Ford Explorer PHEV 3.0 EcoBoost ST-Line

Ford heeft, hoe zeggen we dat nou eens aardig, niet altijd een gelukkige hand in het naar Nederland halen van ‘buitenlandse modellen’. Denk maar aan de (eerste) EcoSport, die gemaakt was voor Brazilië en daar ook beter had kunnen blijven. Het was een duur, pover gemaakt en nog poverder rijdend onding dat totaal niet strookte met wat wij Europeanen van Ford gewend zijn.

Goed, foutje, kan gebeuren, niet meer doen. Maar hoe vergeet je een klein pijntje? Door er een grotere pijn overheen te gooien. Dat werd de Ka+, zonder twijfel een van de aller-abominamelste schepsels die ooit op deze planeet is neergezet. Niets, maar dan ook niets aan hem was goed, en het enige record dat hij ooit heeft gevestigd, was die rotsvaste allerlaatste plaats in de ranglijst Beste Auto’s Die Wij Ooit Hebben Gereden. Geloof ons: dat wil wat zeggen.

Ook goede ideeën pakken fout uit

Zelfs als de bedoelingen goed waren, ging het nog weleens mis. Een Mustang is een hartstikke leuke auto, maar hij hoort geen viercilinder te hebben en dan nóg 62 mille te kosten. En dat terwijl je zijn V8-versie in zijn thuisland Amerika in waarde kunt verdubbelen door hem vol benzine te gooien. Goed, tikje overdreven, en we begrijpen waarom Ford het deed, maar wanneer heb jij voor het laatst een nieuwe Mustang zien rijden? Dat dus.

Toen hoorden we dat Ford van plan was het kunstje nog eens dunnetjes over te doen met de Ford Explorer, een Amerikaans icoon. We stonden niet direct te trappelen van enthousiasme. Maar wat blijkt: als bij toverslag is in één keer alles anders. En daar zijn een aantal even duidelijke als simpele redenen voor.

Echte elektro-ondersteuning

In weerwil van zo’n beetje alles waar het navelstaarderige, olieverslaafde Amerika van de heer Trump voor staat, is deze nieuwe Ford Explorer een plug-in hybride. En dan niet, zoals je ongetwijfeld zult denken, het soort waarin een Black & Decker-elektromotortje een benzinemotor van binnenvaartschipformaat ‘ondersteunt’, maar een serieuze. Goed, de dooie-dino’s-slurper is alsnog een V6 van 3,0 liter, maar die biedt je op deze manier in ieder geval de keuze tussen pret en efficiency.

Maar even wat cijfertjes, om je gedachten te bepalen. De elektromotor van de Ford Explorer PHEV mikt er 102 pk tegenaan: dat is genoeg om samen met de V6 tot een systeemvermogen van niet minder dan 457 pk te komen. Voor je ‘supersportwagen’ begint te jubelen: de Explorer is een werkelijk enorme auto. Hij weegt 2.500 kilo, en is bijna 2,30 meter breed en dik vijf meter lang – langer dan een (niet-long-wheelbase) Range Rover. Een kolos is het, en dat heeft zijn weerslag op wat er van dat vermogen overblijft, na aftrek van gewicht, omgevallen-torenflat-aerodynamica en wat dies meer zij.

De Ford Explorer PHEV is niet langzaam

Dat wil niet zeggen dat je de gang er niet een beetje in kunt houden met de Explorer: een sprintje naar 100 km/u is in 6,0 seconden gebeurd en de top is 230 km/u. Hitsige GTI’tjes van een generatie terug hebben dus nauwelijks kans bij het stoplicht. Wat ons nog veel meer verbaasde: ook na dat stoplicht, als binnenweggetjes opduiken, blijft de Explorer voorbeeldig zijn best doen. Je moet hooguit even wennen aan het feit dat de bizarre proporties totaal niet overeenkomen met het vlotte, strakke en toch nog redelijk comfortabele weggedrag dat deze Vinexwijk op wielen tentoonspreidt, maar dan valt er serieus nog het een en ander aan lol met hem te beleven.

Hoewel je je in het begin pijnlijk bewust bent van het feit dat hij zo breed is dat je je voorpassagier slechts met enig reiken zou kunnen aanraken, en dat tot milde paniek leidt als je op een binnenweg een tegenligger tegenkomt, blijkt al snel dat de zorgen vooral tussen je oren zitten. En ben je dáár eenmaal aan gewend, dan merk je dat die Ford Explorer zich haast gedraagt alsof een Focus een rijk-besprenkelde en danig uit de hand gelopen nacht met Godzilla heeft doorgebracht.

