Uitgelicht: Aston Martin DB9

De DB9 was al pure magie – het blijft een hartwarmend coole auto. Top Gear wil weten of Aston er, los van dat hemels mooie uiterlijk, in is geslaagd om enkele minpunten van de oude versie te verhelpen.

 

Aston martin hoefde de DB9 eigenlijk helemaal geen facelift te geven. Hij is nog steeds van een buitencategorie ‘cool’, hij verkoopt nog steeds goed en de hele wereld weet dat hij er oogverblindend mooi uitziet.

 

Aston is zich daar terdege van bewust, dus is de nieuwe DB9 bijna identiek aan de vorige. (Voor de nerdy kenners onder de lezers, de meest ingrijpende verandering is dat de grille één horizontale lamel minder heeft. O, en de zijspiegels hebben nu dezelfde vorm als die van de DBS.) Het is een prachtig compliment aan het oorspronkelijke model dat, na vier jaar in de handel, nog geen spatje verouderd is. Maar misschien heeft het er ook mee te maken dat de andere auto’s in deze klasse heel erg op elkaar lijken – als geen daarvan de grenzen verlegt, dan zien ze er nooit verouderd uit.

 

Maar er waren een paar punten die aandacht verdienden. Net als de Vanquish daarvoor, leek het interieur van de DB9 simpelweg te veel een bijeengeraapt zootje. Nu niet meer. Het dashboard van de DBS is overgeheveld – met een iets andere afwerking. Verdwenen is de rommelige inrichting met de overdaad aan knopjes, die vervangen werd door een eenvoudig ontwerp dat het veel gemakkelijker maakt om alles te bedienen, van je telefoon tot je iPod. Je krijgt nu zelfs een keurig make up-spiegeltje, met schuifdekseltje, en geen aan elkaar gelijmde ratjetoe uit het Ford-magazijn.

‘Inderdaad zijn 20 pk en 30 Nm erbij reuze aardig, maar aangezien de oude DB9 al 450 pk leverde, zijn de verschillen in werkelijkheid nogal bescheiden’
 

Dus dingen die konden blijven zoals ze waren, zijn ook zo gebleven, terwijl andere zijn veranderd – vanuit dit gezichtspunt is de DB9 een grote stap voorwaarts. Maar anders dan bij de V8 Vantage, waarin mijn collega deze maand reed, was mijn ervaring voor de rest niet zo indrukwekkend als ik zou hebben gewild.

 

Eerst het goede nieuws: de Touchtronic-overbrenging is anders afgesteld om soepeler te kunnen schakelen. De vorige werkte niet altijd mee omdat hij wat lomp was, maar het op- en terugschakelen gaat nu veel lekkerder. Bij het terugschakelen geeft het gaspedaal een bescheiden toefje tussengas (niets nieuws), maar wel is nieuw dat hij het doeltreffender doet. Dus geen slappe besluiteloosheid: je wilt een versnelling, en die krijg je ook.

 

Maar al het andere stelde me een beetje teleur. Aston laat niet na om rond te bazuinen hoeveel extra vermogen de motor levert, en inderdaad zijn 20 pk en 30 Nm erbij reuze aardig, maar aangezien de oude DB9 al 450 pk leverde, zijn de verschillen in werkelijkheid nogal bescheiden. De DB9 was een hele snelle auto; nu is het een hele snelle auto. Het is alleen jammer dat dat extraatje niet gepaard gaat met een iets ruiger uitlaatgeluid – ik weet zeker dat je de versnellingsbak harder hoort gieren dan de motor.

 

De grootste teleurstelling is voor mij het onderstel. Hoewel deze DB9 nieuwe Bilstein-schokdempers heeft, wat resulteert in wat flexibeler en soepeler rijeigenschappen, zijn de dynamische problemen van de DB9 nog steeds niet verholpen. Goed, als een GT presteert de DB9 briljant, maar als je een beetje meer verlangt – echt gaan rijden in plaats van wat toeren – dan zijn er nog wel andere auto’s, en andere Astons, die je meer bevrediging zullen geven.

 

Als je ‘m flink op z’n donder geeft en halverwege een bocht een hobbel op je weg vindt, dan raakt de ophanging achter van de wijs en krijg je dat rare rollende effect aan de achterkant. Een tijdje geleden reed ik in een Sports Pack-auto, en de andere veerafstelling en het lagere ongeveerde gewicht hebben dat verholpen. Ik had gehoopt dat de facelift hetzelfde resultaat had, maar het lijkt erop dat je nog steeds voor dat pakket moet kiezen om de DB9 met het beste rijgedrag te krijgen.

 

Wat jammer is, want het haalt de glans af van wat voor de rest een heel wat betere auto is, met een interieur dat past bij het prijskaartje. Aston heeft de kritische geluiden ter harte genomen en gezorgd voor een sterk verbeterde V8 Vantage, maar het had nét iets beter moeten luisteren.