Rijden op ijs moet ook echt op je bucketlist

De beslissing om te gaan rijden op ijs is geen beslissing die je lichtvaardig kunt nemen. Je moet ergens heen waar de meren zo diep bevriezen dat ze twee ton staal kunnen dragen, of waar de sneeuw zo vaak en in zulke hoeveelheden valt dat die gedurende een aantal maanden kan bevriezen, en van zulke plaatsen zijn er op de wereld niet al te veel. Je zult dus een hele dag moeten reizen, zo niet meer.

Waarschijnlijk vlieg je op Helsinki, Stockholm of Oslo, en daarvandaan moet je verder naar een klein vliegveldje ergens binnen de poolcirkel, waar de temperaturen laag zijn, de meren groot, de wouden leeg en de rendieren meestal in een stoofpot belanden. Het volgende probleem is daglicht. Dat is er namelijk niet. De zon komt op om een uur of elf en gaat rond twee uur weer onder. Dat beperkt de tijd die je rijdend kunt doorbrengen, en zorgt er bovendien voor dat je bioritme raakt ontregeld. Vergis je niet: als je er geen vier dagen voor uittrekt, kun je beter niet gaan.

Ik ga toch, lekker puh

En terecht. Het is het allemaal waard. Onze eigen Chris Harris zei ooit dat rijden op ijs waarschijnlijk het leukste is dat je in een auto kunt doen. Het biedt mogelijkheden die er op gravel of asfalt gewoonweg niet zijn, en als het misgaat, hoef je dankzij de vele ruimte om je auto heen meestal niet je verzekeraar te bellen, maar moet je een paar vrienden bellen om je uit de sneeuwberg te slepen waarin je de auto hebt begraven of waarop je bent beland. Uiteraard is rijden op ijs vooral het beheersen van de zwarte magie om dwars te gaan.

Het mag duidelijk zijn dat de techniek verschilt van driften op asfalt of gravel, en het scheelt enorm of je voor-, achter- of vierwielaandrijving hebt, en of je op dikke winterbanden of met spijkers rijdt. We zullen hier niet alle details behandelen, want a) daar hebben we geen ruimte voor, en b) die moet je zelf maar ondervinden, maar als je de techniek eenmaal onder de knie hebt – wat die ook mag zijn – zul je zien dat er niets zo bevredigend is in de wereld van de auto’s als het rijden op ijs, het glijden en het slippen, waarbij je het momentum van je auto gebruikt om sierlijke bogen te trekken en zwierige bochten te maken.

Hoeveel moet het rijden op ijs kosten?

IJsrijden kan op veel manieren, maar geld kosten ze allemaal. Porsche heeft een baan in Finland, waar basale vijfdaagse cursussen worden aangeboden (drie dagen rijden, alle accommodatie, eten en vluchten) voor ongeveer 4.000 euro. Prijzen kunnen stijgen tot 7.000 euro voor cursussen voor gevorderden. Ook kun je gaan met de mensen van het Britse Below Zero, voor 1.600 pond per dag (maar dan zijn de reis en het hotel niet inbegrepen), om te rijden in een van hun prachtige oude rally-achtige Porsche 911’s. Geloof ons, het is elke cent waard.