Laatst werd me via sociale media een interessante vraag gesteld: wat is de slechtste auto waarin je ooit hebt gereden? Tja. Waar moet ik beginnen? Lang geleden, in elk geval, want vandaag de dag worden er nog maar weinig echt kwalitatief slechte auto’s gemaakt. Er zijn nog genoeg afgrijselijke auto’s, maar die mogen we niet verwarren met bijvoorbeeld de eerste Daewoo Matiz – dat was in de late jaren negentig een budgetmachine die al omsloeg als je enigszins vlot achteruit wilde inparkeren.

Wanneer is een auto slecht? Als hij niet kan wat hij volgens de standaarden in zijn verkozen categorie wel zou moeten kunnen – niets meer, niets minder. En die definitie zorgt ervoor dat veel van de slechte auto’s waarin ik heb gereden zogenaamde ‘rijdersauto’s’ zijn geweest. Want met die term beloof je een opwindende, behoorlijke rijervaring en interessante rijeigenschappen, en dat is moeilijker waar te maken dan, zeg, iets ruims met verwarmde stoelen. Ik reed ooit een Saab 9-3 Turbo met een suffe naam (die leek op de naam van een wc-bril van Ikea), die bij het accelereren geheel eigenstandig alle kanten op kon gaan, links, rechts of rechtdoor, en als bestuurder had je daar amper invloed op.

De meeste TVR’s werkten niet, maar ik was destijds een van de Britse journalisten die dat niet opschreef uit een misplaatst gevoel van nationale trots. Ooit werd ik door een Cerbera zomaar binnengesloten op een hete zomerse dag – dat is grappig, totdat je je realiseert dat de enige oplossing voor je gevangenschap uit een voet en een gebroken ruit bestaat. Van dezelfde Cerbera brak de rugleuning van mijn stoel af toen ik iets harder accelereerde, waardoor ik in feite ineens op de achterbank zat zonder dat ik bij het stuur of de pedalen kon. Nee, de Cerbera zal niet zozeer worden herinnerd als een slechte auto, maar die ene was wel een absolute baggerbak.

De Alfa Romeo 156 GTA

Alfa prees de 156 GTA aan als het Italiaanse antwoord op de BMW M3, wat ongeveer even ambitieus is als wanneer ik mezelf na tien biertjes in een karaokebar uitroep tot de nieuwe Beethoven. Een auto moet wel echt heel erg ruk zijn om die schitterende V6 teniet te kunnen doen. Ik kreeg een lekke band en moest een achterwiel van de testauto verwisselen – en toen ik eenmaal had gezien hoe goedkoop de onderdelen van de ophanging achter eruitzagen, heb ik er nooit meer in willen rijden.

Er waren altijd veel Zuid-Koreaanse en Oost-Europese auto’s waar autocolumnisten zich vrolijk om maakten, maar daar ben ik te jong voor. Ik heb de FSO Polonez en de Lada Samara gemist. De eerste Skoda waarin ik ooit reed, was een Octavia, en die was briljant. Wel staat er een Ferrari op mijn shortlist: de 575 Maranello. De 550 was een prachtding, maar Ferrari stelde ’m voor de facelift zachter af en gaf ’m meer vermogen, en het resultaat was dat je een Ferrari met een V12 had waarmee je niet harder dan 100 km/u kon op een hobbelige snelweg, omdat anders de bodem over het asfalt schraapte. Nogal teleurstellend.

De slechtste auto in de categorie ‘normaal’

De slechtste normale auto waarin ik ooit heb gereden, is waarschijnlijk een Geely. Ik heb geen idee welk model het was, aangezien ik het veel te druk had om de pook van z’n twee naar z’n drie te krijgen, wat me uiteindelijk ook niet is gelukt. Ik weet nog dat ik dacht: hoe kunnen ze denken dat iemand dit ding zou willen kopen? Later dat jaar kocht Geely de firma Volvo, en inmiddels heeft het aandelen in Mercedes en Lotus. Wat op z’n minst aantoont hoe snel de ontwikkelingen kunnen gaan in deze bizarre industrietak.

De Ford Escort werd nog geproduceerd toen ik toetrad tot het autojournalistieke gilde. Die laatste modellen van de vijfde generatie waren waarschijnlijk de slechtste auto’s waarin ik ooit heb gezeten, want ze reden vreselijk en waren belabberd gemaakt, terwijl er toch ontzettend veel mensen in moesten rijden. Dat een zo algemeen massaproduct zo beroerd was, bewees dat ze er bij Ford niets meer van begrepen. De auto die ervoor in de plaats kwam, de originele eerste Ford Focus, was zodoende verrassend genoeg een van de beste auto’s waarin ik ooit heb gereden.

Reacties

  • T8T heeft op 1 mei 2020 geschreven:

    Ik ben wel van het tijdperk Lada Samara.
    Van Lada ben ik van gaan houden. Het is 1 en al karakter.
    Net als Honda en Porsche de beste 3 ever voor mij.

    Als je van een automerk houd waarvan de grappen niet mals zijn, dan is dat kikken. Laat mij maar in mijn Lada sport met een tennisbal op de trekhaak bol, het is een Russische tank waarmee je door Siberië kan zonder makken.

    Slechte auto’s, ze zijn er. Zo is mijn vooroordeel op auto technisch gebied in het nadeel van Citroën. Werkelijk kan het bij mij niets goed doen. Slechts 1 model waardeer ik, en het is misschien ook nog eens de meest betrouwbare limoen, de BX.
    Dan werkelijk het allerslechtste wat ik mij kan bedenken is Fiat. Maar daar zijn ook leuke modellen te vinden.

    Net als TG hier in dit stuk, kan ik TG vertellen dat ik geen Alfist ben.
    Een blokje om in een 33 was genoeg, om er nooit meer over te hoeven dagdromen.
    Stap maar eens in een willekeurige goed onderhouden BMW, en dan begrijp je mij. De i3 en i8 heb ik nog nooit mee gereden, dus geen ervaring mee.

    Over de Deawoo Matiz ben ik het roerend eens met TG, afgrijselijk ding.
    Staat in mijn lijstje met lelijkste auto’s ooit
    1. Fiat Multipla
    2. Smart fortwo
    3. Deawoo Matiz.
    4. Renault Twizy.
    5. Messerschmitt.
    6. Mitsubishi Colt CZ.
    7. SangYoung Rodius.
    8. Toyota IQ.
    9. Citroën Miev.
    10. Nissan Leaf first generation.

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear