Autotest: Ford Mondeo 2.0 SCTi 240 pk Titanium Powershift 5-deurs
Ford vond dat de Mondeo aan een opfrisbeurt toe was. Dat heeft zo z’n voor- en nadelen. Niet dat we al te veel waarde aan hun oordeel hechten, maar het is op z’n minst opmerkelijk dat zowel Clarkson, Hammond als May de Ford Mondeo noemen als een van hun…
Ford vond dat de Mondeo aan een opfrisbeurt toe was. Dat heeft zo z’n voor- en nadelen.
Niet dat we al te veel waarde aan hun oordeel hechten, maar het is op z’n minst opmerkelijk dat zowel Clarkson, Hammond als May de Ford Mondeo noemen als een van hun favoriete auto’s. De heren zijn het vrijwel nooit met elkaar eens, en dan brengt uitgerekend een gewone middenklasse sedan ze nader tot elkaar. Het moet dus haast wel een bijzondere auto zijn, die Mondeo. Dat is het ook. In feite is er zelfs bar weinig op aan te merken.
Hoewel, sinds deze facelift hebben we één probleem: onze favoriete uitvoering is verdwenen. Sinds kort kun je de Mondeo niet langer bestellen met de kracht en stem van God zelf, de 2,5-liter vijfcilinder turbo. Dit fabelachtige blok, oorspronkelijk afkomstig van Volvo, was al een tijdlang een doorn in het oog van Ford. Het bedrijf wil haar gemiddelde CO2-uitstoot als fabrikant laten dalen, en daarom verdwijnt de vieze vijfcilinder langzaam maar zeker uit alle modellen. Treurig, maar waar.
Ze doen een poging het goed te maken met de nieuwe 2.0 EcoBoost viercilinder, die maar liefst 240 pk op tafel gooit. Dat is een bonus van 15 pk – toch mooi meegenomen. Bovendien smeert hij zijn koppel lekker breed uit; van 1.900 tot 3.500 toeren is de maximale hoeveelheid trekkracht beschikbaar, daarna daalt het slechts gestaag. Ook is deze motor een stuk zuiniger en maar liefst 19 procent schoner; niet eens in vergelijking met de zuipende 2.5T, maar met de 2.3 viercilinder (met 161 pk) die eveneens verdwenen is. Dat klinkt goed, zeg je? Dat klopt, hij klinkt inderdaad goed.
Vooropgesteld dat niets op akoestisch gebied de oude vijfcilinder overtreft, zet de EcoBoost-motor toch een behoorlijke keel op wanneer we ‘m vooruit schoppen. Dat werkt lekker opzwepend. Fords prima Powershift-versnellingsbak, met dubbele koppeling, toont zich vooral gewillig en alert wanneer je ‘m in de sportstand zet. Komt er vervolgens een bocht aan, dan wordt het wederom duidelijk: dit is niet alleen een uitzonderlijk fijne middenklasse sedan. Het is een uitzonderlijk fijne auto.
De Mondeo doet precies wat je wilt. Hij stuurt direct, maar niet zo direct dat ie op de snelweg zenuwachtig wordt. Het rempedaal reageert scherp, maar niet zo scherp dat je tanden bij het eerste stoplicht in je dashboard komen te staan. In combinatie met deze motor en bak blijft er simpelweg weinig te wensen over. Het uiterlijk mocht wat frisser? Check. Het interieur mocht iets meer kwaliteitsgevoel hebben? Check. Je wilt liever een dikke diesel? Check, ook die is er nu (2.2 TDCi, 200 pk).
Toch zit iets ons niet helemaal lekker wanneer we uit de nieuwe Mondeo stappen. Hierboven beschrijven we het rijgedrag dat past bij een rijdersauto, maar dat is dit exemplaar niet. Onderweg werden we namelijk afgeleid door allerlei nieuw veiligheidspul dat soms wel, soms niet goed werkt. Een dodehoeksysteem dat op hectometerpaaltjes reageert, bijvoorbeeld, of een rijbaansignalering die er al op los trilt als je nog niet eens in de buurt van de witte streep komt. De oplossing is simpel, want deze opties zitten in een pakket van 850 euro. Bestel dat niet, let gewoon zelf goed op, en geniet van elke rit in je Mondeo.
Reacties