Aston Martin DB11 V8 Volante

De Britten zijn er in zekere zin mee ingenomen dat het op hun eilanden zo vaak en veel regent. Zo onderscheiden ze zichzelf van andere landen. Maar wat als het in Zuid-Frankrijk regent. Ligt dat dan puur en alleen aan het feit dat het onze testlocatie is voor een Britse auto, de 510 pk sterke Aston Martin DB11 V8 Volante? Nee, besluiten we, het is alleen maar heel jammer – en heel nat.

Hoe heeft Aston Martin de elegante lijnen kunnen behouden?

De foto’s bij dit artikel werden onder betere omstandigheden genomen, en ze zien er behoorlijk gelikt uit, nietwaar? De voor- en de achterkant van deze Aston zien er duidelijk hetzelfde uit als bij elke andere DB11. Wat er voor de designers eerst en vooral toe deed, was dat de middensectie, rond de opgevouwen kap, geen bobbel zou vertonen. Ze wilden een lange, lage speervorm. Exterieurbaas Miles Nurnberger, die zich in een gesprek met ons weinig leek aan te trekken van het dogma dat je nooit over de auto’s van de concurrentie mag ­praten, noemde de Jaguar E-type (maar niet de F-type) als vergelijkingsmateriaal. Het was geen eenvoudig klusje om de uitstulping van de kap aan het oog te onttrekken, zo horen we. Het dak is namelijk groter dan dat op de DB9 Volante. Er zijn meer metalen stangen in gebruikt, zodat hij er gladder uitziet. Daarnaast zijn er acht lagen stof gebruikt om het windgeruis te absorberen. Dat was overigens wel nodig ook. Bovendien groeiden de twee stoelen achterin zodanig dat ze nu aan de Isofix-normen voldoen. En de achterbak is inmiddels groot genoeg om vier koffertjes van formaat handbagage in kwijt te kunnen. In dezelfde regionen wordt nogal wat ruimte opgeëist door het – overigens onzichtbare – pop-up rolbeugelmechanisme. (Je zou erover kunnen klagen dat in deze dure Aston dezelfde beugels worden gebruikt als in de goedkoopste Mercedes. Maar mocht je ooit over de kop slaan, dan zul je wel anders piepen.)

Gelukkig heeft hij dezelfde vorm behouden

Enfin: grote delen van de onderlig­gende DB11-structuur zijn dus in ­complexe nieuwe vormen gefrommeld om het allemaal te laten passen. Omdat het een cabrio is, zijn er her en der versterkingen toegepast: onder de kap, bij de dorpels en bij de achterwielophanging. De gebruike­lijke plaatsen dus, maar het is allemaal even vlekkeloos gedaan. Omdat z’n achterkant langer is dan die van de coupé, is er minder opwaartse druk. Zodoende is een kleine, uitklap­bare spoiler genoeg om ‘m aan de weg verankerd te houden – de enigszins controversiële luchtkanalen in de d-stijlen van de coupé waren dus niet nodig. Het vouwmechanisme van het dak is zwaar, net als de genoemde versterkingen van de carrosserie, uiteraard. Dus weegt deze Aston Martin DB11 V8 Volante met V8, aluminium of geen aluminium, net zoveel als de coupé met V12: 1.770 kilo, al ligt het zwaartepunt hier echter beduidend meer naar achteren. Hij is 110 kilo zwaarder dan de dichte versie met V8. Komt er ook een Volante met een V12? Miles Nurnberger: ‘Nee. Maar het zou geen grote uitdaging zijn om er een te ontwikkelen.’ Lees: jazeker komt ie, maar nu nog even niet.

Hoe gedraagt de biturbo V8 zich?

Goed, zodoende bevinden we ons in een 510 pk sterke auto die niet verpulverend snel aanvoelt. Maar is dat eigenlijk wel een vereiste? Niet in dit regenach­tige weer, in elk geval, waarin je het gaspedaal, tenzij je je op een lang recht stuk bevindt, louter met de grootste voorzichtigheid kunt beroeren. Als het ander weer zou zijn – zonnig, bijvoorbeeld – zouden we ‘m waarschijnlijk rijden met het dak naar beneden. En ook dan zou je geen supersnelle prestaties nodig ­hebben, omdat je zou worden bezig­gehouden door allerhande geuren, mooie vergezichten en geluiden, en uiteraard door de frisse lucht. De V8 is echter verre van ontoereikend. Het is extreem bijzonder een ­turbomotor te treffen die zo – letterlijk en figuurlijk – ongedwongen is als deze: hij heeft een natuurlijke, vrije, uitbundig mechanische geest. Hij is minder imposant dan Astons geweldige V12, dat moet helder zijn, maar hij staat bepaald z’n mannetje.

Op veel andere vlakken laat deze V8 de V12 coupé achter zich. Sommige TG-redactieleden hebben het niet zo op die auto. Ze zeggen dat de reacties van de voor- en achterkant in de bochten niet mooi samengaan, wat bij hen tot zenuwen leidt. De DB11 coupé is geen ­sportauto, maar hij is ook geen ware GT. Zo is er te veel weggeluid, en ontbeert hij een aantal zaken die een hedendaagse GT wel zou moeten hebben. Denk daarbij aan Apple CarPlay en adaptieve cruisecontrol.

Wat vinden we van de Volante na een dagje touren?

En wat denk je: om diezelfde redenen kunnen we de Volante ook geen volwaardige GT noemen. Maar hij is wel aanzienlijk charmanter om te rijden dan de V12 – en dat geldt zowel bij hoge als lage snelheden. Kleine veranderingen hebben grote effecten bewerkstelligd. De besturing is vanuit de middenstand progressiever geworden, en de rolneiging van de achterkant sluit beter aan op het geheel. De V8 Volante voelt in de regen vertrouwenwekkender aan dan de V12 op droog wegdek. En met het dak gesloten houdt hij het weer even goed buiten als de coupé. Toch wachten we met smart op het moment dat de wolken stoppen met huilen en we het dak in kunnen klappen. En wanneer dat gebeurt, blijkt deze auto ineens vol charme, ziel en toch ook snelheid te zitten. De DB11 V12 doet zo hard z’n best om een Aston Martin te zijn dat hij vergeet dat hij in de eerste plaats een goede auto had moeten zijn. Deze Aston Martin DB11 V8 Volante beseft dat tweede juist wel, en dus is hij een betere auto dan z’n dikkere broer.

Specificaties Aston Martin DB11 V8 Volante

Motor
3.982 cc
V8 biturbo
510 pk @ 6.000 tpm
675 Nm @ 2.000 tpm

Aandrijving
achterwielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 4,1 s
top 300 km/u

Verbruik (gemiddeld)
10,0 l/100 km
230 g/km CO2 G Label

Afmetingen
4.750 x 1.950 x 1.300 mm
(l x b x h)
2.805 mm (wielbasis)
1.770 kg
78 l (benzine)
n.b. (bagage)

Prijzen
n.b. (NL)
n.b. (B)

VONNIS
De DB11 is goed uit deze transformatie gekomen. De Volante verliest qua verfijning weinig ten opzichte van de V8 coupé, rijdt beter dan de V12 en biedt een waar feest voor alle zintuigen. Als het nu maar wat minder regende