. Het geheel functioneerde zelfs tijdens een tamelijk dramatische regenbui nagenoeg hetzelfde als een stalen klapdak.
 
De auto ziet er ook goed uit, zowel met open als gesloten dak. Handig in Nederland en België, waar je ‘m toch het vaakst zult zien met gesloten dak.
 
De wegligging is indrukwekkend en de auto rijdt enorm goed. Doe het op de juiste wijze en je wordt beloond met een auto die zich vastklauwt in het asfalt, zelfs wanneer de weg negatief verkant is of enorm hobbelig. Het geluid dat daarmee gepaard gaat, is te vergelijken met een zware metalen kettingzaag. Doe het op de langzame wijze en je voelt hoe het onderstuur je langzaam naar de buitenkant van de bocht dirigeert, stamp vervolgens op het gaspedaal en je wordt beloond met een uitwaaierende achterzijde die je keurig dirigeert in de richting die je wilt.
 

 
De auto is snel, leuk, licht, voelt compact aan en bovendien natuurlijk. Wat een verrassing is wanneer je je realiseert dat de auto waarin we rijden ogenschijnlijk is voorzien van de complete optielijst. Alles zit erop. Het is een carnaval van acroniemen: pdk, pasm, ptv, pccb, psm en extra leer, luxe en Sport Chrono. Ook instelbare vering, actieve motorsteunen (voorheen uitsluitend leverbaar op de 911), torque vectoring, intelligente tractiecontrole en stabiliteitssysteem – wanneer je de optielijst bekijkt zou deze auto net zo natuurlijk moeten aanvoelen als Gran Turismo VIII. Maar op de een of andere manier vallen alle systemen samen op een wijze die ‘m het gevoel geeft van een leuke, ouderwetse roadster. Aan de scherpe kant, rijdend tussen twee oude, solide ogende bomen – meer een Grote-Boze-Wolfbos dan een Roodkapje-bos – kun je jezelf bijna voor de gek houden door te denken dat jij degene bent met extra talent. Maar niet helemaal. Je voelt van tijd tot tijd de helpende poltergeists.
 
De pdk is een heikel punt. Deze optie zorgt voor een hoop technologische vooruitgang, is ongelooflijk indrukwekkend wanneer je er rustig mee door de stad rijdt, maar zorgt toch voor lichte erosie van de rijsensaties. Vanuit een puristisch oogpunt is de noodzaak om in de normale stand vanwege de CO2-reductie zo snel mogelijk door te schakelen naar de zevende versnelling enigszins vermoeiend. Het past bovendien niet bij de opzet en uitstraling van de auto die toch vooral veel ongecompliceerde lol belooft.
 
‘Ik weet niet zeker of zo’n compacte en sportieve auto echt profiteert van een paar verwijderde zenuwtrekjes die door Porsche worden gezien als "ongewenste en negatieve" elementen’
 
De pdk wil ook graag ‘zeilen’: het toerental laten zakken tot 600 wanneer je in een hoge versnelling bergaf rijdt. Je kunt het ook zelf opwekken door handmatig een hogere versnelling te kiezen dan de bak aangeeft – dat is even leuk, maar deze optie voelt vooral aan als iets dat je vindt in de volgende generatie Prius. Voeg daar de stop-startfunctie aan toe en het is alsof je een auto met een simpele belofte (leuke, kleine roadster) allemaal volwassen dingen wilt laten doen.
 
Je kunt uiteraard de obsessie van de auto met lage toerentallen elimineren door ‘m in Sport Plus te zetten, maar dat maakt ‘m weer net een beetje te schichtig voor dagelijks gebruik. De uitlaat opent zich, hij schakelt terug zodra de motor onder de 4.000 toeren komt en voelt behoorlijk agressief aan. De beste manier om de auto te rijden is door de schakelpook in manual te zetten en zelf je versnellingen te kiezen. Het gaat soepel, snel en verrassend eenvoudig. Toch laat het de vraag onbeantwoord of de handgeschakelde versie niet een veel intuïtievere auto is om te rijden.
 
