Een achtcilinder in een relatief kleine sedan heeft een bepaalde aantrekkingskracht. In principe is het nergens voor nodig, maar het is wel gaaf. Het autotype is bijna uitgestorven. Je kunt nu nog op sommige markten de Lexus IS500 krijgen, maar ook daarvoor is het een relatief zeldzaam configuratie. De Passat W8 die onlangs voorbij kwam, is een goed voorbeeld van auto waarvan het verhaal bijna mooier is dan de auto zelf. Maar geen auto overtreft de Rover 75 V8.

Ja, een Rover 75 V8 is dus daadwerkelijk een dingetje geweest. Voor de basis moeten we terug naar 1998, het moment dat de reguliere Rover 75 wordt gelanceerd. Het is de eerste Rover die geheel onder regie van BMW ontwikkeld werd. Om te zorgen dat de auto zover mogelijk van de ongeveer even grote BMW 3-serie stond, was de Rover 75 meer gericht op comfort, luxe en stijl, terwijl de 3-serie een sportieve auto is.

Lastige samenwerking BMW en Rover

Een sportversie van de Rover 75 werd overwogen, maar dat zou te veel tot interne concurrentie leiden. Nu kun je er een boom over opzetten in hoeverre er sprake was van interne concurrentie. De Rover 75 had voorwielaandrijving en de krachtigere versies hadden een V6. Compleet anders dan bij een BMW, dus. De 75 bracht helaas niet het succes waar BMW op gehoopt had. Sowieso verliep de samenwerking tussen BMW en Rover voor geen meter.

Een prima auto bij de introductie, maar alles behalve sportief

Nadat BMW he-le-maal klaar was met het Rover debacle, ging BMW zijn eigen weg. Ze namen alleen Mini mee. Land Rover ging naar Ford. De Phoenix Group nam de rest over voor het symbolische bedrag van tien pond. Phoenix moest het gamma van Rover in recordtempo oppoetsen. Nu ze verlost waren van BMW, mocht Rover ineens weer sportief worden. Dat deden ze door de bestaande Rovers om te toveren tot MG.

Alle Rovers werden kregen een sportieve variant

De Rover 25 werd de MG ZR, een soort Clio RS-concurrent en de Rover 45 werd de MG ZS, een vreemd Impreza-alternatief. Maar het meest bijzonder was de 75, die MG ZT heette. Nu was daar eindelijk een sportieve variant van de Rover 75. Met de nieuwe bumpers, grote wielen en subtiele verlaging ziet ie er nog altijd geweldig uit. In technisch opzicht waren het licht gekietelde Rover-motoren. Dus de ‘KV6’-units kregen wat extra pep, tot wel 190 pk.

Op de MG F (die gele cabrio) waren alle MG’s gerebadgede Rovers. Toegegeven, ze zagen er tof uit

MG Rover zag in dat dat niet voldoende was om BMW écht dwars te zitten, dus was hun doel om er een M3-concurrent van te maken. Nu kon MG een turbo op die V6 monteren, het tractiecontrolesysteem overuren laten draaien en het daarbij laten. Maar nee, ondanks dat het ontwikkelingsbudget zo’n paar honderd pond was, koos men ervoor de complete auto aan te passen.

Waarom is een V8 dan zo bijzonder?

Met behulp van Cosworth werd de auto aangepast om V8 te kunnen huisvesten. Dit klinkt heel erg makkelijk, maar is het niet. De motor maar de MG ZT190 ligt namelijk overdwars. De versnellingsbak ligt ernaast en drijft de voorwielen aan. Perfect als efficiënt gebruik van ruimte belangrijk is. Maar in dit geval moest er een V8 in passen die in lengte was gemonteerd. Dan zit daar de transmissie achter en gaat er een aandrijfas naar de achterwielen.

De motor van zowel de MG ZT 260 als de Rover 75 V8
De 4.6 liter V8 ‘Modular’ van Ford, in eenvoudige (dus lekker goedkope) vorm

Dat is een extreme verandering en normaal gesproken zou je de handdoek in de ring gooien en een auto met achterwielaandrijving opnieuw ontwikkelen. Het gekke is dat MG Rover voor ongeveer 30 miljoen pond de complete ontwikkeling kon bekostigen, inclusief een compleet nieuwe achterwielophanging. En omdat het Cosworth was dat hielp met de ontwikkeling, wist je ook zeker het eindproduct goed was.

Waar komt die motor dan vandaan en waarom?

Er was een goedkoop onderdeel dat niet opnieuw ontwikkeld hoefde te worden: de motor. Er werd gekozen voor een 4,6-liter V8 van Ford-origine. Dat is natuurlijk geen toeval, MG was al bezig met deze motor in de X-Power SV. Dat was een sportieve coupé die een eigen verhaal verdient. Long story short: de X-Power SV was een relikwie van DeTomaso en die hebben veelal een Ford V8.

Die MG X-Power SV (grijs, rechts) had ook al die V8 onder de kap

Er zitten veel voordelen aan de ‘Modular’ V8-motor. Deze blokken zijn ruim voorradig, zeer betrouwbaar en ook wel prettig: relatief goedkoop. Niet qua brandstofverbruik, want ten opzichte van zijn vermogen was het een beste zuipschuit. Die 1 op 8 – als je je best deed – was niet al te denderend, en al helemaal niet als je het vermogen en de daarbij behorende prestaties in het achterhoofd neemt.