Het totaalplaatje klopt

De elektropower wordt meestentijds vooral ingezet om de benzinemotor te ondersteunen, al zou je je met enig recht kunnen afvragen waarom dat nodig is bij een zo sterke V6-motor die zijn kracht over niet minder dan tien versnellingen kan verspreiden. Inderdaad, het klinkt allemaal een beetje als overkill, maar het totaalplaatje klopt als een zwerende vinger. Je zult hooguit af en toe vergeten waarmee je werkelijk onderweg bent als er een écht scherp bochtje aankomt en je in je ‘hot hatch’-modus zit: dan blijkt dat 2.500 kilo best een hoop is om snel de snelheid uit te halen. Maar dan zijn er altijd nog ontelbare elektronische engeltjes om je toch nog uit de brand te helpen.

Want dat is ook zoiets aan deze nieuwe Ford Explorer: er is nergens op bespaard. En dan bedoelen we ook echt nérgens. Er is maar één versie, deze ST-Line, en daar konden ze echt helemaal niets meer bij proppen. Van een panoramadak dat open kan, via massagestoelen tot een 1.000 watt sterk audiosysteem van Bang & Olufsen – het is er. En serieus: alles wat daartussen zit. Je kunt het zo gek niet bedenken of het zit erop.

Alternatieven voor de Ford Explorer PHEV

Natuurlijk, 78k is een enorme klap geld, ook voor zo’n immense auto. Maar als je gaat kijken of er misschien iets anders te krijgen is, blijkt dat bedrag eigenlijk nog reuze mee te vallen. Dat komt voornamelijk doordat auto’s die qua grootte enigszins overeenkomen, allemaal nogal ‘premium’ zijn. Denk aan een Audi Q7 of een Range Rover. Die laatste kost je in Nederland echter minimaal 132.000 euro – da’s bijna het dubbele.

En voor een Q7 die qua vermogen hetzelfde biedt, ben je ook minstens 102.000 euro kwijt. En let wel: die moet je dan ook nog een beetje leuk gaan aankleden om op het uitrustings­niveau van de Explorer te komen. Wie weleens een optieboekje van Audi van dichtbij heeft bekeken, weet: dan gaat de teller pas echt lopen en kom je bij bedragen uit die écht niet leuk meer zijn. Dus hoe raar het ook moge klinken: bijna 80.000 euro kosten en tóch een koopje zijn – het kan…

Zelfs ruimte op de derde zitrij

De hoogste troeven van de Ford Explorer PHEV bewaren we voor het laatst. Ten eerste: het is (standaard, natuurlijk) een zevenzitter, waar je zelfs als volwassene redelijk op de achterste zitrij kunt zitten. Nee, niet naar Zuid-Frankrijk, maar het gaat prima. En heb je dat niet nodig, dan staat je via alle omklapbaarheid 2.274 liter (!) bagageruimte ter beschikking.

Maar de grootste troef is nog het gewicht dat hij mag trekken, dankzij die gigantische 825 Nm aan trekkracht: 2.500 kilo. Er zijn in Nederland heus zat boten-, paarden- of caravanliefhebbers te vinden die daar om zitten te springen. En dat terwijl de meeste elektrische auto’s en hybrides het juist op dat gebied behoorlijk laten liggen. Ook is er
standaard Trailer Sway Assist en dat soort zaken aanwezig om je te helpen.

Oh, tot slot: ja, je kunt hem met een stekker bijladen. Heeft dat zin? Nou, nogal. Doe het niet, en je komt tot een gemiddeld WLTP-verbruik van 10,4 l/100 km. Valt nog mee, inderdaad. Maar laad hem braaf op, en je verbruik daalt tot, ook weer volgens WLTP, 3,1 l/100 km. En vergis je niet: je kunt 42 kilometer vol-elektrisch rijden, dus het meeste van je woon/werkverkeer en korte ritjes kun je dan probleemloos elektrisch doen. F**k de Shell, toch? En dat in zo’n kolos. Leuk!

Specificaties Ford Explorer PHEV 3.0 EcoBoost ST-Line (2020)