Ik heb een zwak voor het idee van een jaren-’20 roadtrip. Als er een paar doldrieste aristocraten bij betrokken zijn, vreselijke wegen, een auto die de Pompidou-Whippet Munificent of zoiets heet en een amusante episode waarin de onfortuinlijke reizigers in een dorp met een woest varken moeten worstelen in ruil voor een plens benzine, dan ben ik de eerste die de vergeelde oude paperback bij het boekenantiquariaat wegsleurt, geloof dat maar.
Roadtrippen in de Roaring Twenties was zo ontzettend romántisch. Het avontuur! Het gevaar! Voortploegen over het gravel, geen idee hoelang het nog zou duren voor je sputterend langs de weg tot stilstand zou komen. Hoeveel mooier moet het worden? Helaas, in deze tijden van betrouwbare auto’s, Google Maps en een app waarmee je bij Starbucks alvast vooruit kunt bestellen is alle mysterie, alle romantiek bij een roadtrip als sneeuw voor de zon verdwenen. In Europa en de VS tenminste.
Althans: dat dacht ik. Want wanneer ik dit schrijf, ben ik bezig met het plannen van de zomervakantie met de familie, waarin we van Engeland naar onze favoriete stek in de Franse Alpen rijden; een rit van bijna 1.200 kilometer.
Roadtrippen is anders met een elektrische auto
In de afgelopen jaren hebben we de pitstopstrategie fijngeslepen: we rammen de auto vol benzine en sandwiches, doen één tank- en wc-stop van tien minuten halverwege Frankrijk, en dan zijn we er. Van gevaar is geen sprake, voor wie de tegenwoordigheid van geest had om kinderen te kweken met een blaas van staal.
Maar dan. Dit jaar gaan we deze trip voor het eerst maken in een elektrische auto: een Skoda Enyaq RS. De officiële actieradius bedraagt een respectabele 515 kilometer. In de echte wereld blijft daar iets van 400 kilometer van over. Maar dat gaat ’m niet worden. We rijden over de Franse autoroute, hebben de airco aan en op het dak staat een trio fietsen dat korte metten maakt met de aerodynamica – een offer dat we graag brengen, aangezien fietsen huren immers getuigt van zwakte.
‘Als het geen sprong in het onbekende is, dan toch minstens in het hoogst oncomfortabele’
Volgens mijn berekeningen kunnen we een actieradius van hooguit 240 kilometer verwachten. Wat, als we ons houden aan een strikte laadstrategie met een klein beetje speelruimte, neerkomt op elke 160 kilometer bijladen. Dus in plaats van één stop van tien minuten moeten we rekening houden met zo’n zes stops van, laten we zeggen, 45 minuten per stuk? Ik hoop dat ik het te somber inzie. Maar dat is het punt: ik weet het gewoon niet. Het avontuur!
Of slaan de stoppen nu door?
Oké, het is misschien nét niet hetzelfde als het oversteken van de Great Basin-woestijn in een Rickenbacker Sedan met niets meer dan een mohair deken, een negentiende-eeuws duelleerpistool en de Dertiende Hertog van Winchilsea als gezelschap. Maar het is een sprong in… nou ja, als het niet het onbekende is, dan toch minstens het hoogst oncomfortabele.
Uiteraard ben ik haast hysterisch opgewonden over dit retro-ongemak. Ik heb zelfs een papieren wegenkaart – kun je je die nog herinneren? – vol stickers met snellaadstations en kilometer-per-kWh-berekeningen.
Ik heb geleerd hoe je in het Frans zegt: ‘Goedemiddag, waarde heer, kunt u mij de weg tonen naar uw snelste elektronen?’ Ik heb een noodfluitje, omdat ik het gevoel heb dat dat nog weleens van pas zou kunnen komen. Het gaat moeilijk worden. Hartverscheurend, waarschijnlijk. Ik kan niet wachten. De romantische, god-weet-hoe-het-zal-eindigen-roadtrip uit de jaren ’20 is terug, en dat dankzij een stekker.
Anthony heeft op 22 oktober 2023 geschreven:
Een staaltje van manipulatie.
Er is niks romantisch aan. En ik kan het weten.
Jaren geleden kon kocht ik een oud barrel, een Lada Niva, zonder achterbank en een enorme gastank. Om bij te kijken wanneer ik moest tanken hield de km-stand bij. En je kwam altijd wel ergens een lpg tank tegen.
Niet in België in die tijd. En op benzine reed de Lada niet meer. Oh had ik maar getankt van te voren.
Kortom niks romantisch aan stress.