Schilderen met blauw en oranje kan maar tot een ding leiden: een racesuperheld. De meest recente auto in Gulf-kleuren is de Aston Martin DBR9.
Het gebeurt maar zelden dat we het altaar van Olie aanbidden. We hebben het inmiddels acht jaar moeten uithouden met een oorlogszuchtige Texaanse olieman in het Witte Huis, de zorgen over het milieu worden ernstiger en de grote spelers blijven gigantische winsten maken terwijl wij tweede hypotheken moeten afsluiten om onze brandstoftanks te kunnen vullen. Maar als zoveel liefhebbers van de geschiedenis van de autosport hebben we een opvallend zwak voor Gulf. De oranje en lichtblauwe kleuren, het ‘schijf’-logo, het heldere en tijdloze karakter: op een of andere manier zorgt de visuele indruk er voor dat je recht in het hart wordt getrokken van de autosport. In 2008 keert Gulf bovendien terug en kleurt met zijn roemrijke verleden het blazoen van de Aston Martin DBR9 GT1 endurance racer. ’s Werelds coolste sponsor op de meest sexy racer van deze planeet strijden mee tijdens de grootste race op de kalender. Slaapkamerwanden zijn er voor gemaakt om foto’s tegen aan te plakken van auto’s als deze.
Bij de aankondiging van het driejarig contract zei vice-president Alain Dujean van Gulf International: ‘Dit is ontegenzeggelijk het belangrijkste jaar ooit voor Gulf in de autosport. De vermaarde kleuren van Gulf hebben in 1968 voor het eerst een overwinning in Le Mans geproefd, dus had het jaar 2008 al grote betekenis voor ons. Dat we nu kunnen samenwerken met Aston Martin is helemaal fantastisch.’ Aston-baas en de spil van ProDrive David Richards voegt daaraan toe dat ‘het blijkbaar zo heeft moeten zijn dat wij onze GT1-titel verdedigen in het jaar dat Gulf de veertigste verjaardag viert van zijn eerste overwinning en we nu samen racen op La Sarthe.’
‘Let wel, de racehistorie van Gulf mag er wezen. Zo hielp Gulf Ab Jenkins in 1936 bij zijn snelheidsrecord over land in zijn Mormon Meteor’
Dus het is een gelukkige samenloop van omstandigheden? Geen van beide partijen heeft bekendgemaakt hoeveel Gulf investeert in herhaling van het succes van Aston op Le Mans, maar iedereen zal toegeven dat deze twee namen in de autosport bij elkaar passen zoals die van Lennon en McCartney dat doen in de muziek. Let wel, de racehistorie van Gulf mag er wezen. Zo hielp Gulf Ab Jenkins in 1936 bij zijn snelheidsrecord over land in zijn Mormon Meteor. Ook steunde het toen in Pittsburg gevestigde bedrijf de befaamde raceautoconstructeur Harry Miller, een naam die synoniem was voor racesucces in de Indy 500 in de jaren twintig.
De legendarische blauw/oranjekleurstelling stamt overigens van later datum. Die behoorde toe aan The Wiltshire Oil Company die pas in de jaren zestig door Gulf werd overgenomen. Dat was ongeveer in de tijd dat Henry Ford II zon op wraak op Enzo Ferrari vanwege diens terugdeinzen voor de verkoop van Ferrari aan Ford: hij zwoer dat hij de vloer aan zou vegen in endurance races met de onbetrouwbare Italiaan. Toevallig was het ex-Aston Martin-teambaas John Wyer – hij zwaaide de scepter toen Aston won in 1959 – die verantwoordelijk was voor de verpletterende 1-2-3 zege van de Ford GT40 in 1966. Een GT in Gulf-kleuren won in 1968 en dat is nog altijd de auto die volwassen mannen omtovert in kwijlende idioten.
Wyers volgende zet was absoluut nog meer memorabel. In een poging de 917 sneller te krijgen, sloot Porsche een overeenkomst met zijn door Gulf gesteunde team en maakte er feitelijk een fabrieksteam van. John Horsmann, hoofdingenieur van Wyers, bedacht dat een gewijzigde achterzijde de twijfelachtige neerwaartse druk achter zou verbeteren, met de Porsche 917K (van Kurzheck) als resultaat. Uiteindelijk was het een semi-fabrieksteam – Porsche-Salzburg – dat in 1970 zorgde voor de eerste overwinning met een 917 op Le Mans. Maar die overwinning werd geheel overschaduwd doordat een zekere Steve McQueen een jaar later een film maakte die Le Mans heette waarin de hoofdpersoon een coureur is die rijdt in een 917K in de kleuren van Gulf. Cooler dan dat zal het niet worden.
Ook andere teams werden door Gulf gesponsord: Mirages en Kremer Porsche in de jaren zeventig, McLaren GTR midden jaren negentig, Johansson Motorsport in 2001 met de Audi R8 en vorig jaar op Le Mans met Barazi Epsilon. Maar de combinatie van Gulf en Aston Martin heeft het imago van beide merken een impuls gegeven die iedereen heeft verrast. We kennen de DBR9 en houden daar van. Onthuld in 2004, voor het eerst mee geraced in de twaalf uur van Sebring in maart 2005, bestolen van de overwinning in het 21-ste uur van Le Mans 2006, winnaar in de GT1-klasse en vijfde overall in 2007. Bovendien haalden vorig jaar alle zes gestarte DBR9’s onder barre weersomstandigheden de finish. Waar Audi en Peugeot hun strijd uitvechten om de dieselsuprematie, richt Aston Martin zich op autosport met auto’s die specifiek zijn ontworpen om er knikkende knieën van te krijgen. Wat heeft het anders voor zin?
Vierentwintig uur lang racen doet gekke dingen met mensen. De enorme druk en spanning waren voelbaar toen ik vorig jaar de laatste ronden bijwoonde temidden van de mensen van Aston Martin. Twee maanden daarna trakteerde Darren Turner me op drie rondjes over het GP-circuit van de Nürburgring in een DBR9. Dat was met gemak de meest opwindende ervaring die ik ooit in een auto heb meegemaakt. Er is dus meer aan de hand dan een snelle auto in fraaie kleuren. Voor 2008 wordt alles waar het in Le Mans om draait samengebald in twee fabrieksversies van de Gulf Aston DBR9. Aston ziet zichzelf nog steeds als David die vecht tegen de Corvette van Goliath-GM. Die Goliath wil zich vast en zeker revancheren voor zijn verlies van vorig jaar. We zullen erbij zijn.
Reacties