We hadden besloten dat het onmogelijk was. Dat het een waanzinnig plan was. We negeerden dat idee en deden het toch.
Het verhaal doet de ronde dat wanneer je iets vreselijks meemaakt, de tijd stil lijkt te staan. Dat een crash minuten schijnt te duren en geen seconden. Ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat het allemaal onzin is. De tijd staat niet stil en seconden lijken geen minuten. Wat er wel gebeurt, is dat je alles veel beter kunt herinneren dan normaal. De adrenalinestoot doet schijnbaar rare dingen met je geest, en vooral met je geheugen.
Je kunt je na afloop alles tot in het kleinste detail voor de geest halen en in je hoofd blijft die film zich steeds opnieuw afspelen. Bij mij ging het ongeveer zo: ik zit in z’n drie. Ik zie het rode lampje oplichten dat aangeeft dat ik op moet schakelen. Ik stuur naar rechts en voel direct de achterkant naar links uitbreken. Een beetje tegenstuur moet de wagen weer in de juiste koers brengen en ik bedenk me nog dat deze slip er van buiten af vast heel spectaculair uit moet zien. Mijn meesterlijke beheersing van de auto zal zeker iedereen opvallen.
Pas op het moment dat ik het profiel van de banden in de wielkasten hoor vreten, besef ik dat het spel uit is. Ik kan geen tegenstuur meer geven, want de maximale wieluitslag is bereikt. Ondertussen spin ik steeds verder zijwaarts en ik heb vol vermogen op de achterwielen. Op het moment dat ik probeer om in de richting te kijken waar ik heen glijd, merk ik dat ik mijn hoofd niet voldoende kan draaien. Mijn helm zit klemvast in de hoofdsteun, dus kan ik niet zien waar ik zo tegenaan dreun. Wat ik wel zie, is de rand van een afgrond die griezelig dicht langs me heen raast, een paar bergpieken tegen een helblauwe lucht en een fotograaf wiens camera nutteloos hangt te bungelen en wiens lippen suggereren dat hij heel hard ‘oh’ zegt. De kans om deze glijder op glorieuze wijze te corrigeren, is gedaald tot nul en mijn geest begint met het bedenken van uitvluchten en excuses. Op het moment dat mijn snelheid is teruggelopen tot die van een wandelaar, raak ik met een plof een berm van zachte, pasgevallen sneeuw.
Ik realiseer me dat mijn reactie wat overdreven was. De wielen spinden in een waanzinnig tempo, maar ik bevind me op een gletsjer, dus ondanks de spikes, is het de normaalste zaak van de wereld dat de wielen spinnen. Mijn snelheid zal niet hoger hebben gelegen dan 60 km/u. Ik voel me bleek wegtrekken, maar dat kan ook door de kou komen. In de tweede versnelling trek ik de auto met gemak los uit de sneeuwwal en ik laat daarbij een prachtige afdruk achter.
Oh. Ik vergeet te vertellen dat ik me op 3.000 meter hoogte, midden op de Oostenrijkse Sölden-gletsjer, in een splinternieuwe 300 pk sterke Race-Package KTM X-Bow R bevind. De luchttemperatuur meet een kille min 18 graden Celsius en ik sta halverwege een skipiste, in een auto zonder abs en met de bodemvrijheid van een hangbuikzwijn. Ik probeer om niet verpletterd te worden door de sneeuwploegen die druk doende zijn om de skipiste gereed te maken voor de skiërs en snowboarders die later op de dag de helling af zullen zoeven.
Om hier te komen was een avontuur op zich. Al mijn aandacht was nodig om de auto enigszins in het rechte spoor te houden, want de KTM is volslagen ongeschikt voor deze omstandigheden. De nieuwe R-versie van de X-Bow heeft namelijk een vermogen dat ruim boven de 300 pk ligt. Nog altijd is daar een Audi 2,0-liter viercilinder voor verantwoordelijk – in deze uitvoering is dat het blok dat afkomstig is uit de Audi S3. Deze auto tegen een gletsjer op sturen, is hetzelfde als Sven Kramer vragen om achteruit op kunstschaatsen de Elfstedentocht te rijden.
Vanzelfsprekend is er geen voorruit (vanaf 2011 overigens wel als optie leverbaar), zijn er geen deuren en is er geen verwarming. Strikt genomen is dat laatste niet helemaal waar. Er is in deze auto wel verwarming, maar die is niet aangesloten. Dat zou ook volslagen zinloos zijn, want als ik dun genoeg gekleed was om daar iets van te merken, zou ik binnen het uur doodgevroren zijn.
