Top Gear reed als één van de eerste in de nieuwe Alfa 8C Competizione. En omdat wij weten dat jij niet kunt wachten op rijbelevingen met deze Italiaanse schone – alle plaatjes heb je de afgelopen twee jaar wel op internet en in de bladen gezien – hier alvast een voorproefje. In ons december nummer het uitgebreide verslag met supercoole foto’s…

Zelfs de meest vastgeroeste, linksdraaiende zemelen-etende anti-autofetisjist zal bij de aanblik van de Alfa 8C Competizione bevangen worden door een knagende twijfel. Zó veel schoonheid, zo veel vakmanschap, zo veel onversneden kunstenaarsziel in iets op wielen? Hoe hou je in hemelsnaam je overtuiging vast als ze met iets zo moois komen?

 
De weelderigheid van de carrosserie is gedrapeerd over 20-inch wielen die verpakt zijn in dropkleurig Pirelli-rubber. Het interieur is een vitrine van koolstofvezel, aluminium en op z’n Italiaans bewerkt leer van mooie, lieve koeien. Alle lichtgewicht materialen worden gedragen door een stalen geraamte van pure onverzettelijkheid.
‘De startmotor gorgelt een paar seconden en gooit dan een enorme hoop kwaaiigheid naar de vier uitlaten’
 
Voorin ligt een warmbloedige, 450 pk sterke Italiaanse V8, de met peddels aan het stuur bedienbare zesbak ligt vlak voor de achteras. Een wielophanging met double wishbones, een limited slip-differentieel en machtige Brembo’s vervolmaken het schilderij.
 
Roep de motor tot leven en het machtsvertoon wordt alleen maar groter. De startmotor gorgelt een paar seconden en gooit dan een enorme hoop kwaaiigheid naar de vier uitlaten, die vervolgens ruiten doen trillen en asfalt doen rillen.
 
De toerenteller gaat tot 7.500 toeren per minuut. Meer kan, maar resulteert in een knetterend ingrijpen van de begrenzer. De harde demping en vering zijn slecht nieuws voor elke hobbel of bobbel – als die een klap geven, krijgen ze er meteen een terug. De besturing is zwaar en heerlijk direct. De cockpit beeft continu onder het haast vulkanische gebulder van de V8 en de uitlaten.
 
De Alfa 8C Competizione heeft massa’s grip, z’n bochtgedrag is solide en vertrouwenwekkend, en als je er trek in hebt kun je de achterbanden met speels gemak al kwispelend met de achterkant oproken. Hij voelt ongelooflijk degelijk en stijf, wat me des te meer verbaast omdat er behoorlijk wat Maserati Quattroporte-techniek in de auto verwerkt zit. En wat je ook van die Quattroporte mag vinden, een echte rijdersauto is het zeker niet.
 
De 8C is snel – erg snel. De power komt mooi gedoseerd, van ‘vriendelijk’ tot 3.000 tpm, via ‘nuttig’ tot 4.000 tpm, naar ‘o lieve help, zeg tegen mijn kinderen dat ik van ze hou en tegen mijn vrouw dat ik het niet zo bedoelde’, de hele rest van de weg naar de 7.500 tpm. De Cambiocorsa-bak met peddels past perfect bij het geheel – hebben we ook wel eens anders meegemaakt.
 
Er worden maar 500 8C Competiziones gemaakt en ze zijn allemaal al verkocht – de prijs van zo’n 220.000 euro (in Nederland – zonder onze ‘trots op ons belastingstelsel’- BPM en BTW zou je 135.000 betalen…) was kennelijk geen enkel beletsel. Alfa heeft haast gemaakt met de productie en dat houdt onder meer in dat ze rustig kunnen volhouden dat het spijkerharde onderstel ‘een typische karaktertrek van een nu eenmaal in kleine serie geproduceerde supersportwagen’ is. Voor comfort moet je dus niet bij hem zijn – de 8C Competizione is hardcore.
‘Hij doet geen bal aan de evolutie van de sportauto. In feite is hij niet voor- maar achteruitstrevend’
 
Je krijgt er een op maat gemaakte, leren kofferset bij, maar denk nou niet dat de 8C een auto is om mee op reis te gaan. Daarvoor is hij te luidruchtig, te hard en te onoverzichtelijk – op een béétje druk kruispunt is het raden waar de rest van het verkeer is en God zegene de greep. Dit is een auto die je gebruikt om op een zondag je adrenalinepeil weer voor een week op orde te krijgen. Die ervoor zorgt dat je in ieder geval nooit aan de gevolgen van een kwaadwillende bloedprop zult overlijden, omdat je eens in de zoveel tijd je aderen keihard hebt doorgespoeld met Italiaans-verstookte benzine. En die ervoor zorgt dat je jezelf de tofste peer van het universum vindt, omdat je jezelf zojuist in de spiegeling van een modern gebouw voorbij hebt zien (en horen) komen.
 
Eigenlijk is mijn enige bezwaar tegen de Alfa 8C Competizione dat waar hij voor staat, in plaats van dat wat hij is. Hij ziet er wat retro uit, en dat is hij in zekere zin ook – hij doet geen bal aan de evolutie van de sportauto. In feite is hij niet voor- maar achteruitstrevend. En let wel: met een Corvette die de helft kost, kun je het een Alfa-rijder onbehoorlijk lastig maken.
 
Maar het is pas echt zonde dat hij niets betekent voor de rest van het Alfa-gamma. 8C staat voor acht cilinders – geen enkele andere Alfa zal die ooit zal krijgen. Competizione staat voor racerij, maar racen zal deze auto nooit. Hij staat meer voor ‘kijk eens hoe goed wij het eeuwen geleden in de racerij deden’. Tikje cynisch wel, om niet te zeggen manipulatief.
 
Maar wie iets heeft met Italiaanse volbloeden (en wie heeft dat niet?) laat zich maar wat graag manipuleren. Ik ben er sukkel genoeg voor. Als ik weer zo’n schitterende S-bocht uitaccelereer, voel hoe de auto onder het gejubel van die haren-ter-berge-rijzende V8 van de linker- naar de rechterkant van de bocht danst, en denk ik: ‘Zo. En dit hoogtepunt neemt niemand me ooit meer af’.
 

Reacties