Hete hatches beschikken over een kwaliteit die andere auto’s simpelweg niet hebben. Je kunt Ferrari een miljard euro en tien jaar geven om een supercar te ontwikkelen die de mensheid de puurste rijervaring ooit zal geven (wat eigenlijk een heel goed idee is – even onthouden), en toch zouden ze niet die ene ongrijpbare eigenschap van een opgewarmd boodschappenautootje kunnen evenaren.

Goed, ik erken dus dat ik niet goed weet hoe ik dit hele verschijnsel moet omschrijven. Ik weet het: dat is niet direct een waardevolle bijdrage van iemand die zijn brood verdient met het in woorden vatten van auto’s, maar ik heb het simpelweg nog altijd niet uitgevogeld.

Toen Peugeots nog opwindend waren…

Laat me het zo zeggen. Als je van een zekere leeftijd bent – laten we zeggen dat je je nog herinnert dat Peugeots opwindend waren in plaats van vrij ruk – dan is een hete hatch voor jou iets waar je in kunt gaan zitten, het stuur vastgrijpen, doen alsof je gas geeft en schakelt, om dan te grijnzen als een jochie.

Ik heb het ontzettend veel mensen zien doen; het is een moment dat je herkent en opnieuw beleeft, zoals wanneer je je oude stamcafé binnenstapt en er allerlei herinneringen naar boven komen. Je wéét gewoon dat je de grootste lol gaat hebben. Ik denk dat dat misschien het woord is waar ik naar op zoek was: ‘lol’. Of ‘ondeugendheid’, zoiets. Man, weet ik veel.

Maar het is een driecilinder…

De overgang van vier naar drie cilinders was op papier enigszins zorgelijk toen we er een jaar geleden voor het eerst over hoorden. Maar al na een paar minuten in de Recaro-stoel realiseer je je dat Ford een nog betere auto dan voorheen heeft gebouwd. Dat begint met de zwaarte van de bediening, met de bewegingen van de koppeling en die korte, kleine pook.

Ik haal veel plezier uit de wetenschap dat iemand met een ongewoon groot voorhoofd en een witte laboratoriumjas een jaar van zijn leven heeft besteed aan de vloeiende wijze waarop de transmissie schakelt.

In een wereld vol identieke kleine auto’s, waarin het motorvoertuig is gereduceerd tot een stuk rollend witgoed en de manier waarop het rijdt goeddeels is vergeten, word ik simpelweg opgewonden van het feit dat Ford net zoveel tijd heeft besteed aan de rijeigenschappen van de baby-Fiesta als aan die van een GT van een half miljoen euro. Dit is exact hoe meer dingen in het leven zouden moeten worden aangepakt.

De TopGear Auto van het Jaar 2018 wil je vermaken

De Ford Fiesta ST straalt energie uit. De auto wil je per se vermaken, hij wil elke rit net een beetje leuker maken dan ie in een andere auto zou zijn geweest. En hij is snel. Een van de aardigste dingen om met een ST te doen, is het overhalen van mensen – mensen dit type auto achter zich hebben gelaten – om een rondje met ’m te rijden en hen dan te vragen wat ze ervan vonden.

Dat resulteert altijd in twee dingen. Ten eerste is er verbazing over hoe snel hij aanvoelt. Dat komt omdat die geclaimde 6,7 seconden naar 100 km/u misleidend is. Je acht het niet voor mogelijk dat een driecilindermotor (die zijn toch voor huurauto’s?) zo snel kan zijn. Een rappe Fiesta bijhouden? Ik zou er niets minder dan een RS 3 voor mee willen brengen. Het tweede? Mannen en vrouwen reageren treurig – bijna jaloers– omdat deze auto niet te koop was toen ze jong, dom en zorgeloos waren.

Is dit een betaalbare auto? Ik zou het niet weten. Ik vind 32.410 euro (23.100 euro in België – mazzelaars) voor een hot hatch nogal aan de prijs, maar als ik dan kijk naar de inflatie, naar wat een rondje in de kroeg doet of hoeveel een liter benzine kost, dan valt het ergens ook wel weer mee. De inruilwaarde zal prima zijn, dus technisch gezien is er geen reden on je zorgen te maken.

Hij verpulvert duurdere auto’s

Het gebied waarop de nieuwe ST alle andere hatches verpulvert en een gezicht trekt naar auto’s die veel duurder zijn, is z’n compleetheid. Geweldige auto’s hebben verschillende karakters – ze zijn rijdende kameleons, en dat is precies wat de Fiesta is. Hij heeft stoelverwarming, een stevige stereo en de vering en demping is ook in de stad oké door toedoen van de verschillende modi.

Hij rammelt je niet door elkaar bij lage snelheden, zoals ouderwetse hete hatches dat deden. Hij is gewoon een Fiesta, en dat is toch al de beste kleine auto die er momenteel te koop is. Maar op het moment dat je wilt lachen, dan is hij er voor je – als een labrador die opspringt als hij je sleutel in het slot hoort. Hij wil spelen.

Elektrische besturing, gaat dat goed?

En rij je op een vloeiende N-weg, dan glimlach je als je merkt hoe goed de elektrische besturing is, hoe afgewogen de demping is. Dan legt de Fiesta je de vraag voor die alle grote underdogs stellen: wat heb je nog meer nodig? Ik bedoel: deze auto heeft bijna evenveel vermogen als een Ford Escort Cosworth en zou ’m in een één-op-één gevecht met gemak verslaan.

Hij is niet perfect – de motor blijft wat lang in de toeren hangen, je zit te hoog en iedereen die enkele honderden euro’s betaalt voor de speciale ­blauwe bejaardenlak moet even naar een psycholoog. Maar verder zou ik niet weten wat je nog meer zou mogen of kunnen verwachten van een auto als deze.

De Ford Fiesta ST is best zuinig, heeft een stel van de duurst uitziende koplampen die ik op een moderne auto heb gezien, en – dit is cruciaal – als je ’m naast veel duurdere auto’s zet, krijgen mensen met verstand van zaken het met elkaar aan de stok over wie er een rondje met de Fiesta mag doen. Dat is, meer nog dan al het andere, reden genoeg om ’m uit te roepen tot onze ­lollige, ondeugende Auto van het Jaar.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)