Audi SQ5 TDI quattro

Laten we bij het begin beginnen. De nieuwe SQ5 is er alleen als diesel. De benzineversie, de 3,0-liter V6 TFSI, is dood en begraven. En Audi heeft, zoals eerder aangekondigd, nu in alle S-modellen dezelfde aandrijving liggen. Dus de S7 en de S6 sedan en Avant hebben, samen met deze Audi SQ5 TDI quattro, allemaal dezelfde motor.

Het betreft een slimme 3,0-liter V6 turbo die alleen van de dezer dagen zo gedemoniseerde dieseldrank houdt. Een enkele, traditio­nele turbo, en toch hoogtechnologisch, want deze auto heeft veel afgekeken van de grotere Audi’s. Hij beschikt over zowel een EPC als MHEV-techniek. Tja, dat dus.

Maar het is minder ingewikkeld dan het klinkt. Audi denkt dat mettertijd de haat jegens diesel wel zal afnemen, en dat het nog altijd een brandstof kan zijn die ertoe doet. Als het spul maar zuinig en schoon genoeg kan worden gemaakt. Dus heeft de Audi SQ5 TDI een V6 diesel met een elektrische compressor (de EPC – in essentie een elektrische turbo), plus 48-volt systemen en de bekende mild-­hybride elektrische voertuigtechniek (MHEV).

Hybridetechniek

De EPC is een kleine turbo vlak naast de motor. Als er veel vermogen wordt gevraagd, maakt het apparaat gebruik van de 48-volt elektra zodat er ogenblikkelijk extra kracht beschikbaar komt (een overigens milde 1,4 bar aan boost) totdat de traditionele turbo erin kan komen. Zodoende is het turbogat kleiner en het verbruik lager.

De MHEV-set-up is via het 48-volt systeem en via wisselstroom verbonden met de krukas. Als je remt, wordt er tot 12 kW aan energie opgeslagen in een lithium-ion accu onder de bodem van de laadruimte. Deze energie kan daarna ingezet worden waar ze ook maar nodig is. Zodoende hoeft de verbrandingsmotor minder hard te werken en wordt er minder brandstof verbruikt. De motor schakelt uit wanneer het kan, waardoor je regel­matig vrijuit rolt. Het stop/startsysteem werkt nu subtieler en soepeler.

Dat zou moeten zorgen voor een responsieve en zuinige motor, die er het beste van probeert te maken met zo weinig mogelijk brandstof. En dat lukt. Het turbogat is geminimaliseerd – maar niet verdwenen – en de SQ5 is bepaald niet het sloomste jongetje van de klas.

De cijfers van de Audi SQ5 TDI

Er is eigenlijk alleen maar goed nieuws. Weliswaar is het vermogen nu nog maar 347 pk (de oude benzineversie had 355 pk). Maar het koppel, het belangrijkst in een auto als deze, gaat naar 700 Nm – en dat was 498 Nm. De top is nog altijd begrensd op 250 km/u, maar de spurt van 0 naar 100 km/u gaat in plaats van in 5,4 seconden in 5,1 seconden. De emissies zijn lager en hij verbruikt dus ook minder brandstof.

Belangrijker dan dat is hoe hij rijdt in de echte wereld, en de SQ5 blijkt erg goed te zijn voor je ego. Alles wat je echt nodig hebt, doet ie feilloos. Inhalen tussen 60 en 120 km/u, op- en afritten – die 700 diesel-newtonmeters weten er allemaal wel raad mee.

De motor maakt de meest tevreden indruk tussen de 2.000 en de 3.500 tpm, en als je dat krap vindt klinken, dan is er een heel behoorlijke achttraps automaat om ’m binnen die marge te houden. En de rijeigenschappen sluiten mooi aan bij de sterke motor. Hoewel we de Audi SQ5 TDI op prachtig gladde Duitse wegen testen, krijgen we toch stellig de indruk dat hij zich ook sterk zal weten te houden op, zeg, pokdalige Belgische of zuid-Italiaanse wegen.

Indrukwekkend rijgedrag

De koppelverdeling is 40:60 tussen de voor- en achteras bij normaal gebruik, maar er kan maximaal 70 procent naar voren of tot 85 procent naar achteren worden gestuurd wanneer dat nodig is. Er vindt op het ABS werkende koppelverdeling plaats over de wielen – hij remt op een wiel dat slipt en stuurt meteen kracht naar het wiel met grip. Ook is er een sportdifferentieel (als optie) dat meer koppel stuurt naar het buitenste achterwiel als je hard rijdt. Hierdoor wordt de auto beweeglijker, en het zorgt ervoor dat de Audi SQ5 TDI onderstuur lijkt te haten. Dat is indrukwekkend voor een middelgrote SUV, al voelt hij soms wel ietwat dof aan.

Er zijn twee versies: de instap-SQ5 die net wat dikker is uitgevoerd dan de Q5 S-line, en de Vorsprung. Die heeft dezelfde motor en bak, maar beschikt verder ongeveer over alles wat optioneel is op de SQ5 (dat eerder genoemde sportdifferentieel, plus actieve luchtvering, 21-inch velgen en meer van dat soort zaken). En ja, inderdaad, de prijzen zijn wat stug als je ’m vergelijkt met soortgelijke modellen van andere fabrikanten. Aan de andere kant: dat is ook niet heel gek als je ziet wat je er allemaal voor terugkrijgt.

Z’n formaat is ook goed om in het dagelijks leven te gebruiken – smalle steegjes tijdens je vakantie, parkeergarages: geen probleem. Hij biedt voldoende plaats voor vijf mensen en dan kan er nog 550 liter achterin, of nog eens 1.000 liter extra als je de stoelen achterin wegklapt. Dit is een slim gemaakte, snelle medium-SUV.

Dat mag niet echt een onthulling van de bovenste plank lijken te zijn, maar het is wel een stap in de goede richting om ons allemaal weer aan de diesel te krijgen.

Diesel slaat terug

Het mag dan misschien een beetje een verrassing zijn dat Audi diesel gebruikt in een compleet nieuwe, opvallende lijn semi-sportauto’s, maar het berust toch allemaal op een zekere ratio en rede. Diesel is niet per se slecht, zegt Audi, alleen inefficiënte diesels zijn duivels. Met slimme injectie, EPC en MHEV, thermale optimalisatie en verschillende uitlaatfilters kan de 3.0 in de S varianten op tegen elke benzinemotor – zowel qua NOx als qua CO₂.

Audi vindt ook dat de wijze waarop een diesel koppel levert (vooral als de motor is gekoppeld aan een moderne transmissie met veel versnellingen) minstens zo goed is als – doorgaans – meer toeren makende en meer pk’s leverende benzinemotoren. Het is een dappere zet van de Noord-Beiers, vooral ook omdat de meeste S’jes (behalve deze Audi SQ5 TDI) nu langzamer naar de 100 km/u gaan dan die van de vorige generatie. Maar in de echte wereld, bij het inhalen en de acceleratie op invoegstroken, zul je niet snel terugverlangen naar de benzine-V6.

Specificaties Audi SQ5 TDI quattro