Je ziet het altijd weer gebeuren; verwachting versus werkelijkheid en zo. Het studiemodel van de Renault Scénic werd ontworpen door een Renault-team onder leiding van Patrick le Quément, maar werd gemaakt door de Italiaanse carrosseriebouwer Coggiola die ook de Mégane-concept in elkaar klopte, in 1988.
Die auto had ook vier schuifdeuren en leek totaal niet op de definitieve productieversie, maar meer op een voorvader van de latere Laguna en Avantime. Natuurlijk houden we allemaal van maffe Franse auto’s, zelfs als we er nooit een zouden kopen. Maar het is bemoedigend om te weten dat ze bestaan, en het Scénic-concept zwom ook in diezelfde genenpoel.
De Renault Scénic had vier glijdeuren
Zeker met die viervoudige glijdeuren, nog nooit op een productieauto vertoond: naar binnen en naar buiten schuivend in tegengestelde richtingen, om een groot gat aan de zijkant van de auto te creëren waardoor je hele families met hun spullen zo naar binnen zou kunnen gooien. En wat dacht je van camera’s in plaats van buitenspiegels – dat was in die tijd nog eens space age-technologie.
Door toepassing van een sandwichvloer, een idee dat later ook werd gebruikt voor de Mercedes A-klasse in 1997, ontstond er meer ruimte binnenin de Renault Scénic. Er was ruim plek voor vijf mensen plus hun bagage. Dan heb je geen Espace meer nodig.
De Renault Scénic was een echte familieauto
Voeg daarbij de op de stoelen gemonteerde gordels, draaibare voorstoelen, verschuifbare achterstoelen en ingebouwde kinderzitjes en je hebt een familieauto die mensen écht willen, in plaats van een marketingverhaaltje over hoe jouw leven met een auto zou moeten zijn. Maar ja, de werkelijkheid werd toch iets anders.
Evengoed werd de uiteindelijke Renault Scénic een mega-veelzijdige auto: innovatief, flexibel, een slimme gezinsmobiel die nog steeds invloed heeft op de auto’s vandaag. Had je niet gedacht, hè?
Reacties