Prestaties MG ZT 260

De 4.6 Modular V8 was namelijk goed voor slechts 260 pk aan vermogen en 410 Nm aan koppel. Daardoor kon de tot MG ZT 260 omgedoopte auto in 6,2 seconden naar de 100 km/u sprinten en een topsnelheid halen van 249 km/u, de stationwagon deed 246 km/u maximaal. Zeker niet langzaam, maar een beetje dikke Duitser met dikke diesel was net zo snel. En twee keer zo zuinig. Maar als dat het verweer is, dan mis je het punt van de auto.

Het lijkt op een driftende MG ZT. Of een goede fotoshop ervan

De MG ZT260 was hilarisch. Ondanks dat het ontwikkelingsbudget minimaal was, werkte het wel. Min of meer. De wegligging was fabeltastisch. Het was gewoon een keurige auto voor dagelijks gebruik, maar als je wild, zette de motor een keel op en kon je elke bocht dwars. En nog meer dwars. En nog meer. Gek genoeg voelde de auto een klein beetje aan als een BMW M5-light. En dan bedoelen we de heilige E39-generatie.

Facelift en aankondiging Rover 75 V8

Maar het mooiste kwam nog. In 2004 kreeg de gehele Rover 75- en MG ZT-range een facelift. Met name het front werd een tikkeltje minder retro, een designtrend die rond die tijd wel op zijn retour was. De MG ZT 260 keerde uiteraard terug. Sterker nog, de meeste exemplaren die MG bouwde zijn van na de facelift.

MG ZT 260 post-facelift zwart (2004), het sportieve broertje van de Rover 75 V8
Met de facelift vervielen de ronde lampen en was de auto ineens ‘modern’ volgens zijn makers

Het meest bijzonder van de facelift is niet zozeer de MG ZT, maar de Rover-versie. Op de salon van Genève onthulde Rover namelijk de ’75 V8’. Het idee was simpel, om een soort concurrent te creëren voor de Volkswagen Passat W8. Niet dat dat een heet marktsegment was, want Volkswagen verkocht de Passat W8 in zeer kleine aantallen.

De Rover 75 V8 was ietsje langzamer (met de automaat)

De motor van de Rover 75 V8 was identiek aan de MG ZT. Qua transmissie kreeg je de keuze uit een handbak of automaat. Die automaat was een stokoude Ford-unit met slechts vier overbrengingen. Op zich, een luie V8 met lome automaat in een Britse sedan; dat was geen rare keuze. Met die V8 en automaat was de Rover 75 V8 niet echt snel: 7,3 seconden naar de 100 km/u. Het verbruik was alsnog erg hoog.

Rover 75 V8 beige (2004) zijkant rechts schuin voor
Die grille lijkt op die van een Audi A6 en A8, maar dat was volgens Rover puur toeval

Het leuke was dat de Rover 75 V8 typisch zo’n auto was waar echt niemand wat mee kon. Op een paar SD1-fans na, waren er nauwelijks klanten voor te vinden. En objectief gezien viel er een hoop op af te merken. En toch, de combinatie van Duitse BMW-kwaliteit (BMW heeft de auto ontwikkeld, kijk maar naar alle knopjes in het interieur), Britse stijl en Amerikaanse motor heeft absoluut zijn aantrekkingskracht.

De Rover 75 V8 is heerlijk obscuur

Niet toen de auto nieuw was, uiteraard. Toen kwam er niemand op af. Het is echter wel de ideale klassieker. Een auto dermate obscuur, dat zelfs Doug de Muro hem nog niet heeft behandeld. Die obscuriteit zorgt er wel voor dat het heel erg lastig is om er eentje te vinden. Voor 15.000 euro vind je er eentje in Duitsland, maar in veel gevallen zit het stuur dan wel aan de verkeerde kant.

Rover 75 V8 beige (2004) zijkant rechts schuin achter
Wel tof: de vier uitlaten zitten er we,, m aar zijn discreet onder de bumper verstopt. Cool

Nog even doorgaand over de obscuriteit, er zijn er heel erg weinig van gebouwd. Logisch, want het was een briljant antwoord op een vraag die niemand stelde. Bij elkaar zijn er slechts 883 exemplaren van de Rover 75 V8 en MG ZT260 gemaakt. Van de 883 exemplaren zijn er 717 een MG ZT260. Er zijn dus slechts 117 stuks van de Rover 75 V8 gemaakt. Dus als je bij de volgende Cars & Cola-meeting in alle discretie wil opvallen: kom met zo’n Rover 75 V8 voorrijden.

5 reacties op “Deze onopvallende sedan had een bijzondere grote V8 en kon je gewoon in Nederland kopen”

  1. Dit is idd een mooi verhaal! Hoe het echter in elkaar steekt wat minder. Mag ik me bij deze aanbieden als eindcontroleur?

  2. De modular v8 lag ook in de Ford Mustang GT (99-04) SN95 en was zeer eenvoudig op te leuken tot ruim 370 pk

    • Had er zo eentje als persauto. Moest hem terugbrengen en omruilen voor X-Power SV persauto. Maar zover is het nooit gekomen. Op precies die dag, ging MG-Rover op de fles. Die test met de X-Power SV is nooit doorgegaan. Maar de Rover 75 V8 automaat was een slome, lamme goedzak… Het enige wat vooruit ging, was de benzinemeter…… Van de MG ZT 260 heb ik verschillende exemplaren gereden. Toffe auto met veel karakter, voldoende vlot, lekker onbekend en dan die V8-sound…Verre van perfect en net daarom onweerstaanbaar. Maar de Tremec vijfbak was bijzonder zwaar en lastig te hanteren. Leuke herinneringen.

Laat een antwoord achter aan Robbert Reactie annuleren

(verplicht)

Meer van TopGear