Je moet het Victor Muller nageven: hij is niet kapot te krijgen. Waar zijn bedrijf al een keer of honderd net niet, bijna, helemaal of op een haar na dood was (wie zal het zeggen?), is geen mens ter wereld trouwer aan zijn eigen slogan: Nulla Tenacia Est Via – voor de aanhouder is geen weg onbegaanbaar.

Want waar waarschijnlijk niemand er op had gerekend ooit nog iets van de beste man en zijn merk te zullen horen, staat hij op de Salon van Genève doodleuk met de opvolger van de C8 Aileron: de C8 Preliator. 

Eerst die wat wonderlijke naam maar eens: die betekent 'strijder' in het Latijn. Wat meteen ook weer terug verwijst naar het luchtvaartverleden van het merk; volgens het persbericht bouwde Spyker immers in de Eerste Wereldoorlog jachtvliegtuigen. (Vrolijke noot: volgens Wikipedia was dat er maar één, die nog eens behoorlijk belabberd was ook. Maar goed.)

De Preliator heeft dezelfde motor als zijn voorganger, de 4,2-liter V8 van Audi, die met behulp van een compressor tot 525 pk en 600 Nm komt, wat een sprint naar 100 km/u in 3,7 seconden en een top van 322 km/u mogelijk maakt. 

De double wishbone-wielophanging wordt geleverd door Lotus, een limited slip-differentieel van Drexler moet ervoor zorgen dat alle krachten netjes over de propellor-wielen verdeeld worden. 

Wat betreft het design: dat is een stuk rustiger dan dat van vorige Spykers. Muller zegt dat bij de eerste generatie vooral de propellor een inspiratiebron was, bij de tweede de turbinemotor, en dat de inspiratie bij de Preliator vooral gezocht is in de verzonken luchtinlaten van vliegtuigen, de zogeheten NACA-ducts – ze zijn prominent aanwezig in de flanken van de auto, bij de achterwielen. 

Het interieur is wederom een fraai staaltje excentriciteit uit leer en aluminium – érg mooi.  

Er worden in principe niet meer dan 50 Preliators geproduceerd, geheel naar wens van de klant. Die moet daarvoor, exclusief belastingen, 324.900 euro meenemen als hij de versie met handbak wil, of 330.990 voor de automaat.  
 

Reacties