‘De KTM voelt in alle opzichten veel volwassener aan dan bijvoorbeeld een Caterham’
De nieuwe X-Bow R is voorzien van een aantal nieuwigheden die niet gemakkelijk met het blote oog te zien zijn. Vanzelfsprekend is de carrosserie, net als vrijwel al het andere dat op en aan de auto hangt, gemaakt van koolstofvezel. Enorm indrukwekkend, maar lang niet zo interessant als de plaatsing van de nieuwe motor. Die is namelijk dieper in het chassis, rechtstreeks aan het frame bevestigd, waardoor deze X-Bow R sneller is en directer reageert dan z’n voorganger.
Ook het stuur geeft meer respons en met je achterwerk voel je intuïtief aan wat er zich onder je allemaal afspeelt. De hoeveelheid onderstuur is in de Race-Package uitvoering tot een minimum teruggebracht, maar op deze ijsbaan en voorzien van winterbanden is het lastig om te voorspellen hoe de auto zich onder normale omstandigheden zal gedragen. Het gaspedaal reageert lekker direct en de afgifte van het koppel is mooi egaal verdeeld door de hele toerenrange. Het vermogen is daardoor beter beheersbaar en gemakkelijker te doseren. Niet onbelangrijk, wanneer je bovenop een gletsjer rijdt.
De meest opvallende kenmerken aan de buitenkant van de X-Bow, zijn de grote hoeveelheid spoilers en vleugels. De voorkant is voorzien van DTM-achtig aandoende flappen en tanden en de hoge achterkant wordt gemarkeerd door twee hoedenplanken van vleugels, die ook bij relatief lage snelheid voldoende neerwaartse druk veroorzaken, zodat de X-Bow onder alle omstandigheden contact met het wegdek houdt. Als je wat te lang naar de X-Bow staart en je ogen een beetje samenknijpt, dan lijkt het net een boze, futuristische Chinese draak.
Op de openbare weg bleek de X-Bow soepel genoeg om ons een comfortabele rit door Oostenrijks Tirol en het Ötztal te bieden. Oneffenheden en gaten in het wegdek deerden de KTM niet. De vering is veel minder genadeloos dan menig andere auto in dit segment. Toch voelt de X-Bow stevig en compact aan. Er is geen rammeltje of rateltje te horen. Vaak is dat bij dit soort superlichte auto’s wel het geval, maar de KTM voelt in alle opzichten veel volwassener aan dan bijvoorbeeld een Caterham. Dat zie je dan ook terug in de prijs. Hoewel de officiële prijzen nog niet bekend zijn gemaakt, valt het niet te verwachten dat de prijslijst onder de 100.000 euro begint. En dan hebben we het nog niet over de BPM.
Daar stelt de X-Bow R veel tegenover. Er is meer dan voldoende breedte en elleboogruimte en dankzij het nogal hoekige en stevige koetswerk geeft de X-Bow je een veilig gevoel.
Ondertussen rijden we weg uit Obergurgl. Heuvel op, in de eerste versnelling, doe ik mijn best om de spinnende wielen onder controle te houden. Dat valt nog niet mee. Opschakelend naar de tweede versnelling komt er nauwelijks meer controle op de achterwielen, maar de KTM schiet er desondanks vandoor. Het rode lampje dat aangeeft dat er opgeschakeld moet worden, knippert dreigend, maar ook in de derde versnelling blijft de X-Bow nerveus. Pas in de vierde versnelling wint mijn verstand het van mijn ego en neem ik gas terug.
De X-Bow R is zelfs op dit gladde wegdek bliksemsnel en ik heb er moeite mee om me voor te stellen hoe snel het zal gaan onder normale, stroeve omstandigheden. Op datzelfde moment zie ik de ondergrond veranderen in pure witte sneeuw, waarin nog het geribbelde patroon zichtbaar is dat de sneeuwploeg even daarvoor getrokken heeft. Ik realiseer me dat al het vermogen van de X-Bow volledig nutteloos zou kunnen zijn op deze ondergrond. De KTM heeft geen noemenswaardige bodemvrijheid, dus iedere oneffenheid in de sneeuw tilt de hele voorkant van de auto op. Op zulke momenten is de KTM niets meer dan een enorm dure slee.
Het profiel van de winterbanden slibt vrijwel meteen dicht en ik voel hoe de besturing verandert. Het vage, weerstandloze gevoel doet denken aan Amerikaanse auto’s uit de jaren zeventig. Het stuur staat letterlijk geen moment stil wanneer je probeert in een rechte lijn te blijven. Zelfs licht bijremmen vraagt een enorm anticipatievermogen. Net als een vrachtwagenchauffeur moet je proberen om zo ver mogelijk vooruit te zien, want het duurt eindeloos voordat er iets gebeurt. Op momenten als deze weet je weer hoe voorzichtig je met het gaspedaal moet omgaan en ik ben blij dat ik de magische kunst van het heel-and-toe beheers.
