Je zou het niet zeggen, maar het is alweer acht jaar geleden dat Audi besloot zich te mengen in de wereld van de platte, langgerekte sedans met de beeldschone A7 Sportback. Het segment werd zes jaar eerder door Mercedes in het leven geroepen met de CLS en vond ook bij BMW navolging in de vorm van de 6-serie Gran Coupé. De Mercedes-AMG CLS 53 4Matic+ zit sinds kort in z’n derde generatie en de 6-serie loopt op z’n laatste benen. De timing van Audi om de A7 grondig te herzien, is dus treffend. We verwelkomen hier de nieuwe Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro.
Niet meteen onder de indruk
Om eerlijk te zijn: bij de eerste foto’s die we onder ogen kregen, hadden we zo onze twijfels. Er valt niet precies een vinger op te leggen, maar de vorige A7 had een ontwerp dat prachtig in elkaar paste: de juiste welvingen, rondingen en vouwen op de juiste plaatsen. Het was wat ons betreft de gaafste Audi van allemaal, vanaf z’n introductie tot z’n laatste adem. De nieuwe heeft meer geprononceerde tekeningen, scherpere lijnen, een flink bredere grille, en dat niet te missen achterlicht uit één stuk. We vonden ‘m in eerste instantie een beetje geforceerd overkomen. Hij had niet dezelfde moeiteloze, benijdenswaardige innemendheid als het origineel.
Tot het moment dat we, naast een scheepswerf in een van de hipste gebieden van Kaapstad, oog in koplamp staan met enkele exemplaren in verschillende kleuren en uitvoeringen. Binnen een paar minuten gaan we van ‘hm, het valt toch wel mee’ naar ‘oké, hij is best mooi’ naar ‘tjonge, wat een prachtig ding’. En het gekke is: als we nu die eerste foto’s terugkijken, zien we niet meer in waarom we dat toen niet al vonden. Noem het maar gewenning, ook al was er maar een korte ontmoeting voor nodig.
Voor de schreeuwers
Voor je automatisch begint te roepen dat deze Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro erg lijkt op andere Audi’s: zet de A5 Sportback er even naast en kijk naar de lijnen op de flanken, de raamlijn achteraan, de vorm van de koplampen en de achterkant in z’n geheel. Toch best anders, niet? Net als z’n voorganger is het hoe dan ook een trots, zelfbewust ontwerp. En als je zo gevoelig bent voor opzichtige designgeintjes als wij, zul je ook kunnen waarderen dat de achterlichten een Knight Rider-achtig dansje doen als je de auto in het donker opent. Zulke details, daar houden we van.
Audi heeft zijn best gedaan om de technologie van de A7 te laten afspatten. Naast de lichtshow en een paar vlijmscherpe wielontwerpen (18 tot 21 inch) zijn er optionele laserkoplampen die twee keer zo ver schijnen als de standaard led’s, en spotten we in de grille twee grote blokken met sensoren die zomaar politie-apparatuur hadden kunnen bevatten.
Net als bij de A8 ligt er een 48-volt elektrisch systeem aan de basis van de A7. Alle uitvoeringen – voorlopig zijn het er maar twee, een benzine en een diesel – gebruiken mild hybrid-technologie, die tot 12 kilowatt aan energie kan herwinnen (via een gecombineerde dynamo/startmotor die door een riem met de verbrandingsmotor is verbonden) en bijvoorbeeld al bij 22 km/u de start/stopfunctie kan activeren. Er is een overkoepelende, centrale regelunit (het ECP, oftewel Electronic Chassis Platform) die de verschillende systemen voor de dynamica in de gaten houdt en laat samenwerken, zoals de dempers, het sportdifferentieel en, jawel, de vierwielbesturing.
De Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro is weer strak
Aardig om te bedenken wat er allemaal onder z’n welgevormde carrosserie schuilgaat, maar de echte technotrip begint pas wanneer je instapt. Als in een verkwikkend bad dompel je jezelf onder in de bekende Audi-kwaliteit, met het design en de materialen die je bij de reputatie van het merk mag verwachten. Het dashboard is strak als een scheermes, de smaakvolle oppervlakken sluiten naadloos op elkaar aan of overkoepelen elkaar. Sommige knoppen zijn gemaakt van aluminium, waardoor je de intrinsieke coolheid van de auto door je vingertoppen omhoog voelt kruipen.
Niet dat er veel knoppen zijn. Audi’s nieuwe MMI Touch Response-systeem staat centraal: twee gestapelde aanraakschermen boven de middenconsole die meestal los van elkaar functioneren, maar elkaar soms ook aanvullen, afhankelijk van wat je wilt doen. Het onderste dient normaal gesproken voor de bediening van de airco, het bovenste voor navigatie en infotainment; maar wil je bijvoorbeeld een bestemming invoeren, dan verandert het onderste scherm in een groot schrijfblok waar je je hanenpoten op kunt krabbelen (niet meer één letter tegelijk, zoals vroeger, maar gewoon hele woorden). Beide geven haptische en auditieve feedback – tikjes en klikjes – wat zorgt voor een solide en trefzekere bediening.
Logische schermen
Het is interessant om te zien hoe de aanpak van de luxemerken verschilt als het op interactie tussen auto en bestuurder aankomt: Mercedes met zijn brede, in elkaar overlopende schermen en losse controller, Audi met de Virtual Cockpit en twee aparte touchscreens, BMW met zowel een controller als een touchscreen, plus gebarenherkenning, Lexus met… tja. We vragen de Nederlandse Audi-ontwerper Mattijs van Tuijl waarom hij juist hiervoor koos, en niet bijvoorbeeld voor een enkel staand scherm, zoals bij Tesla of Volvo. ‘We kijken natuurlijk goed naar alle mogelijkheden, maar gemak staat voorop. Bij de A7 kun je beide schermen bedienen zonder je schouder uit de stoel te hoeven lichten. De pook van de automaat dient als polssteun en de hoek is prettig, zodat je niet met je nagels tegen het scherm komt als je onderaan iets wilt selecteren. Volgens ons is dit de beste aanpak’, aldus Van Tuijl.
