Het is een vrij beroemd ongeluk, omdat ik zeven of acht keer over de kop sloeg en de auto totaal vernield was. Mijn herinneringen aan 1994, toen het gebeurde, zijn geweldig. Ik won namelijk later dat jaar het British Touring Car Championship in de Alfa 155. Ik startte ook goed, met vijf achtereenvolgende overwinningen aan het begin van het seizoen. Het was halverwege het seizoen toen we naar Knockhill gingen, in Schotland. Dat was een nieuw circuit voor me, dus ik was er niet zo snel. Ik zat ergens in het midden van het veld, ik had nogal moeite met de bochten.

Toen gebeurde het

Tim Harvey raakte me vanachteren en daardoor sloeg ik over de kop. Ik voelde de tik – ik was net halverwege de McIntyre-bocht, op de kerbs, dus ik reed al op twee wielen – en hij raakte me in een hoek van 90 graden achterop, waardoor de auto hard begon te rollen, met veel momentum. Dat verwachtte ik niet, want het was geen snelle bocht – misschien 80, 90 km/u – en hij raakte me ook niet echt hard, maar de gevolgen waren ongelooflijk. De show voor de toeschouwers was geweldig natuurlijk, maar in de realiteit was het eigenlijk geen heel heftige crash, omdat de snelheid nou eenmaal niet zo hoog lag.

Ik begreep pas wat er was gebeurd nadat ik de videobeelden had gezien, want toen ik nog in de auto zat, kende ik de oorzaak niet. Ik zag de voorruit sneuvelen, de portieren vielen open – dat was heel gek, want de portieren mogen op het circuit nooit open zijn! – dus die waren ook allemaal kapot.

De nasleep van de horrorcrash

Na afloop was ik wel een beetje geschokt, het was net alsof ik in een wasmachine had gezeten. Ik had een seconde of vijf, zes nodig om me te realiseren wat er net was gebeurd, en toen sprong ik uit de auto, en ik was in orde. Ik rende snel weg van de auto om uit de buurt te komen van de baan, want ik weet dat je niet bij de actie moet zijn als je niet in je auto zit.

We moesten de auto repareren. De romp was intact maar wel verbogen. Eigenlijk was het hele ding stuk, uiteindelijk moesten we ‘m weggooien. We hebben alleen de motor en de bak nog kunnen redden. De rest van de auto was totaal verwoest.

Een persoonlijke Alfa Romeo-touringcar

Ik heb deze auto thuis. Nou ja, een intacte 155 dan. Omdat het zo competitief was en zo moeilijk om te winnen, wedde ik met de teammanager dat als ik het BTCC in 1994 won, ik de racewagen aan het eind van het seizoen zou mogen hebben. En dus heb ik de BTCC Alfa Romeo 155 uit 1994 thuis staan. Dat is de enige raceauto die ik heb. Ik houd me nog steeds bezig met racen, en misschien als ik stop dat ik meer van mijn auto’s ga verzamelen, maar nu is het de enige.

Het was mijn eerste titel, en het BTCC was moeilijk, vooral voor mij omdat ik maar weinig had gereden in het VK, en al helemaal nooit op de kleine circuits als Oulton Park, Snetterton en natuurlijk Knockhill. Ik had wel in de Formule 1 gereden, maar dat was op Donington of Silverstone. De Britse circuits zijn totaal anders dan de circuits elders op de wereld. Ik bewaar er mooie herinneringen aan – het BTCC was mijn eerste titel in de autosport. Ik was ook de eerste Italiaan die in een Italiaanse auto het BTCC won. Daar ben ik erg trots op. Ondanks dat de meeste mensen zich eerst en vooral mijn koprol herinneren.

Tarquini over de kop in zijn touringcar

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)