‘In dit licht ziet de KTM eruit alsof ie van een andere planeet komt’
Alle input die je onder deze omstandigheden krijgt, is sterk uitvergroot. Vooral in een auto als de KTM. Trap je te hard op de rem, dan blokkeren de wielen en je blijft doorglijden in de richting waar je heen ging. Schakel je te onvoorzichtig terug, dan riskeer je geblokkeerde achterwielen en ga je zijwaarts over de piste, omdat de wielen de versnellingsbak niet meer bij kunnen houden. Op den duur leer je vanzelf hoe je het toerental zodanig kunt beheersen, dat je niet achterstevoren eindigt. Een geraffineerde heel-and-toe beweging blijkt trouwens nog best lastig te zijn met van die enorme winterlaarzen aan je voeten. Zeker als je daarin ook nog drie paar dikke sokken draagt en je desondanks door de kou je voeten nauwelijks meer voelt. Hier bovenop de gletsjer lijken al mijn uitsteeksels te zijn bevroren. Dat feit op zich zou al een zorgelijke toestand zijn, ware het niet dat ik me veel meer zorgen maak om mijn hoofd. Ik heb namelijk absoluut geen gevoel meer in grote delen van mijn gezicht. Dat zit me wel dwars. Ik ben namelijk nogal gehecht aan mijn gezicht. Toegegeven: het is niet heel aantrekkelijk om naar te kijken, maar toch is zo’n gezicht best handig, dus ik wil het niet graag verliezen.
Het wordt tijd om de weg naar beneden weer op te zoeken. We verliezen snel daglicht, maar de lage zon blijkt veel sneller dan wij zijn. Nog voor we goed en wel wegrijden valt de Alpennacht. Gelukkig ben ik zo slim geweest om alleen een donkergetint, spiegelend vizier mee te nemen. Mooi voor op de foto, maar in het donker volkomen nutteloos. Ik probeer met gesloten vizier de supergekoelde poolwind tegen te houden, maar op die manier zie ik niets. Zodra ik het vizier omhoog klap om te zien waar ik heen rij, bevriezen de tranen in mijn ogen en worden mijn jukbeenderen blootgesteld aan een wind die er later die avond voor zal zorgen dat de blaren op mijn konen staan, waardoor ik de dagen daarna het uiterlijk van een kortgebakken kipfilet heb.
Overigens heb ik nog een belangrijke tip voor wintersporters: Het is niet verstandig om Betadine-zalf op de rauwe huid direct onder je ogen te smeren. Allereerst steekt het als de hel en bovendien komt er onvermijdelijk iets van in je ogen terecht, waardoor je stekeblind, poedelnaakt en krijsend van de pijn uit de badkamer van je hotelkamer strompelt, struikelt over je rondslingerende helm en voorover in de hangkast verdwijnt. Dat terzijde.
De volgende dag doen we een hernieuwde aanval op de gletsjer. Stiekem schieten we over de afgesloten wegen naar boven. We gooien een nieuw wapen in de strijd dat we gebietst hebben bij een bevriend rallyteam: spikes. Deze banden met zogenaamde Monte Carlo-spikes (korter dan Scandinavische spikes, maar langer dan de in Oostenrijk nog legale spikes) werden door het team snel om de velgen van de X-Bow gelegd. Bij deze arctische temperaturen zijn eengats velgen ideaal.
Dik aangekleed denderen we over de ijzige straten naar boven, op weg naar de skilift. De berg is deels ondertunneld en op het droge wegdek vliegen er vonken van de spikes als snel stervende vuurvliegjes. Net op het moment dat de zon opkomt, staan we opnieuw op de gletsjer. Een adembenemend gezicht. Het lichtblauwe ijs, de witte sneeuw en de zon die alles in een oranje gloed zet. Zeker in dit licht ziet de KTM eruit alsof ie van een andere planeet komt. We stoppen even om te luisteren of we alleen zijn, maar er valt niets te horen. De gletsjer is verlaten.
Voor me ligt een weidse piste. Ik voel mijn ademhaling tegen de veiligheidsgordels van de KTM. Ik sta op het punt om ’s ochtends in alle vroegte, met een van spikes voorziene, 300 pk sterke KTM X-Bow R, tegen een skipiste op te vliegen. Ik neem een korte aanloop en de auto buldert weg. De X-Bow blijft onverstoorbaar doorklimmen en ondanks de hoogte waarop ik me bevind, blijft de turbo furieus doorfluiten. Almaar stijgend volg ik de lijn van de skilift boven mijn hoofd. Onder me ligt alleen maar sneeuw en daaronder nog meer sneeuw. Spikes of niet, uiteindelijk moet ik me gewonnen geven. Op het moment dat ik de X-Bow omdraai en de langs de helling de diepte inkijk, is het moeilijk om een grijns te onderdrukken. Wie had dit kunnen denken: met 300 pk een skipiste bedwingen in een KTM X-Bow R. Knettergek.
Reacties