Hoe harder je rijdt, hoe meer die vraag zich opdringt, omdat je je realiseert hoeveel dingen er tegelijkertijd gebeuren. Deze S remt als de duivel en de remmen zijn op een haar na zelfs overbemeten, en je realiseert je dat dit niet vreemd is. De optionele remmen zijn 35 centimeter grote koolstofvezel exemplaren, met grote remklauwen die aan de voorkant zijn voorzien van zes zuigers. Ze zijn rechtstreeks afkomstig van de 911. Je bent het niet zelf die de perfecte stop uitvoert, het komt gewoon doordat de remmen zo veel stopkracht ontwikkelen dat ze de rotatie van de aarde kunnen onderbreken en Duitsland een kleine tektonische wheelie kunnen laten maken.
 

 
Er zit standaard psm (Porsche Stability Management) op, maar ook eerdergenoemde opties als pasm (Porsche Active Suspension Management) en ptv (Porsche Torque Vectoring). Psm zorgt ervoor dat je geen dingen raakt, pasm strijkt het wegdek glad, ptv helpt je sneller de bochten door.
 
Ptv is feitelijk een partner van het mechanische differentieel van de Boxster. Duik hard een bocht in en het zorgt ervoor dat niet alleen het binnenste wiel wordt afgeremd, maar ook dat er via het sperdifferentieel extra koppel naar het buitenste wiel wordt gestuurd, zodat je als het ware de bocht wordt doorgeduwd. Heb je ooit een tank zien draaien? Dit is in feite een intelligente versie van hetzelfde principe. Het laat de auto draaien op een andere wijze dan met de voorwielen. In langzamer bochten – en wanneer je het opzoekt – kun je het voelen werken. Ik weet alleen niet of de Boxster het nodig heeft. Ik vond enkele glibberige hairpins waar de auto – ook met uitgeschakeld psm en tractiecontrole – een prachtige balans toonde. Bovendien leek het er niet op alsof het ptv in de bochten al teveel deed toen ik het wel aan had staan. Daarbij moet worden aangetekend dat de kans bestaat dat dit alleen zo is omdat het systeem zeer subtiel zijn werk doet.
 
Een ander systeem dat van de Porsche 911 is overgenomen, is de nieuwe elektromechanische besturing. Ja, het is een efficiënt systeem dat zorgt voor minder CO2-uitstoot en een beter verbruik (tot 1 liter per 1.000 kilometer, schijnt), maar volgens Porsche zijn tevens de ‘negatieve en onnodige invloeden van de besturing eruit gefilterd’. Nu is de besturing aldus licht, accuraat en een tikje ongevoelig. Het is ongetwijfeld beter waar het gaat om de meetbare en objectieve parameters, maar de algoritmen die de ‘onnodige invloeden’ hebben verwijderd, hebben ook elementen geëlimineerd die ik liever zelf had verwerkt. Nogmaals, ik weet niet zeker of een auto die zo compact en sportief is als de Boxster echt profiteert van een paar verwijderde zenuwtrekjes die door Porsche worden gezien als ‘ongewenste en negatieve’ elementen. Er staat zelfs Power Steering Plus op de optielijst, met Super-Extra bekrachtiging onder de 50 km/u voor het rijden in de stad. Dat is veelzeggend. Aan de andere kant hebben alle brandstof besparende maatregelen de Boxster duizenden euro’s goedkoper gemaakt en dat is ook wat waard.
 
Gedurende een uur of acht ben ik licht in de war met betrekking tot mijn mening over de nieuwe Boxster. Nu, meer dan ooit, mag de Boxster niet langer worden gezien als een instap-Porsche, maar meer als het kleinste model in het gamma. Hij heeft alle mogelijkheden en uitrustingsniveaus van de grotere modellen, alleen in een kleinere verpakking. Hij doet ook nauwelijks onder voor z’n grotere broers. Daarbij is de auto helaas iets van zijn onschuldige basic charme verloren.
 
Dan ga ik nog een keer tot het gaatje, net als een wolk verandert van grijs naar nog iets donkerder grijs. Ik rijd om een bergkam heen en zie een heuvelrug die lijkt ingetekend door een kind van twee met een vetkrijtje. De weg die over de heuvel loopt, telt een eindeloos aantal bochten en rechte stukken waarop ik gemakkelijk de vierde versnelling haal. Ik stop met hard nadenken en rijd.
 
Weet je wat? De Boxster is nog steeds een prachtige kleine roadster die bovenaan staat in de automobiele voedselketen van z’n klasse. Hij heeft alleen al dat klatergoud niet echt nodig om ‘m te doen stralen.

Reacties