De autogeschiedenis is gevuld met kattenkwaad van fabrikanten. Lotus bakte de Amerikaanse overheid ook een mooie poets
De huidige president zal nostalgisch terugkijken naar de tijd dat je als Amerikaan nog vuil werd aangekeken door je buren als je een niet-Amerikaanse auto kocht. Al maakten ze voor de VW Kever een uitzondering. Alle auto’s die buiten Amerika geassembleerd werden, konden in de jaren zestig rekenen op een flinke importtaks. Dit om de Amerikaanse economie en werkgelegenheid te stimuleren.
Om deze regel te omzeilen, verkochten autofabrikanten als Lotus hun Seven als een hoopje onderdelen. Of kitcar, als je het zo wilt noemen. De overheid trapte daar echter niet in. Op het moment dat Lotus een instructieboekje met montage-instructies bij de auto voegde, mocht je alsnog de taks aftikken. Het was immers een auto in spe. Zonder instructies een kitcar in elkaar draaien, is onbegonnen werk.
Dus hoe loste Lotus het op? Bereid je voor om teven te gniffelen: Lotus leverde bij de kitcar demontage-instructies, die je achterstevoren kon opvolgen om de Seven in elkaar te zetten. En zo was de Lotus Seven ineens geen kitcar meer, maar een hoopje onderdelen met een nietszeggende handleiding. De simpelste oplossingen zijn altijd de beste. Krulden je mondhoeken lichtjes op? Lees dan ook de geniale reden waarom de Porsche 959 een G-versnelling heeft.