Het blok van de Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro
Nu heb je hiernaartoe geklikt om een rijtest te lezen, geen verhalen over computerbediening, dus we gaan snel op weg met de Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro. Die aanduiding staat overigens nergens voor; de ‘55’ is enkel om de hiërarchie in het gamma aan te geven (de diesel, met minder pk’s en iets trager van 0 naar 100, heet 50 TDI). We hebben het over een 3,0-liter twin-turbo V6 met 340 pk, in de basis een oude bekende, gekoppeld aan een zeventraps S-tronic-automaat.
Hij heeft een vrijloopfunctie – als je het gas loslaat, gaat de motor stationair lopen of schakelt hij zich zelfs uit – en dus is er geen enkele remwerking, wat een beetje een ongemakkelijke gewaarwording is als je door een vreemde, drukke stad navigeert waar het verkeer allerlei dingen doet die je niet verwacht. De besturing is licht en van de variabele soort, en zoals gezegd doen ook de achterwielen mee, waardoor de A7 in eerste instantie wat onrustig overkomt. Het waait nogal hard in Kaapstad, en de kleinste stuurcorrectie bij zijwind ketst ons meteen richting een andere rijstrook.
Kies de Dynamic-modus
Gedurende de eerste kilometers zijn we daarom niet bijzonder onder de indruk. Tot we met de Drive Select-knop in de weer gaan en de Dynamic-modus selecteren: (iets) zwaardere besturing, een steviger onderstel en geen vrijloop. Nu valt het kwartje. In Comfort is de A7 simpelweg te relaxt voor zijn eigen bestwil, in ieder geval in deze omstandigheden.
Alles aan deze auto is veerkrachtig, wat geruststellend werkt. Je laat je meevoeren door de elastische acceleratie, leert de lenige kwaliteit van de besturing waarderen en geniet van een onderstel dat zorgeloos dendert over oneffenheden die auto’s vóór ons bijna van de weg laten stuiteren. Wij rijden de versie met luchtvering (je kunt ook kiezen voor de standaard ophanging, een verlaagd sportonderstel of adaptieve dempers), die de weg scant en zo de boel alvast voorbereidt op hobbels en kuilen die gaan komen.
Zelfs met 20-inch wielen werkt dit subliem; over de 21-inchers, waarmee we zelf niet reden, horen we van collega’s minder positieve geluiden. Kom je een serie vlotte bochten tegen, dan krijg je de steun die je verwacht om de auto er zonder overmatig hellen doorheen te helpen.
De Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro is daarnaast bijna angstaanjagend stil. Elk hoekje en gaatje zit vol met isolatie, en er dringt dan ook nauwelijks geluid van de weg of van de ophanging door tot het interieur. Ook de motor houdt zich op de achtergrond, tot je hem stevig aanspreekt – dan klinken er ergens in de verte een bevredigende V6-soundtrack en een lichte elektro-zoem.
Leuk, maar let wel op
Audi meldt dat er niet minder dan 39 assistentiesystemen aan boord zijn. Net als de A8 is de A7 klaar voor niveau-3 autonomie – zelfstandig rijden met jou als back-up – zodra de wetgeving dit toelaat. Echter, wij hebben er nog maar weinig vertrouwen in. Een laserscanner, vijf radars (één voor veraf, vier voor dichtbij) en een camerasysteem kunnen niet voorkomen dat onze A7 zwalkt tussen de strepen op de weg, stoepranden niet herkent, vlak langs mensen in de berm dreigt te rijden en soms zonder waarschuwing of aanwijsbare reden spontaan stopt met zelf sturen. En dit is nog maar niveau 2.
Wanneer de auto in een file zelf optrekt, remt en stuurt, werkt dit wel bijzonder goed. Maar als we op een zeker moment voor een stoplicht staan en een motorrijder tussen de rijstroken vlak langs ons komt, schiet de auto in een paniekmodus en trekt hij onze gordels strak aan; hij dacht dat er een botsing op handen was.
We zijn nog ver, heel ver verwijderd van het moment dat we in de echte wereld op dit soort systemen kunnen vertrouwen. Maar dat geldt voor alle merken, niet alleen voor Audi. We kunnen de nieuwe Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro er daarom niet op afrekenen, en dat willen we ook niet. Want hij blijkt een meer dan waardige opvolger voor onze uitgaande favoriet.
Specificaties Audi A7 Sportback 55 TFSI quattro
Motor
2.995 cc
V6 turbo
340 pk @ 5.000 tpm
500 Nm @ 1.370 tpm
Aandrijving
vier wielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 5,3 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
6,8 l/100 km
154 g/km CO2 C Label
Afmetingen
4.969 x 1.908 x 1.422 mm
(l x b x h)
2.926 mm (wielbasis)
1.815 kg
63 l (benzine)
535 l (bagage)
Prijzen
€ 89.407 (NL)
€ 72.668 (B)
Vonnis:
15/20
Geen echte sportlimo – koop daarvoor maar een Panamera – maar een rollend stuk verwentechniek met een uiterlijk om je vingers bij af te likken. De nieuwe A7 is uitgekiend tot in het onnavolgbare, en alleen daarom al een winnaar
Reacties