Waarom de automarkt nu niet veel verschilt van die in 1900

We hebben hier op de zaak een oude Ariel Quadricycle staan, modeljaar 1900, in modieus zwart met leer. Om ‘m aan het rijden te krijgen, heb je een brandstof nodig die ‘Special Boiling Point nummer 2’ heet, moet je heel hard met de trappers in de weer en heb je de behendigheid van twee concertpianisten nodig om de talloze schakelaars voor het brandstof- en luchtmengsel te bedienen. Hij heeft geen carburator, en de brandstof verdampt op magische wijze richting de De Dion-motor waar het spul vervolgens misschien ontbrandt, of misschien ook niet, om je inmiddels verzuurde benen een handje te helpen.

Remmen doe je door te hopen en te bidden. Maar in zijn tijd was deze machine het nieuwste van het nieuwste, en laten we eerlijk zijn: van een machine van 117 jaar oud mag je ook niet al te veel meer verwachten. Al is het ook zo dat twee van deze auto’s een derde en een vierde plaats bemachtigden in de Thousand Mile Trial in 1900, wat een hele prestatie was.

Diverse markt

Als je kijkt naar wat er dat jaar op de markt was, zie je dat de technologie destijds op z’n zachtst gezegd nogal divers was. In de VS werden twee keer zo veel stoomauto’s verkocht als benzineauto’s, en bij elkaar opgeteld stonden deze twee aandrijfvormen volledig in de schaduw van het aantal verkochte elektrische auto’s. Echt waar. En in hetzelfde jaar, op de Wereldtentoonstelling in Parijs, liet Ferdinand Porsche een prototype zien met vier elektrische naafmotoren en een 80-volt accu, die werd bijgeladen door een benzinegenerator. De eerste hybride, in feite. Om nog wat meer keus te bieden, kwam Rudolf Diesel op dezelfde show voor de dag met een geheel nieuwe motor, die liep op pindaolie.

Alsof je een computer koop

De technologie ging zo snel dat het een beetje te vergelijken is met het kopen van een laptop vandaag de dag: op het moment dat je de winkel uitloopt, is je nieuwe bezit al verouderd. Het moet behoorlijk opwindend zijn geweest om destijds in de auto-industrie te werken. Kun je je voorstellen hoe het moet zijn geweest om even 1.600 kilometer af te gaan leggen in een voertuig dat pas een paar maanden eerder was verzonnen, bedacht en gebouwd? De eerste ‘auto’ was ook pas tien jaar eerder gemaakt, tenslotte.

Waarom dat hetzelfde als nu is

Toch zitten we nu in hetzelfde schuitje. Kijk eens naar alle keus die je hebt. Twintig jaar geleden had niemand durven denken dat je zou kunnen rondrijden in een auto op waterstof, of dat er een twee ton zware elektrische sedan zou bestaan die sneller accelereert dan een Ferrari, of dat je zou kunnen kiezen uit talloze hybrides die opmerkelijk spaarzaam met brandstof omspringen. We zijn bevoorrecht dat we in deze periode mogen leven. Maar wat betekent dit alles voor Ariel, en voor fabrikanten die weinig auto’s maken in het algemeen? De technologie gaat hard vooruit, en dat is waar wij geïnteresseerd raken: zodra de mogelijkheid ontstaat om ons (en jou) sneller voort te bewegen. Hoewel we nog steeds ons best doen om alles uit de verbrandingsmotor te persen, moeten we ook naar de toekomst kijken – en hoe we jou daar zo snel mogelijk naartoe kunnen brengen.

Als kleine fabrikanten zoals wij nieuwe technologieën niet verwelkomen, dan zullen we binnen de kortste keren alleen nog maar antiek maken – als de wetgeving ons dat over een paar jaar tenminste nog toestaat. Dat is natuurlijk prima als je Cobra-replica’s maakt van oude Rovers, maar bij Ariel willen we vooruit kijken, niet naar het verleden. En hoewel we veel van onze tijd besteden aan het bouwen van snellere en meer dynamische Atoms, nog rappere Nomads en een Ace-motorfiets met meer dan 200 pk, is een kwart van onze werknemers bezig met onderzoek en ontwikkeling, waarbij ze worden geholpen door Innovate UK, het Advanced Propulsion Centre en het Niche Vehicle Network. De zaken waaraan we werken, zullen straks verschijnen op Ariels – om op termijn als kleine fabriek te kunnen overleven, en om nieuwe technologieën te introduceren en er te houden. Wat dat betekent voor jou? Nou: ons motto is ‘Serious Fun’, en dat houdt in dat je in de toekomst sneller, groener en nog harder lachend zult autorijden.